Ik denk dat je met een paar kleine aanpassingen hier veel meer uit kan halen. Er zitten een paar 'weeffoutjes' in, heb ik het idee, zoals regels ineens die veel te lang zijn waardoor het niet meer zo lekker leest.
Citaat:
Niet wetend wat ik moet zeggen
ben ik gewoon even stil
Ik kan je niet helpen,
Hoe graag ik ook wil.
|
Hier heb ik niet zoveel op aan te merken.
Citaat:
Het doet pijn om te zien,
Hoe jij verdwijnt,
Anderen maken je kapot,
Langzaam word je verkleind,
Klein van woede, klein van pijn,
Steeds hopend dat je morgen een stukje groter zal zijn.
|
'Langzaam word je verkleind' vind ik niet zo mooi. Het is een beetje een rare regel, vind ik, verkleinen is iets wat je doet met plaatjes en foto's, niet met mensen.
Verder vind ik 'hoe jij verdwijnt' iets te kort om mooi te lopen, naar mijn idee. En aan de andere kant is de laatste regel ('Steeds hopend dat je morgen een stukje groter zal zijn.') véél te lang. Als je het dan opleest, klinkt dat raar. Als je de ene regel wat langer maakt en de ander wat korter, klinkt het beter als je het leest (vooral als je het hardop leest merk je dat soort dingen goed).
Ook 'klein van pijn', werkt naar mijn idee niet zo goed, maar ik weet niet waarom. Op zich is zo'n rijm niet verkeerd en vaak werkt het ook wel, maar hier is het misschien te overduidelijk en te makkelijk dat ze op elkaar rijmen - misschien is het ook wel iets heel anders.
Citaat:
Thuis geslagen,
Thuis bespot,
Jezelf opgesloten,
Deurtje op slot
|
'Opgesloten' en 'op slot' is een beetje dubbel, maar net niet helemaal. Dat werkt meestal niet zo mooi, omdat je iets al gezegd hebt en dan zeg je het weer zo'n beetje ongeveer hetzelfde. Terwijl je bij een gedicht juist probeert om zoveel mogelijk in zo min mogelijk woorden te zeggen. Soms kan herhaling wel effectief zijn, als iets steeds terugkomt en zo het patroon versterkt, maar als het een beetje overkomt als per ongeluk weer iets hetzelfde gebruiken bij gebrek aan een beter idee, is het niet zo mooi. Dat geldt trouwens voor wel meer dingen in je gedicht.
'Deurtje op slot' is hier naar mijn gevoel weer iets te kort. Tenminste, wel als je 'jezelf opgesloten' weghaalt, wat ik in mijn hoofd gedaan heb, omdat ik der herhaling niet zo mooi vond.
Als je (/ik) je gedicht volgens die dingen iets aanpas, krijg ik iets als dit:
Citaat:
Niet wetend wat ik moet zeggen
ben ik gewoon even stil
Ik kan je niet helpen,
Hoe graag ik dat ook wil.
Het doet pijn om te zien,
Hoe jij zomaar verdwijnt,
Klein van woede, klein van verdriet,
'k hoop dat je ooit weer groot zal zijn.
Thuis geslagen,
Thuis bespot,
Ik ben je verloren,
Je deurtje op slot
|
Hoewel, die laatste regel van de tweede strofe (''k hoop dat je ooit weer groot zal zijn.') blijft raar, want het is ineens een hoop-dingetje tussen allemaal beschrijvingen van dat het slecht gaat. Het gaat zo van 'het gaat slecht en je gaat weg, ik hoop dat het ooit beter gaat, het gaat eigenlijk allemaal slecht' dus dat staat er dan een beetje raar tussen.
Maar goed, dat heb ik dan gewoon weer zelf gedaan.