Wiskunde A
 

Hallo,

Ik ben bezig om het oefenexamen van Havo wiskunde a tijdvak 1 te maken, en ik loop tegen iets aan. Ik heb de eerste vraag anders beantwoord als dat in de antwoorden staat, maar kom wel op het zelfde uit. Het gaat om deze vraag:

Tenniswedstrijd

Wanneer twee spelers met hetzelfde krachtsverschil als F en G tegen elkaar spelen, is de kans dat de sterkste de wedstrijd wint, gelijk aan 0,94. We bekijken 10 van dergelijke wedstrijden.

1) Bereken de kans dat de sterkste speler in die 10 wedstrijden 10 van de andere speler wint.

Hoe ik het heb uitgerekend:

BinominalPD(10 , 10 , 0,94) en dat is 0,538


Nou zeggen de antwoorden dat dit het antwoord is:

1 maximumscore 3
• P(sterkste speler wint 10 keer) = 0,94^10 (2 punten)
• Het antwoord: (ongeveer) 0,54 (1 punt)

Ik heb hem dus op een andere manier uitgerekend, maar als ik dit antwoord had gegeven op het examen, hoeveel punten had ik dan gekregen?

3 punten, als je uitlegt hoe je je grafische rekenmachine gebruikt: dus waarom gebruik je de BinominalPD-functie en waarom vul je 10, 10 en 0,94 in.

Ooooke, dat is fijn. Het is dus geen toeval dat ik op dit antwoord uit kwam? :P

(als toeval al bestaat natuurlijk..)

Nog een vraagje: Ik zit nu met de vormule 93 = 63 x g^3

Hoe kan ik nu g uitrekenen?

Hint: eerst de 63 aan de rechterkand wegwerken.

Ja maar die heb ik dus juist niet door, omdat het x is moet ik dan een wortel gebruiken ofzo? Of gedeeld door?

Er wordt nooit gevraagd om algebraïsch op te lossen bij een examen Wiskunde A.

Hoe bereken je g?
Menu GRAPH, en dan snijpunt berekenen.
Y1: 93
Y2: 63xX^3

Optie intersect:

X= .... voor Y= 93

of optie X-CAL dan moet je de y waarde invullen en dan krijg je de x waarde als uitkomst.

Maar het mag natuurlijk wel zonder de grafische functie. In dit geval is dat echt sneller :p

Ligt ook een beetje aan wat je gewend bent geraakt op je school.

Je hebt 93 = 63 * g^3
Dan moet je even voor stellen dat je gewoon 93 = 63 * X hebt.
Je moet dan dus aan beide kanten delen met 63, waardoor je 93/63 = X ( of dus 1,476 = g^3)
Als je 1,476 = g^2 hebt, moet je een wortel gebruiken. Nu heb je g^3, dus moet je de 3de machtswortel gebruiken.

Een tip voor alle mensen die Wiskunde A hebben en moeite hebben met de normale verdeling. Gebruik bij de normale verdeling solver onder math. Dit is veel makkelijker dan te werken met normalcdf of z-waarden, want hierbij kun je geen fouten maken. De formule is 0=1-normalcdf(L,R,M,S). Linkergrens, Rechtergrens, Gemiddelde, Standaardafwijking. Om bijvoorbeeld een percentage uit te rekenen of de standaardafwijking te berekenen, vul je de gegevens in. Behalve de standaardafwijking, want die weet je niet. Zet er nul neer of niks. Dan los je het op met alpha+enter (solve). Het is heel eenvoudig en is bruikbaar voor percentages, linkergrens, gemiddelde en standaardafwijking.

Mag je formules opstaan in je G-rekenmachines?

Voor mensen met een CASIO:
NCD(L,R,S,M)

Ja.

JAA????
dacht het niet!!!

Jawel hoor:p!
Staat in examenreglement:
"Je hoeft het geheugen van je GR niet te wissen."

Ja, staat onder andere in de officiele "Regeling rooster en toegestane hulpmiddelen voor de centrale examens van de eindexamens en de staatsexamens vwo, havo en vmbo in 2012 (CvE-10.0775)".