Advertentie | |
|
21-07-2004, 09:59 | ||
Je schrijfstijl spreekt me aan, ik las de eerste zin en had het uit voor ik het door had. Mooi hoor!
Die zin van die oceaan, die Nijn* ook al zo mooi vond, vind ik ook erg goed gevonden! Wel een beetje cliché; verdrinken in ogen etc, maar toch . Citaat:
Die Albert houd zich trouwens wel goed, terwijl zijn liefde binnen enkele minuten voorgoed uit zijn leven verdwenen is. Ik denk niet dat ik ook zo cool zou blijven! Vervolg?
__________________
De dokter zei: 'volgens mij ben je schizofreen.' Maar wij denken van niet.
|
21-07-2004, 12:35 | ||
Wat (PiTT) al ook al zei:
Citaat:
__________________
De dokter zei: 'volgens mij ben je schizofreen.' Maar wij denken van niet.
|
21-07-2004, 13:33 | ||
Verwijderd
|
Citaat:
Door het glas te breken hoopte hij ook de herinnering aan Carolynn te versplinteren, maar de glassplinters en de gebroken gedachten bleven beiden ook duidelijk zichtbaar, glimmend, aanwezig in zijn hoofd. Dus ik gok : Door het glas te breken hoopte hij ook de herinnering aan Carolynn te versplinteren, maar net als de glassplinters bleven ook de gebroken gedachten in zijn hoofd duidelijk zichtbaar en glimmend. ofzo Grim |
21-07-2004, 17:10 | |
Albert sloot de deuren van het restaurant en liep door de nacht naar zijn auto. Hij vervloekte zichzelf omdat hij de auto zo ver van het restaurant af geparkeerd had. Dat had hij vroeger in de avond nog bewust gedaan ook. Een eind naar de auto lopen met Carolynn, die zich warm tegen hem aan nestelde, aan zijn zijde bood altijd ruimschoots gelegenheid voor zeer gewenste intimiteiten. Een omhelzing, een zoen, of meer.
De frisse nachtlucht kalmeerde Albert enigszins. Hij opende het portier van zijn auto en ging achter het stuur zitten. Daar dacht hij na. De lege plaats naast hem ergerde hem. Hij gooide het doosje met de ring op de achterbank. Nog steeds bleef hij rusteloos. Tenslotte boog hij zich over naar de passagiersplaats, rommelde in het dashboard kastje en haalde er een lipstick, een zoet ruikend zakdoekje en een flesje parfum uit. De lipstick landde met een mooi boogje op de keien naast de auto. Het flesje parfum onderging hetzelfde lot. Het kunstige flesje brak op de harde ondergrond en het dure vocht vormde een donkere vlek op de stenen. Als laatste pakte Albert het zakdoekje, dat gemaakt was van een dunne zachte stof. Hij hield het voor zijn gezicht, spande het met twee handen strak, en scheurde het toen langzaam doormidden. Hij genoot van het geluid van de scheurende stof en stelde zich voor dat het Carolynn was. Hij klemde de stukken stof in zijn hand en draaide de contactsleutel om. Waar zou hij heen gaan? De nacht was nog jong. Hij besloot naar de duurste club van de stad te gaan. In die club kwamen de rijkste mannen uit de streek en met hen, wat het belangrijkste was, ook de mooiste vrouwen. Deze vrouwen werden onweerstaanbaar aangetrokken door de geur van geld en zwermden als aasgieren naar de club toe. Leuk voor een nachtje, of twee, als ze geluk hadden. Albert draaide zijn auto de parkeerplaats op en liep naar de ingang van de club. Hij liet de portier zijn pas zien en liep door naar binnen. Het was niet druk. Hij liep naar een hoektafeltje en plofte op de zachte bank neer. Om hem heen stonden overal oude, maar rijke mannen. Zij waren veelal vergezeld door een prachtige jonge vrouwen, die zich aan hen vastzogen als een zeepok die voedsel ruikt. Albert zuchtte. Hadden die mannen nou echt niet door dat de vrouwen alleen het geld uit hen probeerden te zuigen? Hij stak een sigaar op en verzonk weer in de gedachten die hij juist probeerde te vermijden door naar deze club te gaan. ‘Hey,’ zei een stem en tegelijk voelde Albert een hand op zijn schouder. Hij draaide zijn hoofd naar het geluid toe en hij keek in twee diepbruine ogen. ‘Zit je hier alleen,’ vroeg de vrouw weer. Albert knikte. De vrouw keek hem meewarig aan. ‘Dat kan toch bijna niet,’ lachte ze. ‘Mag ik erbij komen zitten?’ Albert haalde onverschillig zijn schouders op. Zij vatte dit op als een aanmoediging en schoof aan op de zachte bank. ‘Ik ben Jamie,’ zei ze. Albert monsterde de vrouw. Lichtgetint, glanzend zwart haar, grote ogen. Knappe vrouw. ‘Albert,’ zei hij, antwoordend op de vragende uitdrukking in haar bruine ogen. ‘Wat doe je voor een werk,’ begon Jamie een gesprek. Albert was de interesse in de vrouw alweer verloren. Dit was voor hem een vraag waar hij op afknapte. Vrouwen die gelijk naar je werk vroegen, waren over het algemeen alleen op geld uit. Daar hield hij niet van. Hij hield meer van Carolynns geheimzinnige tactiek. Zij had die avond een spannende afstand gecreëerd die hem dodelijk nieuwsgierig had gemaakt naar die vrouw, die zo anders was dan de rest. Het was druk in de club die avond. Albert amuseerde zich met een mooi, jong meisje waarvan hij de naam de volgende dag al vergeten was. ‘Mag ik erbij komen zitten,’ vroeg een zwoele stem. Albert keek onverschillig op en bemerkte dat de stem afkomstig was van een blonde vrouw. Hij haalde zijn schouders op. ‘Het is goed hoor,’ antwoordde hij. Het meisje aan zijn rechterzijde klemde zich nog wat dichter tegen hem aan, alsof ze de blonde vrouw wilde merken dat Albert van haar was. Albert hoopte dat het niet uit zou lopen op een ordinaire bitchfight, die wel vaker plaatsvonden in deze club, als de ene vrouw jaloers was op de andere. Het bleek dat hij zich voor niets zorgen maakte. De vrouw die links van hem zat ging zo ver mogelijk van hem afzitten en toonde hem geen blik waardig. Het was duidelijk dat ze alleen naast hem zat omdat er verder geen plaats voor haar was. Ze stak een sigaret op en blies sliertjes rook uit haar mond, wat Albert opeens iets heel erotisch vond hebben. Hij keek aandachtig naar het profiel van de blondine, tot ergernis van de brunette aan zijn rechterkant. Zij begon hem opdringerig te zoenen en zijn aandacht vast te houden. Albert merkte dat de brunette hem niet meer interesseerde. Het aura van mysterie om de vrouw links van hem trok hem daarentegen onweerstaanbaar aan. Toen zijn aanbidster even naar de toilet was, waarschijnlijk om haar make-up voor de tiende keer bij te werken, greep hij zijn kans. ‘Ken ik jou niet ergens van,’ begon hij, niet bijster origineel. De blondine keek hem aan met diepe, violette ogen, die in daglicht hemelsblauw zouden moeten zijn. Ze blies een kringeltje rook uit. ‘Nee,’ antwoordde ze, en wendde haar blik weer van hem af. Albert gaf niet op. Hij moest en zou deze mysterieuze vrouw krijgen. ‘Wat is je naam?’ vroeg hij. ‘Carolynn.’ Ze zei het lusteloos, alsof ze dat die avond al honderd keer had moeten herhalen. ‘Mooie naam.’ ‘Hoe vaak heb je dat deze avond al gezegd? Tien keer? Vaker?’ ‘Nog maar twee keer,’ gaf Albert toe en begon te lachen. Deze Carolynn liet zich niet afschepen met goedkope versiertrucs. Dat zei hij ook. Ze begon te lachen. Als ze lachte, maakte dat haar ogen heel speciaal, alsof er lichtjes begonnen te schijnen. ‘Ach, ligt eraan wie ze brengt,’ zei ze knipogend. ‘Laten we opnieuw beginnen,’ stelde ze voor en stak haar hand uit. ‘Carolynn.’ ‘Albert.’ ‘Mooie naam.’ Ze lachten allebei en vanzelf ontwikkelde zich een gesprek. Carolynn ging met hem mee naar zijn huis. ‘Sorry Jadie,’ begon Albert. ‘Jamie.’ ‘Oké, sorry Jamie, maar ik geloof dat ik daar iemand zie die ik ken,’ verontschuldigde Albert zich en schoof uit de bank. Hij liep naar de bar en bestelde een champagne. Er stond hier niemand die hij kende, maar die Jadie, Jamie, kon hem niet langer boeien. Verveeld keek Albert om zich heen. Toen zag hij haar. Ze droeg een champagnekleurige, stijlvolle jurk. Het verbaasde hem. Caro droeg nooit champagnekleurige kleding. Hij liep naar haar toe. ‘Wil je wat van me drinken,’ vroeg hij. Het blonde hoofd draaide zich naar hem toe en het meisje sloeg haar zwarte wimpers op. De kleur was fout. Groen, met een paar bruine vlekjes bij de pupil. ‘Ik heb al iets,’ zei ze, met een heldere, zachte stem. Ook de verkeerde stem. Dit was Carolynn niet. Hij had het eigenlijk ook niet gedacht, maar wel gehoopt. Maar, al was dit Caro niet, ze was goed genoeg om de gedachte aan haar te verdrijven, besloot hij. Het Carolynn-meisje gebaarde naar een glas rode wijn op de bar. ‘Sorry, dat was dom,’ verontschuldigde Albert met een charmante lach. Al was dit meisje Caro niet, ze was goed genoeg om de gedachte aan haar te verdrijven, besloot hij. Zijn lach had effect. De groene ogen van het meisje opende zich en ze lachte een klaterende lach. ‘Het geeft niet,’ zei ze. ‘Ik zou trouwens wel wat mét je willen drinken,’ knipoogde ze. Albert lachte weer. ‘Ga je met me mee naar huis, daar heb ik beter spul dan hier.’ Ze stemde toe. Bij Albert thuis vloeide de champagne rijkelijk en naarmate Albert meer dronk, vond hij het meisje ook steeds mooier en liever. ‘Mooi huis,’ zei het meisje, Fiona, goedkeurend. ‘Jij maakt elke ruimte mooi,’ antwoordde Albert. Hij besefte dat Carolynn hier nooit ingetrapt zou zijn. Fiona giechelde meisjesachtig. Ze sloeg haar benen over elkaar, waarbij haar jurk een stuk opkroop. ‘Mooie benen,’ zei Albert. ‘Dankje,’ giechelde Fiona weer. Na het zoveelste glas champagne keek Fiona geschrokken op de klok. Ze kwam overeind en zocht haar tasje. ‘Ik moet naar huis,’ verontschuldigde ze zich. ‘Ik breng je wel,’ bood Albert aan. Ze nam zijn aanbod opgelucht aan. Albert opende het portier voor Fiona. Ze stapte in en legde haar hand op zijn been. De warmte van haar verzorgde hand drong tot diep in zijn lichaam door. ‘Bedankt dat je me wilt brengen,’ fluisterde ze. Albert zei niets. Hij zou zichzelf verraden als hij iets zou zeggen. Hij startte de motor. ‘Stop!’ gilde Fiona opeens, ‘Ik ben mijn armband kwijt. Misschien ligt hij op de achterbank.’ Ze stapte uit en opende de portier van de achterbank. Ze begon driftig te zoeken. Albert had door dat dit een smoesje was. Ze was niet op de achterbank geweest en kon haar armband dus ook niet daar kwijtgeraakt zijn. Hij speelde het spelletje mee. Hij pakte haar pols. ‘Je bent ook mooi zonder armband.’ Ze giechelde haar bekende tinkelende lachje. Caro had altijd met haar ogen gelachen, zonder geluid. Fiona’s lippen waren opeens heel dicht bij die van Albert. Hij boog voorover en kuste haar. Zij kuste driftig terug. Haar tong vond een weg door zijn lippen en ze vielen achterover op de achterbank. Haar lippen waren minder vol dan die van Carolynn, voelde Albert, en haar mond miste de subtiele smaak van nicotine. Hij begon haar wild te zoenen om de gedachte aan Carolynn te verdrijven. Hij kuste haar alsof hij zich wilde verdrinken in haar mond. Hij voelde haar handen bij zijn broek en hij keek in haar ogen. Ze glansden ondeugend groen. Hij wist wat ze van plan was en streek door haar blonde haren. Hij kuste haar nek. De huiverende reactie dat dat bij Carolynn had opgeroepen bleef achterwege. Opeens viel Alberts blik op het doosje met de trouwring. Het riep de gedachte aan Carolynns woorden weer op: ‘bent goed als mens, maar wat minder als minnaar, oké?’Het had een overweldigend effect op hem. Zijn erectie verdween als sneeuw voor de zon en hij krabbelde van Fiona af. ‘Ik ehh.. geloof dat je armband hier niet ligt,’ zei hij. Ze keek teleurgesteld. Voorzichtig na al die alcohol reed Albert zwijgend naar Fiona’s huis. Fiona doorbrak de stilte. ‘Kijk eens wat dom, mijn armband ligt gewoon in mijn handtas.’ Albert had dat al die tijd geweren maar hij reageerde quasi-verrast en zette Fiona af bij haar huis. ‘Zal ik je nog bellen,’ vroeg ze. ‘Ja, of nee, ik bel jou wel,’ zei Albert met een glimlach. Fiona lachte. ‘Dat is goed, hier is mijn telefoonnummer, wel bellen he?’ Ze overhandigde hem een papiertje waarom met kinderlijk handschrift een telefoonnummer stond. Ze keek smekend. Albert beloofde het haar en zwaaide haar na toen ze het huis in verdween. Carolynn had nooit van die spelletjes, waarin Fiona zo goed in was, gespeeld. Zij was altijd direct. ‘Albert, zullen we het genot van liefde samen delen,’ galmde door zijn hoofd en hij zag Carolynns diepe, blauwe ogen voor zich. Maar dat was verleden tijd, hield hij zich voor. Toen Fiona uit zicht was vouwde hij het papiertje met haar nummer langzaam en nadenkend op en gooide het propje met een verbeten uitdrukking in de asbak. Dag Fiona. Thuis dronk hij de rest van de champagne leeg en dronken waggelde hij naar zijn slaapkamer en viel op het bed neer. De alcohol versterkte zijn gevoelens van verlatenheid. Fiona had de gedachten aan Carolynn niet verdreven, maar juist aangewakkerd, besefte hij. Hij schreeuwde zijn onmacht, die hij had proberen te verbergen, hartstochtelijk uit. ‘Carolynn, vuile bitch, stom wijf, slet…’ ‘Oh, mooie, prachtige stoephoer,’ schreeuwde hij huilend. ‘Caro… takkewijf, teringtrut… Ik haat zo vreselijk van je…’ Laatst gewijzigd op 21-07-2004 om 18:31. |
22-07-2004, 07:59 | |
Verwijderd
|
Hij vervloekte zichzelf omdat hij de auto zo ver van het restaurant af geparkeerd had.
Volgens mij kan dat niet. Moet het: Hij vervloekte zichzelf omdat hij de auto zo ver van het restaurant geparkeerd had. of Hij vervloekte zichzelf omdat hij de auto zo veer van het restaurant af gezet had. een prachtige jonge vrouwen. prachtige jonge vrouwen of een prachtige jonge vrouw? Wat doe je voor een werk? Wat doe je voor werk? (is misschien mooier, kwestie van smaaaaaaaaaaaaaaakkkkkkkkkkk ) Mijn mening is verder onveranderd gebleven. Echt zo'n romannetje, maar goed geschreven, erg leuk om te lezen en ik hoop dat hij nog ff een stukkie verder gaat !! |
22-07-2004, 08:05 | ||
Verwijderd
|
Citaat:
Grim |
22-07-2004, 10:08 | |||
[Zeurmodus:]
Citaat:
[/Zeurmodus] Ik vind het een leuk vervolg, alleen moest dat stuk over de ontmoeting toendertijd met Carolynn twee x lezen om te snappen dat het een flashback was. Misschien had je schuingedrukt, of tussen aanhalingstekens kunnen zetten (maar ik ben vast de enige die dat niet gelijk doorhad ). Dat er, terwijl hij met Fiona bezig is, de hele tijd gedachtes over Carolynn als tapijten door zijn hoofd zweven vind ik goed geschreven! Op deze manier maak je goed mee hoe naar hij het wel niet vind, en hoe hij dat meemaakt. Citaat:
Vervolg is meer dan welkom!
__________________
De dokter zei: 'volgens mij ben je schizofreen.' Maar wij denken van niet.
|
22-07-2004, 12:10 | |
Gna, gna, gna
Het zijn niet echt de slimste fouten die ik heb gemaakt t klinkt nogal dom eigenlijk, haha, maar bedankt dat jullie ze eruit hebben gehaald En over de zeurmodus , ik denk dat je 's nachts toch wel een donkere vlek kunt zien omdat het ergens zelden helemaal donker is en meestal is er toch wel licht op een parkeerplaats.. denk ik Aléantheriël |
22-07-2004, 12:22 | ||
Citaat:
Ik vind trouwens dat je een hele mooi nickname hebt!
__________________
De dokter zei: 'volgens mij ben je schizofreen.' Maar wij denken van niet.
|
22-07-2004, 21:07 | |
De volgende morgen maakte het felle ochtendlicht behoedzaam Alberts ogen open. Het begin van een nieuwe dag, een nieuwe dag met de storende aanwezigheid van een afwezige Carolynn. Toch was Albert blij dat het licht hem had gered uit een mallemolen van beelden die zijn slapende brein had gevormd. Een vreselijke droom.
Hij stond op van de sneeuwwitte lakens waar hij in zijn dronken roes op was neergevallen. Zijn hoofd bonkte van de overmaat aan champagne die zijn lichaam de vorige avond was binnengedrongen. Gek genoeg leek het bonken van zijn hoofd een vast metrum aan te nemen. Ca-ro-lynn, Ca-ro, Ca-ro-lynn... Albert liep naar de badkamer om het bonzende stemmetje te verdrinken in koud, helder kraanwater. Hij plensde de stralen in zijn gezicht maar het stemmetje lachte schel en zette zijn irritante herinnering aan de vreselijke vorige dag voort. Albert droogde zijn gezicht af keek in de spiegel. Het reflecterende glas liet hem ongenadig de waarheid zien. Een gebroken man met bloeddoorlopen ogen en gesprongen lippen keek hem vermoeid aan. Het werk van een vrouw, enkel een vrouw had de macht een man in een dag af te breken tot een wrak. Alleen zat Albert aan de keukentafel en at zijn ontbijt. In zijn hoofd zag hij Carolynn uit de badkamer komen, zoals ze altijd uit de badkamer was gekomen. Haar lange blonde haar nog nat en los, met een lach in haar ogen. In haar kamerjas ging ze tegenover hem zitten en de uitbundige lach in haar ogen verwarmden hem van binnen. Ze sprak nooit tijdens het eten. In ieder geval niet verbaal. Haar ogen spraken altijd en kenden vele uitdrukkingen. Hij wist alles af te lezen uit haar ogen, dacht hij. Maar dat bleek niet waar te zijn. Hij dacht dat hij een gesloten boek voor haar was. Ook dit bleek niet waar. Carolynn had hem met alle gemak in zijn zwakke plek getroffen en hij had het niet aan zien komen. Carolynn…ik wil je terug. Kan het dat je je zover in mij genesteld hebt dat ik mezelf zonder jou niet meer ‘mij’ voel? Kan het dat je verder in mij zit dan ik ooit had gemerkt? Ja. Carolynn, je hebt mijn ziel geopend, alles overhoop gehaald en me achtergelaten zonder de fatsoen te hebben de chaos te ordenen en mijn ziel af te sluiten. De chaos kon alleen door haar opgeruimd worden. Hij moest haar terughebben. Hij wilde haar, hij had haar nodig. De stomme slet. Albert vergat zijn onverschilligheid en nam zijn toevlucht in romantische, maar goedkope pogingen Carolynns hart te herwinnen. Hij herinnerde zich dat Caro’s lievelingsbloemen rozen waren. Zijn wanhoop bestuurde zijn lichaam, bestelde één enkele roos bij de duurste bloemenwinkel van de stad, met een kaart aan de steel. Lieve Carolynn, Als ik jou zou moeten definiëren in een enkel begrip, zou ik je een roos noemen. Je bent zo onbeschrijflijk mooi en je trekt iedereen naar je toe. De mensen die jou beter leren kennen zien je karakter zich ontwikkelen als een roos die langzaam zijn blaadjes ontvouwt en tot volle bloei komt. Maar waar ze vaak geen rekening mee houden zijn de scherpe stekels, die elke roos heeft. En als ze je te hard omklemmen om deze mooiste roos maar snel toe te voegen aan hun boeket, dan prik je ze, verwond je ze. Caro, ik weet dat ik je losser had moeten benaderen. Je hebt me gestoken met je stekels, ik heb je weggegooid, voor een tijdje. Maar ik kan zo vaak geprikt worden tot ik van alle kanten bloed, ik ben er zeker van dat ik deze mooiste roos niet links kan laten liggen. Ik moet haar hebben in mijn boeket van het leven, om daar de optimale schoonheid uit te halen. Ik zal je niet meer zo vast omklemmen Caro, maar geef mij de kans om je alsnog op te pakken, deze keer op de goede manier. Hij peinsde. Hij twijfelde. Hij deed het. Albert had niets te verliezen en zoveel te winnen. Dat het cliché was, wist hij. Dat het goedkoop was, ook. Toch hooptet hij dat zelfs Carolynn hierdoor een beetje in beroering was geraakt. Net dat beetje dat het mogelijk maakte om haar een beetje te vervormen, waardoor ze weer bij hem terug kwam. Nadat de roos was verstuurd wachtte Albert uren lang nagelbijtend op een telefoontje van Carolynn. Hij keek vanuit zijn ooghoeken uit het raam, terwijl hij stiekem verwachtte dat hij daar een glimp zou opvangen van haar lange, beige jas of haar brutale, matrode mond. De telefoon bleef hardnekkig zwijgen en het raam weigerde botweg om een glimp van de vrouw die hij liefhad door te laten. De seconden tikten, de minuten kropen en de uren schuifelden geniepig gniffelend voorbij. Veel later liep Albert chagrijnig naar boven. Al die kostbare uren had hij gewacht op een grillige, onbetrouwbare vrouw, die hem helemaal niet waard was. Voor de deur zag hij opeens iets irritant flapperen in de krachtige herfstwind. Geïrriteerd rukte hij de deur open om erachter te komen wat het ding was. Het bleek een brief, met een steen erop gelegd. Naast de brief lag de roos die Albert met zoveel emotie naar Carolynn had gestuurd. Albert pakte het natte vodje op en liep terug naar binnen. Hij ging zitten op de fauteuil waar hij net nog zo werd getreiterd door alles om hem heen. Het briefje was geschreven op een blauw gelinieerd wit velletje met een rafelig randje. Waarschijnlijk uit een schrift gescheurd, merkte Albert vaag op. Dat was een verschil met de roze geparfumeerde brieven die hij in de begintijd van hun samenzijn wel eens van haar ontving. De gedachte verdween al snel door de woorden die in Carolynns krachtige handschrift op het papier stonden. Albert, stond op de bovenste regel. De regel waar vroeger altijd een liefdevol ‘schat’ prijkte. Ik moet zeggen dat je roos mij niet zozeer verraste. De kaart erbij echter wel. Ik weet dat je altijd de drang hebt gehad om vergelijkingen te bedenken voor alles, waarschijnlijk om het te analyseren, te verduidelijken, maar deze vergelijking vind ik niet treffend. Ik word er zelfs kwaad over. Hoe dúrf je mij te vergelijken met een passieve roos, die onwetend iemand prikt als ze haar te dicht omklemmen. Ik ben niet passief en ik ben niet onwetend. Ik laat me niet rangschikken in een boeket, als een deel van jóuw leven. Ik heb een eigen leven. Ik ben niet te vangen in iemand anders leven. Als je me toch zo graag wil vergelijken met iets, zodat je me kunt bevatten en dat wil je, dat weet ik zeker, vergelijk me dan met een kat. De charme van een kat is zijn zelfrespect, zijn eigenwijsheid. Alle mensen willen een kat aaien, omdat ze dan het gevoel hebben bijzonder te zijn, omdat de kat kieskeurig is en zich niet door iedereen laat aaien. Jij hebt deze kat mogen aaien. Waar jij geen rekening mee hebt gehouden is de eigen wil van de kat. Als je het dier te dicht omklemd of iets doet wat haar niet zint, dan zet ze haar nagels uit. Ze verwondt je en loopt weg. Ze gaat haar eigen weg. Sommige mensen noemen dat hooghartig. Tja, dat is het misschien ook, maar dit is zoveel beter dan een willoos knuffelbeest. Tot zover komt mijn verhaal overeen met de jouwe. Nu komt het verschil. Ik wil je niet terug Albert. Deze kat bepaalt zelf wie ze toelaat in haar directe omgeving. De gunst van een kat heb je snel verpest en die komt niet zomaar terug, al had je het graag. Mijn gunst heb je niet meer. Ik zal mijn nagels tegen je uitzetten als je me steeds weer probeert op te pakken. Ik laat me niet meer oppakken door jou, zolang het mij niet aanstaat. Ik ga mijn eigen weg vanaf nu aan. Die weg zal niet parallel lopen met de jouwe. Natuurlijk zijn er een paar stukken waar we elkaar weer zullen zien en misschien komt het wel weer goed, ik heb de plattegrond van mijn weg niet. Maar zal nu niet zijn. Ik ben niet langer een deel van jou. Of van jouw boeket, zoals jij het misschien liever ziet. Dit katje zoekt iemand anders die haar vacht zolang wil aaien als dat haar belieft. Die gunsteling zal ook met haar nagels te maken krijgen, maar iedereen geniet van de liefde van een kat, zolang die duurt. Een kat voelt geen liefde voor wie dan ook, maar geeft haar bewonderaar alleen dat idee. Ze is wispelturig en stapt makkelijk weer op als haar iets niet zint. Wat ik wil zeggen is, gewoon bot gezegd. Albert ik wil je niet. Het is over. Het ligt niet aan die ene omklemming gisteravond. Ik heb je bewust pijn gedaan, ik weet wat ik heb aangericht. Laat me dus los, dat is beter voor jou en voor mij. Leef niet in het verleden, er zijn genoeg meisjes die zich wel als een willoze roos in jouw boeket laten schikken, maar ik niet. Het zal je vast spijten dat je mij niet aan je boeket kan toevoegen, maar zo is het nou eenmaal. Je kan me niet veranderen, omdat ik niet wil veranderen. Hier heb je je roos terug. Voeg haar toe aan je boeket om het geheel wat op te fleuren. Ik heb geen behoefte aan deze versiering in mijn leven. Carolynn Bij de laatste zinnen stroomden zoute tranen van bitterheid over Alberts wangen. Hij was haar kwijt. Hij zag voor zich hoe ze had moeten kijken toen ze deze brief schreef. Hij wist zeker dat het hemelsblauw was veranderd in de koude,donkere, peilloze diepte waar je niet meer uitkwam als je er eenmaal in was gevallen. Je kwam er niet meer uit, omdat je je niet los wilde maken van het kleine beetje Carolynn dat je nog bezat. Het kleine beetje dat ze voor je achterliet. Albert besefte ook dat hij niet de enige man was die radeloos in die diepte wachtte op het touw, dat hem de mogelijkheid gaf om weer langzaam uit de ban van Carolynn te klimmen. De vraag was alleen hoelang dat touw op zich liet wachten. Laatst gewijzigd op 23-07-2004 om 16:17. |
Advertentie |
|
|
|
Soortgelijke topics | ||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Verhalen & Gedichten |
[Verhaal] Vrouwenopvang Fryslân Verwijderd | 17 | 05-03-2007 14:12 | |
Verhalen & Gedichten |
[Verhaal] Gootsteenontstopper Verwijderd | 10 | 13-12-2004 14:35 | |
Verhalen & Gedichten |
tja...een verhaal..ofzo Romie | 11 | 08-07-2004 06:11 | |
Verhalen & Gedichten |
[kort verhaal] F.'s verhaal Just Johan | 2 | 23-02-2004 13:41 | |
Psychologie |
Stap in het verhaal van de ander-Topic. Dreamerfly | 31 | 11-11-2003 18:30 | |
Verhalen & Gedichten |
verhaaltje b-z | 7 | 03-05-2003 21:17 |