200 is omzet
110 is interne leveringen
90 toegevoegde waarde.
deze 90 valt toe aan de productiefactoren, arbeid, natuur, kapitaal en ondernemerschap
zij krijgen hiervoor loon, pacht, interest en winst
aangezein pacht en interest even niet meedoen, krijgen de arbeiders 75% van 90 = 67,50. de winst is 22,50.
Nu moet ik even je niveau weten . Voor de derde klas, en vier vooruit 5 havo, stopt het hier. Voor vwo 5 en 6 gaat het nog even verder....
In die winsten zit een stukje dat eigenlijk als loon gezien kan worden: het toegekend loon zelfstadnigen, TLZ.
Het is de eenmanszaak, die een winst berekent (en opgeeft aan de belasting)maar wat eigenlijk als loon gezien kan worden want hij werkt zelf ook in de zaak. We hevelen dit stukje over vanuit de winsten naar de factor arbeid.
Bijvoorbeeld de lonen zijn in dit voorbeeld 62.5 M, de winsten 27.5, maar in die winsten zit dus nog 5 M TLZ.
hevelen we die over naar de factor arbeid, dan spreken we niet meer van de loonquote (lonen / toegevoegde waarde) maar van de arbeidsinkomenquote (lonen + TLZ ) / toegev waarde.
omdat in deze opgave niet gegeven is hoe hoog dit TLZ is, denk ik trouwens dat je aan t eerste deel genoeg hebt
|