Advertentie | |
|
29-04-2014, 18:00 | |
Hier ben ik weer met een aantal vraagstukjes...
Het probleem dat ik bij deze twee vraagstukjes heb, is dat ik al niet weet hoe ik ze moet opstellen. Kunnen jullie me een beetje op weg helpen? Op een bal zijn 420 personen aanwezig. Op een zeker moment danst 60% van de vrouwen met 80% van de mannen Hoeveel personen dansen er niet? Ik stel x= # mannen en y = # vrouwen. Dan weet ik dat het eerste deel van mijn stelsel x + y = 420 is. Maar mijn tweede vergelijking kan ik maar niet vinden. Tweede vraagstukje Om een bepaald merk van ontbijtgraten te promoten, lanceert de producent een actie. Je kunt een basketbal verkrijgen door 2 spaarpunten te verzamelen en € 10 te storten of je kunt 10 punten sparen en € 6 storten. De firma heeft 1234 punten en € 2034 ontvangen. Hoeveel basketballen moet de firma verzenden Hier heb ik het probleem dat ik zelf niet weet aan wat ik mijn x of y moet gelijkstellen... Ik hoop dat jullie me kunnen helpen? Heb volgende week dinsdag toets hierover en als er nou net iets is dat ik niet kan in Wiskunde (behalve tekenen in meetkunde) dan is het wel vraagstukjes opstellen. Mvg Woopa |
29-04-2014, 18:20 | |
Op een bal zijn 420 personen aanwezig. Op een zeker moment danst 60% van de vrouwen met 80% van de mannen. Hoeveel personen dansen er niet?
Stel er zijn 10x mannen, dan zijn er dus 420-10x vrouwen. Van de vrouwen danst 60% met 80% van de mannen. Hoeveel vrouwen en hoeveel mannen dansen er dan, dus hoeveel personen dansen er dan niet? Om een bepaald merk van ontbijtgranen te promoten, lanceert de producent een actie. Je kunt een basketbal verkrijgen door 2 spaarpunten te verzamelen en € 10 te storten of je kunt 10 punten sparen en € 6 storten. De firma heeft 1234 punten en € 2034 ontvangen. Hoeveel basketballen moet de firma verzenden? Stel dat x personen 2 spaarpunten verzamelen en € 10 storten en dat y personen 10 punten sparen en € 6 storten, wat is dan het totaal aantal punten en wat is dan het totale ontvangen bedrag?
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
30-04-2014, 14:30 | |
Bij het eerste.
We moeten met 2 onbekenden x en y werken. En hoe kom je aan die 10x mannen? Of is dat gewoon een voorbeeld? Als ik dan verder redeneer zou ik zeggen 10x * 4/5 voor de mannen en (420 - 10x) * 3/5 voor de vrouwen. Maar dan zit ik natuurlijk met geen y hé... Bij het tweede Dat begrijp ik nog steeds niet helemaal. Totaal aantal punten is 1234 en totaal ontvangen bedrag is € 2034. Krijg je dan mss een stelsel van de vorm. |
30-04-2014, 17:58 | |
Er zijn 2 mogelijkheden om voor een basketbal in aanmerking te komen:
mogelijkheid 1: 2 spaarpunten verzamelen en 10 euro storten mogelijkheid 2: 10 spaarpunten verzamelen en 6 euro storten. Neem aan dat x personen voor mogelijkheid 1 kiezen en y personen voor mogelijkheid 2. Bepaal nu voor iedere mogelijkheid het aantal verzamelde spaarpunten en het totaal gestorte bedrag. Je weet voor beide mogelijkheden samen wat het totaal aantal verzamelde spaarpunten en het totaal gestorte bedrag.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
01-05-2014, 10:19 | ||
Citaat:
Tweede vraagstukje Ik dacht aan 12x = 3268 (alles gewoon optellen) maar dan kom je er natuurlijk niet voor de mensen die optie 1 kiezen. |
01-05-2014, 17:57 | ||
Citaat:
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
02-05-2014, 17:06 | ||
Citaat:
mogelijkheid 1: 2 spaarpunten verzamelen en 10 euro storten mogelijkheid 2: 10 spaarpunten verzamelen en 6 euro storten aantal personen mogelijkheid 1: x, dus dat geeft 2x spaarpunten en 10x euro aantal personen mogelijkheid 2: y, dus dat geeft 10y spaarpunten en 6y euro door firma totaal ontvangen: 1234 spaarpunten en 2034 euro Als het goed is moet je er nu wel uitkomen.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
02-05-2014, 19:37 | |
Kan dit? Ja ja! Het is gelukt! Ik heb de oplossing gevonden! 1000 maal dank jongens! Heb helaas nog een vraagstukje gevonden dat ik niet weet op te lossen ... Twee wijnhandelaren gaan naar de markt in Parijs, de ene met 64 vaten wijn en de andere met 20 vaten wijn van dezelfde prijs. Omdat ze niet voldoende geld hebben om de tolrechten te betalen, geeft de eerste 5 vaten wijn en 40 francs. De tweede geeft twee vaten wijn en krijgt 40 francs terug. Hoeveel kost een vat wijn en hoeveel tolrechten moeten ze per vat betalen? Ik heb hetvolgende al: x = prijs van een vat bij handelaar met 64 vaten, y = prijs van een vat bij handelaar met 20 vaten. Het tweede deel van mijn stelsel heb ik dus nog niet. Ik vermoed dat ik iets moet doen met het gegeven 'van dezelfde prijs', maar wat weet ik niet precies. Het kan natuurlijk ook zijn dat ik compleet ernaast aan het gissen ben. Laatst gewijzigd op 03-05-2014 om 09:47. |
03-05-2014, 14:58 | |||
Citaat:
Citaat:
dus y = x-20. De tolheffing is dus 20 franc minder dan de kostprijs van een vat.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
03-05-2014, 20:14 | ||
Citaat:
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
Ads door Google |
04-05-2014, 09:36 | |
Als ik dat uitreken kom ik er niet. Ik kom uit dat x = -40
Het tweede deel van mijn stelsel klopt niet, want daar ga ik nog verder op waaraan ik x en y gelijkstelde in het begin. Achterin m'n boek staat dat de kostprijs per vat 120 francs is en dat de tolheffing 10 francs bedraagt. Dus die eerste vergelijking kan dan toch ook niet? Laatst gewijzigd op 04-05-2014 om 09:44. |
04-05-2014, 10:04 | ||
Citaat:
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
04-05-2014, 10:15 | ||
Citaat:
JAJAJA! Nu kom ik eraan uit! Bedankt mathfreak! Laatst gewijzigd op 04-05-2014 om 10:28. |
13-06-2014, 18:02 | |
Sorry dat ik dit topic nog eens bump, maar ik heb maandag nl. examen van wiskunde en is er nog 1 vraagstukje dat rest. Het is een soort vraagstukje dat je af en toe wel eens tegenkomt.
Jeroen vertrekt om 14 u te voet van de camping, via een paadje, naar het meer. Hij stapt aan een constante snelheid van 5 km/h. De afstand is 3 km. Tezelfdertijd vertrek Jasper van het meer naar de camping via datzelfde paadje. Hij wandelt aan het constante snelheid van 4 km/h. 1) Op hoeveel km van de camping ontmoeten ze elkaar? 2) Op welk tijdstip zullen ze elkaar ontmoeten? Ook hier moet ik wederom een stelsel weten te vinden. Het probleem dat ik hier heb, is dat ik niet weet waar ik mijn x en y aan moet gelijkstellen. Zouden jullie me een beetje op weg kunnen helpen? Met vriendelijke groeten Woopa |
13-06-2014, 18:10 | |
Gebruik hier de volgende twee variabelen:
t voor het aantal uren na 1400 x voor de positie op het pad als x=0 dan zit je op de camping, en als x = 3 zit je bij het meer. Voor de positie van jeroen geldt: x = 5*t Jan gaat de andere kant op, die begint op x=3 en loopt naar x=0: x = 3 - 4*t Kan je zo zelf verder? Succes met je examen! |
Advertentie |
|
|
|