Laatste Schooldag
Ok, na Kareltje een ander verhaal, in een andere stijl.
Mijn tas voelt zwaar aan. Ik kijk naar het schoolgebouw, neem nog een keer diep adem en ga vervolgens naar binnen. Met mijn blik op oneindig loop ik in een rechte lijn af op mijn bestemming, groeten negerend, verbaasde of boze blikken ook. Ik stop bij mijn bestemming en pak mijn kluissleutel. Vastberaden doe ik mijn kluis open en haal ik er een koffer uit tevoorschijn. Ik sluit mijn kluisje maar doe hem niet op slot, dat is immers niet meer nodig. Dan sta ik op, recht mijn rug en loop naar het midden van de aula. Ik kan nu niet meer terug.
Daar, in het midden van de aula, de rare blikken ontwijkend, zet ik mijn tas op de grond en doe hem open, waarna ik er een grote megafoon uit tover. Ik zet hem aan en begin dan aan mijn speech.
‘Beste mensen van het Hann Fortman, ik heb er geen zin meer in. Op deze school zitten veel mensen die ik niet mag en ik heb zin om met een klapper te eindigen. Overal liggen bommen die ik met een druk op de knop tot ontploffing kan brengen. In deze koffer zit een mitrailleur waarmee ik de overlevenden dood zal schieten.’
Ik buig en het blijft een tijdje stil. Dan hoor ik applaus en ook hoor ik sommige mensen nerd, sukkel en loser roepen. Grijnzend loop ik richting de dichtstbijzijnde muur en sommeer ik de mensen om mij heen om even aan de kant te gaan, wat ze meteen doen. Vervolgens open ik de koffer en haal daar de mitrailleur uit, het koude ijzer voelt prettig aan op mijn handen. Het hoongelach wordt harder en harder, terwijl ik rustig mijn geweer laad en kijk of hij het nog doet. Dan richt ik op de conrector en ik schiet.
Het gelach stopt meteen als zijn ontzielde lichaam de koude grond raakt. De paniek is compleet als ik vervolgens de detonator pak en de 10tallen bommen die ik overal door het schoolgebouw verspreid heb tot ontploffing laat brengen. Gegil van kleine brugger meisjes vult mijn oren en alles wat in mijn gezichtsveld ligt is rood van het bloed.
Alles wat nog beweegt stopt meteen na een schot van mijn mitrailleur. Ik loop nog een rondje en zie dat mijn bommen overal goed werk hebben geleverd. De enkeling die niet meteen gedood is door de bommen verlos ik met een simpel schot uit zijn of haar lijden.
Na de hele school nagekeken te hebben eindig ik weer in de aula. Mijn broek is doorweekt van het bloed en mijn schoenen zijn verpest. Maar het maakt me geen zak uit. Ik voel het koude lood tegen mijn slaap en kijk nog eenmaal door de school, die verrassend rood oogt. Alles is echter zwart als ik de trekker overgehaald heb.
|