Als het vlakdeel V wordt begrensd door de grafieken van f en g, waarbij g(x)<f(x) voor x in [a,b], dan is de oppervlakte van V gelijk aan
. Om nu de integraal van cos x voor x in [½π,π] te berekenen stel je f(x) = 0 en g(x) = cos x, waarbij de grafiek van f de x-as voorstelt. Ga na dat de grafiek van cos x voor ½π<x<π onder de x-as ligt en er dus aan de voorwaarde g(x)<f(x) voldaan wordt.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel