Advertentie | |
|
23-11-2014, 08:33 | |
Ik heb geen idee hoe je aan die uitdrukking komt. Waarom doe je het hele linkerlid in het kwadraat?
Driehoek BCE is rechthoekig in E als in die driehoek de stelling van Pythagoras geldt: BE2 + CE2 = BC2. We weten dat BE2 = 16 + x2 en dat BC2 = 172 = 289. Als we nu CE kunnen uitdrukken in x, dan hebben we een vergelijking met alleen x als onbekende en kunnen we x bepalen. Gebruik dat driehoek CDE rechthoekig is om CE uit te drukken in x. Met Pythagoras in die driehoek geldt dat CD2 + DE2 = CE2. Voor de volledigheid: je eerder gevonden uitdrukking voor EC is onjuist. |
23-11-2014, 14:59 | |
Ik heb het gevonden! 16 + x² + 4² + (17-x)² = 17²
Bedankt voor de hulp! Edit: Klein vraagstukje gevonden waar ik waarschijnlijk weer iets onbenulligs fout doe... In een cirkel is een koorde, die 3 cm langer is dan de straal, op 3 cm van het middelpunt gelegen. Bereken de straal van de cirkel. Koorde: r+3 Dan weet ik dat ik in een rechthoekige driehoek kan werken waarbij de ene rechthoekszijde die 3 cm tot het middelpunt is, en de andere Dan zou je krijgen: 3² + = r² Ik werk dan eerst het kwadraat uit en bekom 9 + = r² Dan die vier wegwerken door beide leden te vermenigvuldigen met 4. Vervolgens bekom ik dan als vergelijking -3r² + 6r + 45 = 0 En dan komen m'n wortels niet uit ... Laatst gewijzigd op 23-11-2014 om 15:07. |
03-12-2014, 18:15 | |
Jongens, zouden jullie me nog eens kunnen helpen? Deze keer is het niks met cijfertjes (denk ik toch), maar is het een 'rare' soort oefening.
Ter voorbereiding van het examen heeft onze leerkracht een voorbeeldtoets gepost. Daarbij is er één vraag me niet duidelijk. Bepaal alle getallen die gelijk zijn aan hun kwadraat Moet je hier werken met (A-B) * (A+B) = A² - B² of x en -x = x² Hier kom ik niet zo goed aan uit. Zouden jullie dit kunnen verduidelijken? Edit: ik dacht aan 0, 1, √0, √1 Met vriendelijke groeten Woopa Laatst gewijzigd op 03-12-2014 om 18:44. |
03-12-2014, 19:21 | |
Je moet inderdaad op 0 of 1 uitkomen. Stel x is het gezochte getal, dan moet gelden: x = x². Schrijf nu voor het linkerlid x∙1 en voor het rechterlid x∙x, en pas vervolgens toe dat uit a∙b = a∙c volgt dat a = 0 of b = c.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
Topictools | Zoek in deze topic |
|
|
Soortgelijke topics | ||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
wiskunde vliegjes | 5 | 03-11-2006 17:48 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
[WI] Kegelsneden Reiko | 2 | 05-06-2005 21:55 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
hoe bewijs je dat in godsnaam? bulbanos | 6 | 26-01-2002 21:13 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
Hoeveel spelletjes heb je op je GR ? slavko111 | 47 | 15-12-2001 21:07 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
lastig wiskunde sommetje Verwijderd | 2 | 02-12-2001 01:46 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
derdegraadsvergelijk niels102 | 7 | 25-11-2001 11:48 |