Soms had ik het ook zo moeilijk, maar het kenmerkt onze liefde wel. Ik zal jullie eens vertellen wat ik heb moeten verduren.
Ze lag altijd op haar rug en draaide dan haar hoofd naar links en raakte het kussen zacht aan met haar linkerwang. Het voelde koud. Haar nek begon pijn te doen van de verdraaide houding maar ze negeerde het. Ze bleef naar buiten kijken. Ze voelde haar ogen brandden en er vielen, met zachte tikjes, tranen vanuit haar rechteroog over haar neus op het kussen. Langzaam werd het kussen nat, het waren slechts kleine druppels. Ze was al bijna leeg gehuild, althans, zo luidde haar theorie. Vaak haalde ze haar rechterhand naar haar gezicht om haar tranen weg te vegen. Ze wilde er nog wel een paar bewaren, vertelde ze me. Vervolgens schoof haar mooie gladde hand, met lange vingers van haar rechteroor naar beneden. Langs haar kin, en eindigde net daaronder. “Het doet nog maar een beetje pijn”. Het litteken was nog opgezet, met een vreemde, paarse, kleur. Maar dat deerde niet, zei ze.
Ze lachte naar me, al mocht dat niet van de doktor. Ik zat vaak naast haar, en zei niks. Dan staarde ik naar beneden en zij naar buiten. Onze blikken kruisten nooit. Soms als ze haar vinger over haar litteken schoof bleef ik er naar staren. Maar dat wilde ze juist, dus ik probeerde het niet te doen. “Je vindt me nu lelijk he, Roald” zei ze dan beschuldigend. Soms knikte ik van nee en soms zei ik bot ‘ja’. Het was ook zo. Ik walgde ervan, iemand had een kras gezet in het perfecte gezicht van Eef. Mijn Eef. Maar ze bleef wie ze was, ondanks haar uiterlijk. Al wilde ik het soms uitmaken en wegrennen. Vooral als ze me dan bleef beschuldigen van dingen als “Je vindt me lelijk” of “Je wilt me niet meer” of “Maak het maar uit, ik kan niet meer zoveel en jij moet je leven nog leven. Laat mij maar alleen, echt, heus, het komt wel goed met mij”. Oh wat werd ik daar kwaad van. Wat wilde ze nou? Maar ik wist het wel, ze wilde gewoon horen dat ik nog om haar gaf. Ze daagde iedereen uit. Als er iemand op bezoek kwam dan schoof ze haar haar naar achter en legde haar hoofd zo dat iedereen haar litteken kon zien. Sommige mensen keken haar geschrokken aan en begonnen verontschuldigingen uit te spreken, ook al hadden ze niets gedaan. Dan zei ze dat ze er niets aan konden doen, maar ze liet ze uitspreken. Medelijden hield ze van. En dan kwam Teun. Haar beste vriend. Van een eind hoorden we hem aankomen en ze ademde diep in en schoof haar haar weer weg en deed haar ogen dicht. “Nou meid, das een flinke!” zei hij, toen hij voor haar bed stond. Op haar gezicht verscheen een grote glimlach, gevolgd door een van pijn verschoten gezicht. Lachen mocht nog niet. Teun vertelde haar alles over de omgeving, de mensen die ze nog niet had gezien. Het uitgaansleven, haar collega’s die nog niet waren komen opdagen. Die niet zouden komen opdagen. Teun was haar steun en toeverlaat zei ze later altijd. Dan lachte ik lief naar haar en streelde haar hand. Knikte ik ja en fluisterde. “dat weet ik toch lief”. Irritante Teun, ze wist dat ze mij kwetste door dat te zeggen. Maar vijf minuten later huilde ze dan weer. Omdat Teun zo wreed had gezegd dat haar litteken zo groot was, terwijl iedereen altijd zei: “nou, het had nog veel erger gekund, je hebt alle lichaamsdelen nog en je bent verder gezond”. Dan moest ik haar troosten, haar hand vasthouden, troostende woorden uitspreken. Zinnen als “Teun bedoelt het niet zo”, “Teun geeft toch om je?”, “Nee lieverd, Teun is je niet vergeten”. Bla, bla, bla. Dan keek ze me net zo lang aan tot ik haar een kus gaf op haar mond of voorhoofd. Dan kon ze me weer wegduwen en zeggen dat ik een harteloze zak was, omdat ik er niet aan dacht dat ze pijn had als ik haar zoende en dat ik dus hier alleen nog was omdat ik seks wilde. Op den duur zei ik maar sorry tijdens de zoen al. Dat vond ze grappig. Ja. Dan gingen haar ogen schitteren en werd ik weer verliefd.
Ik blijf erbij dat dat de moeilijkste periode is geweest uit onze relatie. Maar nu vergeef ik je, irritante Teun. En jou ook hoor lieve, lieve Eef. Ik beloof voor altijd bij jou te blijven zitten, naast je te staan want de woorden die ik net een uur geleden heb uitgesproken meen ik. “Ja, ik wil”. Want ik wil je echt, voor altijd. Met of zonder krassen.
__________________
You're such a fucking freakshow
|