Je eerste alinea doet een beetje aan als een klassieke zwaarden-en-sandalen-roman, maar de zinnen zijn wat dof en niet bijzonder goed geschreven. Met name in je eerste zin is de interpunctie vrij brak waardoor ik al afhaakneigingen krijg. De tegenstelling die je opwerpt in je tweede zin had van mij ook niet gehoeven. Het klinkt vooral als een schoolwerkstuk, niet als iets dat in het vervolg lekker moet gaan lezen. Wat bedoel je met de twee puntjes? Bedoel je daar één of drie mee? In het geval van drie: niet doen! Wees besluitvaardig als schrijver, ik ga jouw verhaal niet voor je invullen.
Je tweede alinea begint meer biografisch dan verhalend. Het is pas spannend als je niet vertelt dat het een jongen is en dat hij van Marokkaanse afkomst is. Goed, de naam geeft weinig weg voor een leek als ik, maar alleen als hij níet van Marokkaanse afkomst was. Door middel van 'hij' maak je al duidelijk genoeg dat het een jongen is. Dit stuk lijkt eigenlijk meer op een beschrijving voor jezelf, om je aan vast te houden, dan op het verhaal zelf.
De rest van je stuk beschrijft veel, maar zegt eigenlijk niets. Het is gedwongen en bijna haastig geschreven. Net als wat ik eerder schreef: het lijkt meer op een aantekening voor jezelf, hoe het verhaal moet lopen, dan wat er nou feitelijk staat. Je kunt veel meer doen met de spanning, een lange boog trekken en er voor zorgen dat je lezers door willen lezen. Nu is het zo kort dat ik je verhaal kan afschrijven met een regel of drie.
'Helaas, mis! Nouar kreeg de portomonnee niet te pakken. Ook later in zijn leven lukte niets, waardoor hij arm en ongelukkig eindigde.'
|