Hoi! Ik heb het idee dat ik mogelijk wel eens een talentje zou kunnen zijn onder de schrijvers. Maar ik weet ik natuurlijk niet zeker... Daarom heb ik een stuk tekst (ik weet de juiste benaming niet eens) geschreven en zou ik graag jullie mening horen.
HERFST MET EEN VLEUGJE OOSTENRIJK
De zon schijnt, ik kijk naar buiten. Ik zie dat de bladeren van de bomen zonnestralen vangen die groen oranje tinten aan het licht brengen. De bomen aan de weg waaraan ik woon lijken bijna uitgeknipte vormen op een ansichtkaart. Ik hoor auto's langs scheren. Maar het stoort me niet. Beneden kan ik de nagesynchroniseerde stemmetjes van een kinderprogramma op de televisie horen. Maar ook dat stoort me niet.
Ik ruik een geur die mij doet herinneren aan de wintersport vakanties in Oostenrijk. De enige 10 dagen in het jaar dat ik echt tot rust kom, zijn de dagen die ik in Oostenrijk doorbreng. Mijn turbulente leven vol afleiding en andere bezigheden lijkt daar naar de achtergrond te verdwijnen. De langs scherende auto’s en nagesynchroniseerde stemmetjes mogen me dan wel niet heel erg storen, maar ze zorgen er wel voor dat ik normaal gesproken nooit echt tot rust kom. Al die afleiding maakt mij futloos.
Moe sluit ik mijn ogen. Ik zie mezelf helemaal alleen boven op een hoge berg staan. De zon schijnt, en de lucht is hemelsblauw. De sneeuw die ik zie op de bergen om me heen zie vangt zonnestralen. De omliggende bergen zijn nog groter dan de berg waarop ik me bevind en maken een grote indruk op me. Ondanks de koude winterlucht voel ik de warmte van de zonnestralen op mijn gezicht. Alles lijkt heel puur maar tegelijkertijd vind ik het maar onwerkelijk. Toch voel ik een soort innerlijke rust in mij naar boven komen.
Ik begin me af te vragen hoe ik hier terecht gekomen ben. Zonet nog zat in de kamer van mijn ouders op een houten krukje. Ik keek naar buiten en zag de weg en de bomen. Het was het eerste geweest dit jaar, dat ik me realiseerde dat het herfst is. Of was... Want waar zijn de vormen van de groen oranje bomen op de ansichtkaart gebleven?
Opnieuw ruik ik de fris maar scherpe geur die mij doet denken aan de typische Oostenrijkse bergdorpjes. Ik glimlach. Het ruikt naar gestookte houtkachels. Opeens vervaagt het beeld van de bergen om mij heen. Ik sta niet meer boven op een berg, maar bevind mij in de dorpskern van een klein bergdorpje. Het is Heiligenabend in Oostenrijk. De dorpskern waarin de andere 9 dagen van mijn verblijf altijd beweging te zien is, lijkt uitgestorven. Een frisse bries waait door mijn haren. Opnieuw ruik ik de fris maar scherpe geur. Ik besef me dat de geur mij warmte geeft. Het geeft me rust.
Dan hoor ik een auto langs scheren. Ik open mijn ogen, en ben weer in de kamer van mijn ouders. Ik hoor beneden weer het geluid van nagesynchroniseerde stemmen op de televisie. Nu stoort het mij wel. Ik voel de glimlach van mijn gezicht verdwijnen. Het moment van innerlijke rust lijkt ook verdwenen als sneeuw voor de zon. Ik ben niet meer in Oostenrijk. De sneeuw op de bergen is gesmolten. Ik zit weer op de houten kruk uit het raam te kijken. Ik zie de auto nog net achter de laatste boom verdwijnen.
De zon schijnt, ik kijk naar buiten. De bladeren van de bomen vangen nog steeds zonnestralen. Al lijken de bladeren van de bomen nu groener omdat de zon feller is geworden. Ik realiseer me opnieuw dat de herfst pas net is begonnen. De winter moet nog komen, en daarmee ook haar sneeuw! Toch is het bekende frisse briesje al aanwezig. Het waait lichtjes door mijn haren. Ik vraag me af waar het briesje vandaan kan kom. Al snel zie ik dat het raam op een kier staat. Ik sluit het raam. Er rijden nog steeds auto’s over de weg, maar nu hoor ik ze niet meer. Vanaf beneden hoor ik muziek. Het kinderprogramma moet zijn afgelopen. Ik hoor de tekst ‘Let The Sunshine In’ van een nummer wat mij bekend voor komt. Dit stoort me niet! Het doet me juist glimlachen. De futloosheid lijkt verdwenen. Opeens begin ik me ook nog eens te beseffen dat de zonnestralen de sneeuw niet hebben doen smelten. Ik zie de witte bergen nog steeds als ik naar buiten kijk. Ze zweven in de blauwe lucht. Ik straal als Oostenrijk!