Hallo allemaal,
Ik moet voor school een presentatie geven over het gedicht Tijd van M. Vasalis:
Ik droomde, dat ik langzaam leefde ....
langzamer dan de oudste steen.
Het was verschrikkelijk: om mij heen
schoot alles op, schokte of beefde,
wat stil lijkt. 'k Zag de drang waarmee
de bomen zich uit de aarde wrongen
terwijl ze hees en hortend zongen;
terwijl de jaargetijden vlogen
verkleurende als regenbogen .....
Ik zag de tremor van de zee,
zijn zwellen en weer haastig slinken,
zoals een grote keel kan drinken.
En dag en nacht van korte duur
vlammen en doven: flakkrend vuur.
- De wanhoop en welsprekendheid
in de gebaren van de dingen,
die anders star zijn, en hun dringen,
hun ademloze, wrede strijd ....
Hoe kón ik dat niet eerder weten,
niet beter zien in vroeger tijd ?
Hoe moet ik het weer ooit vergeten ?
Rijm benoemen enzo lukt mij nog wel maar met dingen als de betekenis van het gedicht, beeldspraak, metaforen en andere dingen die ik niet eens kan vinden heb ik veel moeite. Ik zou daarom willen vragen of er mensen zij die hier wel verstand van hebben en of jullie me zouden willen helpen.
Alvast bedankt voor de hulp of in ieder geval de moeite om er naar te kijken
|