multiplier/inkomensvermenigvuldiger
als iemand alsjeblieft dit sommetje wil uitwerken, snap ik het waarschijnlijk.
Basismodel: (1)W = EV (2)Y=W (3)EV = C + I (4) C = cY + Co (5)I = Io a. bereken de multiplier van de autonome consumptie volgens bovenstaand model, als de marginale consumptiequote 3/4 bedraagt b. Bereken de multiplier van de autonome consumptie volgens bovenstaand model, als de marginale consumptiequote 3/5 bedraagt c. leg uit waarom de multiplier bij een marginale consumptiequote van 3/5 lager is dan bij een marginale consumptiequote van 3/4. en verder (ik weet niet of deze vraag bij zo'n som hoort): geef met behulp van de kettingreactie (pijlenschema) de werking van de multiplier van de autonome consumptie. het probleem is vooral het begin van deze som. Met getallen is dat veel makkelijker. Ik stuit op dit probleem bij het oplossen: Y = EV Y = C + I Y = cY + Co + Io Y = 3/4Y + Co + Io Y - 3/4Y = Co + Io Kijk, ik weet ook niet wat ik met Co en Io moet. Het zijn geen getallen, zoals op de site. Als er dit staat: Y -3/4Y = 20 + 100 dan is het veel makkelijker, want dan kun je het oplossen door: 1/4Y = 120 Y = 480 maar dat kan hier nu juist niet! en dan komt die multiplier nog! Hoe los je een som als deze dan op? |
stel dat Co 1 stijgt > C +1 > Y +1 > C + 3/4 x 1 > Y + etc
dus dan zie je dat verhoging van Co een extra effect met zich meebrengt, aangezien Co zorgt voor een stijging van C, die EV/Y laat stijgen, die C weer laat stijgen, die Y weer laat toenemen kun je voor de multipliers niet gewoon 1/(1-c) gebruiken? dat zou als multipliers 4 en 2.5 geven vraag c is dan dat in geval 2 de stijging van Y in eerste instantie minder effect heeft op stijging C en Y daardoor weer minder toeneemt |
sorry, ik snap dat niet. Kun je misschien ietss duidelijker zijn? En mag je het zo oplossen op een toets?
En hoe kom jij dan aan 4 en 2.5? En: een multiplier is toch maar een getal? En moet je iets met delta doen of zo? |
jah
multiplier is eigenlijk (in dit geval) delta Y/ delta Co de factor van het extra effect van de investering in mijn boek stond ergens dat in zon simpel model de vergelijking van de multiplier is 1/(1-c) vandaar 4... want 1/(1-3/4)=4 Wij hoefden op toetsen trouwens nooit multipliers uit te rekenen, alleen toe te passen maar tis voor mij allemaal al weer een tijdje geleden |
Wil je dit afmaken?
Y = cY + Co + Io Y = 3/4Y + Co + Io 1/4Y = Co + delta Io 1/4Y = Co + 4Io (want 1:(1-3/4) is 4) en dan???? En weet je hoe je een pijlenschema moet maken: wat zijn de gevolgen voor het nationaal inkomen (Y) bij een toename van de investeringen met een consumptiequote van 80% (c=0,8) |
o ja en wat is W?
(in deze som niet) bijvoorbeeld: W = EV Waar staat die W voor? |
Citaat:
en W, dat is het symbool voor de nationale productie I +1 > Y +1 > C + 0.8 > Y + 0.8 > etc |
SiBOEME = 0
|
Citaat:
|
tja, de algemene economie vond ik altijd best interessant, maargoed dat is alweer een tijdje terug dus niet alles is blijven hangen.....
|
De multiplier is niet altijd 1/(1-c). Verder kan ik er niet heel erg veel over zeggen. Op het vwo kregen wij de formule van de multiplier altijd gegeven, die was niet altijd hetzelfde. Het ligt aan het gebruikte model.
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 17:39. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.