Advertentie | |
|
![]() |
||
Citaat:
waarbij N(t) de hoeveelheid op tijdstip t voorstelt en t de tijd in maanden. Er moet gelden: N(t)=1/2*N(0), dus N(0)(0,97)t=1/2*N(0), dus (0,97)t=1/2. Neem links en rechts de logaritme, dan geldt: t*log(0,97)=log(1/2), dus t=log(1/2)/log(0,97)=22,76, dus na ongeveer 22 maanden is de hoeveelheid gehalveerd.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
![]() |
|||
Citaat:
Citaat:
Je maakt in de boorgaande stap wel gebruik van het volgende rekeltje: log(ab)=b*log(a)
__________________
NIZ| tegenpartij|Kriminalpolizei!!|De hele mikmak| Dank voor die bloemen
|
![]() |
||
Citaat:
Voor g>1 heb je te maken met een exponentiële toename, bijvoorbeeld de groei van een bacteriekolonie, en voor g<1 heb je te maken met een exponentiële afname, bijvoorbeeld het verval van een radio-actieve stof. Neem voor het gemak b=1, dan geldt: f(x)=gx. Dit is een exponentiële functie met grondtal g. Veronderstel nu dat ik bij een gegeven f(x), zeg a, de bijbehorende x wil weten, dus dat ik x wil oplossen uit a=gx. Ik moet dan g tot een bepaalde macht x verheffen om a te krijgen. Dit getal x noemen we de logaritme van a met grondtal g, notatie: x=glog(a). Voor g=10 krijgen we de gewone logaritme van a, die we noteren als log(a). Voor het rekenen met logaritmen bestaan de volgende regels: glog(a*b)=glog(a)+glog(b) glog(a/b)=glog(a)-glog(b) glog(ax)=x*glog(a) glog(a)=plog(a)/plog(g). Met behulp van de laatste formule kun je logaritmen van het ene grondtal naar logaritmen van het andere grondtal omrekenen. Neem je p=10, dan vind je: glog(a)=log(a)/log(g), wat je met behulp van je rekenmachine kunt berekenen. Terug naar (0,97)t=1/2. Om hieruit t op te lossen zou je gebruik kunnen maken van de definitie a=gx <=> x=glog(a), dus (0,97)t=1/2 <=> t=0,97log(1/2). Maak je dan ook nog gebruik van de formule 0,97log(1/2)=log(1/2)/log(0,97) (de vierde formule met g=0,97, a=1/2 en p=10), dan vind je: t=log(1/2)/log(0,97). Je kunt ook een tussenstap maken om dit te vinden: neem namelijk van (0,97)t=1/2 links en rechts de (gewone) logaritme, dan geldt: log((0,97)t)=log(1/2). Voor log((0,97)t) geldt volgens de derde formule (met g=10, a=0,97 en x=t): log((0,97)t)=t*log(0,97), dus t*log(0,97)=log(1/2), dus t=log(1/2)/log(0,97).
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
Laatst gewijzigd op 15-04-2004 om 11:26. |
Advertentie |
|
![]() |
|
|