Registreer FAQ Ledenlijst Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Kunst & Cultuur / Verhalen & Gedichten
Topic gesloten
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 31-05-2009, 19:14
flyaway
Avatar van flyaway
flyaway is offline
Sommigen zeggen dat er een tempel in de bergen ligt. Anderen beweren dat een ruïne diep verscholen is in het bos. Er zijn er ook die zeggen, dat beide waar is. Een crypte verbindt de twee tempels en het allerheiligste ligt precies tussen de twee tempels in, diep onder de rivier. Er gaan vele verhalen over de geheime zusterschap. Sommigen zeggen dat ze maagden en zuigelingen offeren aan een heidense godin. Anderen zeggen dat ze geesten terughalen uit het rijk der doden. Ze zijn gevreesd en gehaat, worden als heksen verbrand en als duivels geschuwd. In het dorp staan ze bekend als de Bloedzusters.

Nu is het stil in het dorp. Alle luiken zijn gesloten, de honden worden binnengehouden. De zuigelingen huilen niet en de muizen zwijgen in het stro. Bij de waterput, midden in het dorp, staat een vrouw. Zij lijkt het enige teken van leven in de omgeving te zijn. Alleen haar handen zijn onbedekt; ze takelt water uit de bron en hangt dan de twee volle emmers aan haar juk.

Even later stapt de vrouw in de bloedrode mantel de kerkstraat uit en schrijdt ze over het lange, droge gras weg van het dorp. Het gras is geel en bros geworden door de droogte; het breekt onder de voeten van de tengere vrouw.

Zodra de vrouw voet buiten het dorp heeft gezet , beginnen zachte, dorpse geluiden weer te klinken. Die klinken zo duidelijk, dat het lijkt alsof even ervoor zelfs de wind zweeg in de boomtoppen. Een kat rent over straat, een vogel zet voorzichtig een aria in. Dan, alsof die prille, hoge tonen de spanning hebben gebroken, wordt het dorpje plotseling weer overspoeld met leven. De kerkklokken beginnen te beieren, de kinderen rennen zonder te kijken over straat, luidkeels naar elkaar roepend en lachend. Vrouwen stappen met volle manden naar buiten om de was op te hangen, mannen gaan op de stoep met elkaar in gesprek. Het is alsof die ijzige, doodse stilte nooit in het dorp geweest is.

De vreemde vrouw in de rode mantel is al bijna uit het zicht, voor wie haar nakijkt. De mensen kijken haar niet na – een vrouw met een rode mantel is er vrijwel altijd één van het zusterschap: een bloedzuster. Het liefst doet iedereen net alsof ze niet bestaan; wanneer een Zuster in het dorp is, houdt het hele dorp zich dood, en zodra ze dan weer weg is, doet iedereen alsof er niets is gebeurd. Maar wie de vrouw zou nakijken, al was ze bijna uit zicht, en goed zou kijken, zou zien dat ze niet alleen was. Een halve are achter haar liep een kleiner figuur, eveneens geheel bedekt door een rode mantel. Deze leek niet te schrijden; ze leek eerder te rennen. Ze rende heel voorzichtig. Maar zelfs als iemand de twee figuren nakeek, zou die nooit weten waar de figuren heen gingen, of waarom de tweede vrouw de eerste vrouw al het water liet dragen. Tegen de tijd, dat de eerste vrouw geheel uit het zicht verdwenen was, had de zon zich losgemaakt van de aarde en begon ze aan haar tocht langs de hemel.

Anna liep neuriënd naar huis. Het juk was zwaar, maar het gras was zacht onder haar blote voeten en kriebelde haar knieën. De opkomende zon verwarmde haar. Anna genoot ervan, het water te halen. Meestal gebruikten ze gezeefd regenwater, maar door de aanhoudende droogte deze zomer moesten ze water uit het dorp halen. Dan liep Anna alleen over de velden – ze kon luidkeels zingen, ze kon dansen, schreeuwen, lachen en rennen met niemand die haar nakeek of bestrafte. Met gesloten ogen hief ze haar gezicht naar de zon en stond even stil te genieten. Toen hoorde ze achter zich een tak breken. Ze keek om en in de schaduw van een dode eik stond een figuur. Ze was niet alleen! Geschrokken rende Anna verder, haar voeten openhalend aan distels en verdroogde braamtakken, zo snel mogelijk en via een omweg naar huis. Niemand mocht weten waar dat was, want de dorpelingen zouden hun schuilplaats in brand steken, met alle zusters er in. Voor ze de deur opende, keek ze nog goed om zich heen. De figuur was haar niet verder gevolgd. Opgelucht haalde ze adem en stapte ze naar binnen.

Marie was erg geschrokken toen de vrouw voor haar haar had opgemerkt. Ze had zich verscholen onder een dode boom en gewacht tot de vrouw een eind was doorgelopen. Het was niet moeilijk de route terug te vinden die de vrouw had gekozen; onder haar voeten was het droge gras gebroken en ze had een lang spoor achter zich aan getrokken. Op de lange weg had Marie zich vanalles voorgesteld bij de tempel; ze schrok, toen ze de schuilplaats van de ‘Bloedzusters’ aantrof. Het was een piepklein boederijtje – niet eens een boerderij, meer een schuur. Er kwam geen rook uit de schoorsteen en de akkers en velden waren droog en onbewerkt. Zelfs vlak naast het hutje was niet eens een moestuintje te bespeuren. Dus het moest wel waar zijn – ze aten mensen. Marie huiverde en trok haar kap verder over haar gezicht.

Marie deed haar best, stil de deur van het schuurtje open te duwen. Met enorm veel lawaai, gekraak en gepiep ging de deur open; Maries gezicht vertrok van de spanning. Ze verwachtte dat de bloeddorstige vrouwen haar op zouden wachten met de gruwelijkste toverspreuken en haar levend zouden verslinden. Maar dit moest ze doen, dat was haar in een droom verteld. Als dit Gods wil was, dan zou hij haar leiden.

Achter de vermolmde houten deur was een kleine, donkere ruimte. Er waren geen lampen om hem te verlichten; enkel door de scheuren en spleten in de wanden viel er licht. Toen haar ogen begonnen te wennen aan de schemer, besefte Marie dat ze geheel alleen was in de ruimte. Maar ze had toch echt een van de vrouwen naar binnen zien gaan! Voorzichtig stapte ze naar binnen, ervan overtuigd dat ze nu ieder moment belaagd kon worden. Ze sloeg een kruis en keek goed de kleine ruimte rond. De ruimte was helemaal leeg, op een krukje na. Een heel oud krukje stond er in een hoek. Het was vast een val geweest, dacht Marie. Ze ging op het krukje zitten en voelde dat ze tegen iets zachts aanzat. Haar hart bonkte in haar keel.

Het bleek een wandtapijt te zijn, stoffig en door motten aangevreten. Marie ging er met haar hand overheen, en merkte dat er een holte achter zat. Voorzichtig trok ze het tapijt weg. Verschrikt liet ze het terugvallen en rende ze het schuurtje uit. Ze kon dit niet. Achter het tapijt had een vrouw gestaan in een rode mantel. Vlak achter het tapijt. De heksen wisten dat ze er was, ze moest zo snel mogelijk wegkomen, ze zou wel iemand vertellen waar hun schuilplaats was en dan konden ze het huisje in brand steken en dan was het dorp voortaan veilig.

Toen Marie ver genoeg was weggerend, uit het zicht van het huisje, liet ze zich uitgeput op de grond zakken. Ze trok haar kap van haar hoofd en begon te huilen. Een troostende hand voelde ze op haar schouder, als van een moeder, en ze legde haar wang tegen de warme hand. Zo zaten de twee vreemden, stil in de zon, zwijgend en troostend. Toen sprak de trooster: ‘Waarom heb je me gevolgd? Ben je niet bang voor ons?’ Marie keek om en zag een jonge vrouw in een rode mantel. De vrouw had haar kap afgedaan, maar was overduidelijk één van de heksen. Marie gilde en probeerde zich los te worstelen, maar de hand op haar schouder balde tot een vuist en greep daarbij haar mantel stevig vast. Marie werd hysterisch en krijste: ‘Laat me los! Heks! Laat me gaan! Eet me niet op, laat me los!’ Toen ze besefte dat ze niet los zou komen uit de grip van de heks, vast door diens toverkracht, liet ze zich achterover op de grond vallen en keek recht haar gezicht in. Ze zou waardig sterven.

Marie was niet zeker of de ogen van de heks gekwetst of meelijdend stonden. Ze keek niet kwaadaardig of bloeddorstig, ze keek eigenlijk heel menselijk. ‘Waarom denk je dat ik je ga opeten?’ Voor Marie was er geen reden meer tot angst, ze had weinig meer te verliezen. De heks zou haar zo betoveren en ze zou nooit weg kunnen komen. ‘U bent heksen,’ zei ze dapper. ‘U offert maagden en zuigelingen, U eet mensenvlees. Ik heb het gezien U heeft niet eens een moestuin!’ Anna trok een wenkbrauw op. ‘Bent gij een zuigeling dan?’ Marie bloosde; de andere optie werd niet eens ter sprake gebracht, maar ze wist dat de vrouw daarop doelde. ‘Bovendien,’ ging Anna verder, ‘als we heksen waren geweest, hadden we er wel voor gezorgd dat wij geen last hadden van deze droogte. Ik ben Anna en ik vraag uw vertrouwen, in de naam van de Godin.’

‘Marie... maar ik weet niet of ik u mijn vertrouwen kan schenken, zeker niet in de naam van een heidense Godin,’ zei Marie. Anna keek gekwetst. ‘Men ziet ons aan voor heksen, omdat wij een andere God hebben dan de Christenen. Maar jullie god – vergeef mij – is een God van oorlog. Hij heeft alle andere Goden bestreden, en Zijn volgelingen hebben de hunnen verdreven. Net als zij, moeten de vrouwen van het Zusterschap schuilen, vluchten. Ze worden gevreesd als duivels, verbrand als heksen.’
Marie besefte dat ze melij voelde voor de vrouw, die even oud was als zij, maar nooit zou kunnen trouwen en kinderloos zou blijven. De vrouw die verstoten was door het volk en los van de ware God. Marie nam zich voor, voor Anna te bidden.

Anna maakte het teken van heiligheid en glimlachte naar Marie. ‘Marie, ik vertrouw u. Ik begrijp wat uw plicht is en ik vergeef het u, wanneer u deze vervult. Moge de Godin u bijstaan.’ Ze nam een veter van haar nek, waaraan een cirkel met een ster hing. Deze hing ze om de hals van Marie. Toen hielp ze Marie omhoog, kuste haar voorhoofd als zegening, en keerde terug naar de tempel.

Marie keek Anna na en voelde een steek van schuld. Ze moest dit doen, ze moest ze verraden, dat was haar taak en die moest ze volbrengen. Maar ze voelde haar angsten voor de zusterschap meer en meer verdwijnen, ze sympathiseerde met hen en begreep hun angst en woede. Met tegenzin liep ze terug naar het dorp. Ze wist teveel om het voor zich te kunnen houden. Ze zou de bloedzusters verraden. Maar de eer zou haar geweten niet kunnen sussen.

Anna had onmiddellijk toegegeven en de volgende morgen was het hele dorpsplein volgestroomd met dorpelingen die graag wilden zien hoe de leidster van de heksen verbrand zou worden, hoe een juk van het dorp gelicht zou worden. De heks was rustig toen ze aan de paal gebonden werd, en het stro, dat het vuur moest aanmaken, ontstoken werd. De oplettenden zouden zelfs een glimlach rond haar mond bespeuren.
Vooraan stond Marie, haar haren bedekt door een zwarte sluier. Ze keek de heks in de ogen en hief het teken van de godin naar haar lippen, alleen voor Anna om te zien. Voor Marie was dit niet meer dan een eerbetoon, een verontschuldiging voor het schenden van het vertrouwen dat ze gekregen had.
Anna zag dat Marie het teken van de godin kuste en glimlachte triomfantelijk. Ze wist dat ze iemand had gevonden om haar plaats in te nemen. Een goedgelovig en dapper meisje was die Marie. En nu voorgoed aan de Zusterschap gebonden. Ze was een bloedzuster geworden. Anna’s mantel begon te roken en algauw was ze geheel gehuld in een dikke laag rook. Toen de rook optrok, was er geen spoor van Anna, ze leek verdwenen te zijn – in rook opgegaan.

De Godin had haar tot zich genomen. Anna had haar taak volbracht, evenals Marie. Anna had een ziel gewonnen, een nieuwe Leidster van het Bloed gevonden. Zij zou niet langer lijden, haar taak in dit leven was volbracht. In een volgend leven zou zij een machtiger magiër zijn; het was mooier dan haar was beloofd in visioenen.

Na de verbranding ging iedereen in het dorp weer zijn dagelijkse gangetje; een vogel zette een verse aria in, de vrouwen hingen de was op en bespraken onbenullige dingen, de mannen hadden serieuzere gesprekken onder het genot van een pul bier, de kinderen speelden op straat en de kerkklokken beierden.
En aan de horizon verdween een figuur gehuld in een rode mantel achter een heuvel, op weg naar de tempel. Maar niemand zal het hebben opgemerkt.
Advertentie
Topic gesloten


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Verhalen & Gedichten [Poll] Verhalenwedstrijd - bespreking
flyaway
64 21-06-2009 10:39
Verhalen & Gedichten Verhalenwedstrijd - Réveille
Verwijderd
0 14-06-2006 20:03


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 05:20.