|
Dit is de eerste keer dat ik hier zelf iets plaats.... Ik schrijf eigenlijk vrij weinig echt verhalen, en ook niet echt lange verhallen. Meestal zijn het wat moment-opnames, zonder dat er een duidelijke verhaallijn in zit. Ik ben benieuwd wat jullie ervan vinden....
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
‘En hoe was jouw dag, kleintje?’, vroeg Jasper. ‘Ja goed, niks bijzonders’, knikte Marise. Ze zaten samen op hun favoriete plekje in het park. Jasper zat tegen een boom geleund en Marise lag naast hem in het gras. ‘Ik moest vanmiddag even boodschappen doen, maar het gehalte grijs was erg hoog. Dus dat ‘even’ kon ik wel vergeten. Het was echt abnormaal druk met allemaal van die oudjes. Net alsof ze met OAD-bussen werden aangevoerd om te laten luchten ofzo’, zei Marise. Jasper schoot in de lach. ‘Ohja, ik ken het. Vreselijk is dat, zeker als je van plan bent om even snel die winkel in en weer uit te gaan’, beaamde hij. ‘Ja’, zei Marise. ‘Ik verbaas me soms echt over oudere mensen’, ging ze verder. ‘Ook vanmiddag in de winkel. Een ouder vrouwtje helemaal van slag, omdat de melk een keer op een andere plek stond, net één rek naar rechts geschoven. Dus zij helemaal verbaasd en trekt een oudere man aan zijn jasje ‘Was het u ook al opgevallen dat ze de melk hebben verplaatst?’ Die man er heel serieus op in en allebei helemaal verontwaardigt.’ Marise stopte even. Jasper keek haar geamuseerd aan. Ze ging met een glimlach verder. ‘En nog voordat ik er erg in had, ging het de hele winkel door van ‘Hebt u het al gehoord, ze hebben de melk verplaatst’ en iedereen maar kijken alsof er weet-ik-veel-wat aan de hand was.’ Marise en Jasper moesten er allebei om lachen.
‘Eigenlijk triest als je je bedenkt dat zoiets echt raar kan zijn voor ouderen’, zei Jasper. ‘ Ik bedoel, hoe saai en voorspelbaar moet je leven wel niet zijn als je helemaal ondersteboven bent van het feit dat de melkpakken een rek zijn opgeschoven? Ik moet er niet aan denken. Zeker als je hulpbehoevend bent, want dan wordt alles nog helemaal voorgekauwd ook.’ Jasper keek naar Marise. ‘Zullen wij ook ooit zo worden?’, vroeg deze. ‘Ik hoop toch van niet. Kan het me ook niet voorstellen nu’, antwoordde Jasper. ‘Zie je het al voor je?’, vroeg Marise. ‘Wij als twee bejaarden in een bejaardenthuis. Gaan we gezellig bij elkaar op de koffie, terwijl we in dezelfde gang wonen. En ’s avonds gezellig met z’n allen kaarten of, nog leuker, bingoën.’ Ze hikte van het lachen. ‘Ah nee, ik moet er niet aan denken’, lachte Jasper. ‘Zullen wij elkaar plechtig beloven dat we nooit gaan kaarten of bingoën?’, hikte hij nu ook. ‘Is goed’, probeerde Marise te antwoorden. ‘Maar ja, wat gaan we dan elke avond doen, terwijl we ieder in ons nette appartementje zitten?’, vroeg ze. ‘Nou, dingen genoeg om te doen’, zei Jasper. Marise keek hem lachen aan. ‘Zoals….?’, vroeg ze. ‘Zoals euh….nou, noem eens wat. Wat zou jij willen doen als je 80 bent?’. ‘Geen idee, nog niet zo veel over nagedacht’, lachte Marise. ‘Hangt natuurlijk van veel dingen af. Van mijn gezondheid bijvoorbeeld, of ik nog een beetje goed kan lopen, geen hartkwalen hebt of wat dan ook’, zei ze. ‘Zozo, mevrouw heeft nog heel wat plannen zo te horen’, lachte Jasper. ‘Nee, nouja….ik weet niet. Hoe moet ik nou weten wat ik ga doen als ik 80 ben? Dat duurt toch nog wel even hoor. Ik kan mezelf echt niet voorstellen als een oud dametje, wachtend op wat komen gaat, terwijl ik maar al te goed weet hoe mijn dag voor mij wordt ingedeeld,’ antwoordde ze. ‘Nee, dat is waar,’ zei Jasper. Ik zie het ook nog niet echt voor me. Goed, dan vraag ik het anders. Wat zou je per se nog willen doen voordat je dood gaat?’, vroeg hij.
‘Ja, daar vraag je wat’, begon Marise. ‘Er zijn natuurlijk een paar dingen die ik echt nog wil doen, maar ik vind het belangrijker om wat met mijn leven zélf te gaan doen. Ik wil het idee hebben echt geleefd te hebben. Vooral voor mezelf, maar zeker ook voor anderen. Ik wil genieten van de momenten van intens geluk, bewust bezig zijn met de dingen die op me afkomen en leren van obstakels en tegenslagen. Ik wil mezelf een paar doelen stellen en daar ook naartoe werken. Niet dat ik mijn hele toekomst uit ga stippelen, want dat werkt toch niet. Maar gewoon mezelf één doel stellen zodat ik weet waar ik voor bezig ben. Onderweg zal ik dan heel veel dingen tegenkomen waar ik wel of geen rekening mee heb gehouden, maar juist dat maakt een doel compleet. En verder zie ik wel, net wat er op me af komt. Ik wil niet leven met het idee dat alles al vast staat en helemaal gepland is. Ik wil met de dag gaan leven en niet te ver vooruit kijken. Tuurlijk, in lang niet alle situaties zal dat lukken, sommige dingen moet je gewoon van te voren al een beetje bekeken hebben. Maar met veel dingen zie ik gewoon wel hoe het gaat lopen. Waarschijnlijk ga ik me deze instelling best wel een aantal keer behoorlijk op mijn bek, maar eigenlijk boeit mij dat vrij weinig. Het gaat erom dat je elke keer weer opstaat’, zei ze. Jasper keek haar strak aan.’Zo, daar is over nagedacht’, zei hij. ‘Mwah, valt eigenlijk wel mee hoor’, zei Marise. Ze keek hem uitdagend aan. ‘Had je niet verwacht hè?’, vroeg ze plagend aan Jasper. Jasper begon te lachen. ‘Nee, dit had ik niet verwacht nee. Ik zat meer te wachten op dingen zoals ‘Ik wil altijd nog wel eens waterskiën ofzo’, iets in die richting.’ Ze lachten allebei. ‘Maar, eerlijk is eerlijk, ik moet toegeven dat ik dat een geweldige houding van jou vind, kleintje. Knap dat je er nu al zo tegenaan kijkt. Zie er zelf ook wel heel veel in eigenlijk’, zei Jasper. ‘Kunnen we gezellig samen op ons bek gaan’, lachte Marise. ‘Denk je echt dat wij voor altijd contact zullen blijven houden?’, vroeg ze. ‘Ik hoop het toch wel’, antwoordde Jasper. ‘Ik moet er niet aan denken dat we elkaar uit het oog zouden verliezen, kleintje.’ ‘Ik ook niet’, zei Marise. ‘Maar vind jij het niet een gek idee dat wij oud met elkaar gaan worden? Niet als echtpaar ofzo, maar gewoon als zielsverwanten. Je hoort zo vaak dat mensen elkaar uit het oog verliezen’, zei ze. ‘Wou je me weg hebben ofzo?’, grapte Jasper. ‘Nee, tuurlijk niet joh, dat weet je heus wel. Maar je weet maar nooit. Ik bedoel, het kan toch?’. ‘Ja, statistisch gezien wel ja’, antwoordde hij. ‘Maar dacht jij dat ik dat zou laten gebeuren? Dus echt niet hè? Als je dat maar weet!’. Marise lachte. Tuurlijk zou er nooit iets tussen hen in komen te staan. En het idee van samen in het bejaardenthuis, vond ze ergens toch ook wel leuk. Al moest ze er nu nog niet aan denken. Er verscheen een glimlach op haar gezicht. ‘Waar denkt dit dametje aan?’, vroeg Jasper. ‘Nou, dat bingoën hè….’ ‘Oh nee, dat niet’, lachte Jasper. ‘Ik heb veel voor je over, maar er zijn grenzen’. Marise lag in een deuk. ‘Goed, dan gaan we niet bingoën. Weet je wat? Wij gaan gewoon zelf allemaal dingen organiseren, voor iedereen die er maar aan mee wil doen. En als de leiding het er niet mee eens is, dan smokkelen we iedereen wel naar buiten ofzo’. ‘Oh geweldig…je bent wel lekker op dreef hè?’, vroeg Jasper lachend. Marise knikte.
Ze vond het heerlijk om samen met Jasper wat te fantaseren. Zo leek het net alsof tijd en regels niet bestonden. Op dit soort momenten voelde ze zich compleet gelukkig, iets wat ze lang heeft moeten missen. Ze vroeg zich af hoe hun toekomst eruit zou gaan zien. Ze kon zich echt niet voorstellen dat ze allebei ouder zouden worden. Waar ze wel bang voor was, was dat ze steeds meer allebei een eigen leven zouden gaan krijgen. Zouden ze bijvoorbeeld over 20 jaar nog wel eens hier komen met z’n tweeën, op hún plekje? Of zouden ze te druk zijn met andere dingen? Dingen die op dat moment een stuk belangrijker waren (of alleen maar leken?) dan hier zo samen onbezorgd te zitten. Ze wist dat het geen zin had om daar over te piekeren, ze wisten toch niet hoe alles zou gaan lopen. Ze kon er alleen maar op hopen. ‘Ik weet nog goed toen we hier voor de eerste keer met z’n tweeën zaten’, zei Marise. ‘Ohja, dat weet ik ook nog’, begon Jasper. ‘Ik kwam er wel eens langs als ik naar de sporthal fietste. Ik weet nog dat ik ervan overtuigd was dat jij helemaal verliefd zou worden op dit plekje en ik beloofde mezelf dat ik jou hier een keer mee naartoe zou nemen.’ Er verscheen een brede glimlach op zijn gezicht. ‘En ik had gelijk. Je was helemaal weg van deze plek.’ ‘Ja, dat zeker’, zei Marise. ‘Ik heb het hier altijd al geweldig gevonden. Ik ga er ook wel eens alleen naar toe, als ik er gewoon even uit moet ofzo. Maar elke keer merk ik weer dat het zonder jou toch heel anders lijkt. Meestal vind ik de rust dan niet en ben ik hier snel weer weg’, legde ze uit. Jasper keek haar aan. Hij kon er niks aan doen, maar hij bleef haar altijd zien als dat kleine meisje dat hij had leren kennen. Hij probeerde haar altijd te beschermen en gerust te stellen, net zoals hij dat had gedaan toen hij vaak op haar paste en ze bang was om alleen te zijn en pas wou gaan slapen als hij naast haar kwam zitten. Soms zou hij willen dat ze nog even dat kleine, onbezorgde meisje was die had hij leren kennen. Al was het maar voor heel even. Toen was ze al zo mooi, met die grote donkere ogen en haar bos haren. En dan haar neus, waarvan het puntje een klein beetje omhoog wipte, wat haar ontzettend eigenwijs maakte. Ja, een echt dametje was ze zeker, hoe jong ze ook was. Nu nog trouwens. Soms wist hij echt niet wat hij met haar aan moest. Maar op de één of andere manier kwamen ze er toch altijd met z’n tweeën weer uit. ‘Kom eens naast me zitten, kleintje?’, vroeg hij. Marise schoof naar hem toe. ‘Is er iets?’, vroeg ze aan hem. ‘Nee hoor, er is helemaal niks’, zei hij. ‘Ik wilde je alleen maar weer even op mijn schoot trekken en je beloven dat ik pas naar beneden zou gaan als jij zou slapen en dat ik naast je zou zitten als je weer wakker werd. Net als vroeger.’
__________________
~~Ik hoef jou niets uit te leggen, het ligt hier open tussenin. En ik maak een laatste buiging, voor altijd~~
|