scheikunde havo 4
 

Hallo allemaal!

Ik heb een vraagje waar ik mee zit:

We hebben nou bij scheikunde, bij de toetsen een deel rekenwerk waar ik heel slecht in ben. In het theorie gedeelte ben ik wel goed.

nu mijn vraag dus:

word het rekenwerk bij scheikunde in havo 4 meer of minder???

ik denk dat dat ook een beetje aan de school ligt en wie de proefwerken maakt,
maar bij mij (VWO) werd het rekenwerk wel veel meer in de bovenbouw(ik neem aan dat je nu in de 3de zit..?)

Ik doe nu 4vwo, en het rekenwerk is echt veel meer geworden.

Ik zou alleen scheikunde kiezen als je echt het inzicht hebt (dus niet alleen de theorie, maar ook het rekenwerk), anders ga je er waarschijnlijk nog veel moeite mee krijgen.

Ik heb zelf geen Scheikunde meer, maar van de mensen die het wel hebben hoorde ik dat het echt veel moeilijker wordt vanaf klas 4. Veel meer rekenwerk inderdaad. Als exacte vakken als Wiskunde en Natuurkunde je niet zo liggen zou ik het niet nemen. Veel leerlingen hebben er flinke moeite mee gehad (en soms zelfs spijt).

Het is wel ontzettend leuk hoor. Veel meer practicum.
Je kunt ook altijd een tutor overwegen (als jullie dat op school hebben tenminste)

Dat klopt, maar inzicht blijft toch behoorlijk handig!

Nou, inzicht is niet zo heel belangrijk hoor. Vooral bij Natuurkunde en Wiskunde B speelt inzicht een grote rol. Laat je niet afschrikken door chemisch rekenen ;) Er zijn ook andere onderwerpen die veel interessanter zijn en niet alleen inzicht vereisen. Bij sommige hoofdstukken hoef je zelfs alleen maar regeltjes toe te passen en een voldoende heb je binnen!

Hier ben ik het ook wel mee eens.
Ik vraag me af wat nou dat vele rekenwerk is.
Ik zit nu in de 5e (bijna 6e dus) en heb dus al flink wat scheikunde gehad.
Al dat rekenen wat zo moeilijk schijnt te zijn, zijn gewoon wat verhoudingstabelletjes.

Zo van, als er 1 mol stof in een liter zit. hoeveel mol zit er dan in een halve liter. Verder dan dat komt het niet. Heel af en toe is het eens een vergelijking oplossen maar daar blijft het ook bij.
De wiskunde die je krijgt in de bovenbouw hoeft je nooit toe te passen bij scheikunde.
Al het rekenwerk is dus gewoon t/m klas 2 wiskunde en veel verhoudingstabelletjes.
Als je die tabelletjes voor jezelfd duidelijk opschrijft dan is het echt wel te doen. Het zijn juist de mensen die afhaken omdat ze niet gestructureerd werken.

Als je het inzicht hebt, dan zijn het inderdaad maar wat verhoudingstabelletjes, maar er zijn genoeg mensen bij ons in de klas waarbij dat niet lukt.

Sorry hoor, maar ik haal ontzettend lage cijfers bij Natuurkunde (een vak wat redelijk wat inzicht vereist) maar haal altijd hoger dan 6.5 bij scheikunde. Ik vind dat je inzicht eigenlijk niet zoveel nodig hebt bij scheikunde, maar dat kan verschillen per leerling.

Ik ken anders genoeg leerlingen die eerst denken dat ze het snappen en vervolgens helemaal de draad kwijt zijn. Ook leerlingen die goed zijn in Wiskunde. Het hangt er dus echt van af hoe je bent met andere vakken.

Als je nu al niet goed in rekenen bent, zou ik het niet kiezen. Ik haalde in vwo3 nog negens, en dit jaar heb ik nog geen enkele voldoende gehaald. Ik heb altijd 3-/4-en, dan maak ik de theorievragen goed en de rekenvragen fout.

Als je niet heel goed bent in rekenen moet dat je er echt niet van weerhouden hoor. Als je gewoon goed oplet in de les en thuis genoeg oefent dan haal je het echt wel. Ik heb zelden leerlingen gezien die met veel oefenen en opletten alsnog onvoldoendes halen.

Oh, en als je wilt weten hoe het er in HAVO 4 aan toe gaat:

http://h1.chemieoveral.epn.nl/

Kies dan hoofdstuk 3, dat behandelt het grootste deel van rekenen in de scheikunde.

Scheikunde vereist wel degelijk inzicht. Als je je niet kunt voorstellen wat mol is, of molariteit, of wat dichtheid is, dan is het ook moeilijk rekenen met die eenheden/grootheden. Het is inderdaad niet zo dat de sommen zelf zo moeilijk zijn. Het rekenwerk is op zich simpel, het is de manier waarop je moet rekenen die je even door moet hebben. Als je eenmaal doorhebt hoe je van gram naar mol gaat (bijv.) dan is het makkelijk.

Om een antwoord te geven op de TS: het rekenwerk wordt meer, niet alleen in de aantal sommen die je moet maken, maar ook de manier waarop je moet 'denken'.