Natuurkunde
Heb een natuurkunde vraag , zou iemand me hier uit kunnen helpen. Ook uitleg erbij hoe je het aanpakt.
Geef de volgende waarden in standaardnotatie en grondheden: A. Maximumsnelheid in de bebouwde kom . 50km/h = B. Dichtheid van Kaas . 1,070 g/cm3= C straal aarde bij evenaar 6.378,137 km = D. Breedte DNA molecuul . 24 angstrom = ... ( gebruik binas tabel 6 ) |
Er zijn grootheden en eenheden. Grootheden zijn bijvoorbeeld lengte, snelheid en massa. En eenheden zijn bijvoorbeeld meter, km/h en gram. In de natuurkunde wordt gebruik gemaakt van SI eenheden. Dat zijn de standaard eenheden die worden gebruikt over de hele wereld. De SI eenheden staan ook ergens aan het begin in de binas. De SI eenheden zijn onder andere meter, kilogram en seconde.
Het is nu de bedoeling dat jij de vraagstukken omrekent naar meter per seconde, kilogram per vierkante meter en meter. Vraag A is dus 50/3,6 = 13,9 m/s Bij D moet je opzoeken hoeveel angstrom een meter is. Dan kun je uitrekenen hoeveel meter 24 angstrom is. Dan krijg je waarschijnlijk een super klein getal dus het is handig om die op te schrijven met de wetenschappelijke notatie. |
Geen dank
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 00:10. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.