[Nederlands] Hoe leg ik deze grammatica uit?!
 

Hoi iedereen! :)

Hier ben ik weer eens met een vraag. ;)

De leerlinge waaraan ik bijles Engels geef, vroeg me pasgeleden om haar iets uit te leggen bij Nederlands. Aangezien ik een talenknobbel heb, vond ik dat goed. Ze vroeg me om het volgende uit te leggen:


- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
- Bijvoeglijke bepaling


Nou, nu ken ik ook niet alles uit m'n hoofd (het is ook weer 3 a 4 jaar geleden dat ik die stof heb gehad), en dus moest ik in haar boek kijken wat het allemaal ook weer precies was en hoe ik het dan dus moest uitleggen.
Maar, nu blijkt zij een snertboek te hebben waar alles héél erg slecht in wordt uitgelegd! (n) En dus kon ik het zelf niet aan haar uitleggen, want van de korte, vage uitleg in het boek raakte ik zelf in de war. :( :mad:

Dus ging ik het Internet op - naar Digischool - om een betere uitleg te zoeken, maar op Digischool was die niet te vinden. :(

Daarom probeer ik het hier nu even, in de goede hoop dat jullie me verder kunnen helpen. :)


Wie weet waar ik een goede site kan vinden waar de Nederlandse grammatica (dus meew. voorwerp, bijw. bep., bijv. bep.) goed wordt uitgelegd?

En als zo'n site er niet is, kan iemand van jullie het me dan uitleggen?


*zucht* Had ik m'n boeken van de 2e en 3e klas nog maar (daar snapte je alles mee), dan had ik alles wel kunnen uitleggen... :( Die schoolboeken van tegenwoordig zijn echt heel vaag, met veel te weinig tekst en informatie... :mad: (n)

Maarre, alvast bedankt, hè! :) :cool: (y)

Groetjes,

Ripper

Meewerkend voorwerp:

Een zinsdeel waarvoor aan of voor gezet kan worden; als er al aan of voor voor staat, kunnen die voorzetsels meestal weggelaten worden.


----------

Bijvoeglijke bepaling:

Een nadere bepaling van een woord of zinsdeel, zoals een bijvoegelijk naamwoord (mooi, leuk) of bijvoeglijke bijzin ('die naar huis liep').


-------

Bijwoordelijke bepalingen:

zinsdelen die aanvullende informatie geven over de werking die door het predikaat van de zin wordt uitgedrukt (waarbij aangetekend moet worden dat de bepaling van graad ook gebruikt kan worden als bepaling bij een adjectief)

Er...

dit laatst zal ik even simpelder zeggen als:

de constructie geeft meer een eigenschap van de hoofdhandeling aan dan van het subject.

De namen van de dingen geven al aan wat het inhoudt...

Meewerkend voorwerp is de/datgene aan/voor/met/door iets wordt gedaan. Een lijdend voorwerp kun je 'doen', een meewerkend voorwerp is dus wat er nog overblijft (naast het onderwerp dan ook ;)).

Hm die andere twee zijn idd zoals Gatara zegt. Ok, de eerste ook, maar zo zou ik het dus uitleggen (nou kan het zijn dat ik de enige ben die die logica volgt, maar goed).
Ik wou zeggen 'het meewerkend voorwerp is de dativus'. Ongelooflijk dat ik dat omgekeerd gemakkelijker vind.

Okee, bedankt Gatara & Morgan! :) (y) :cool:

Groetjes,

Ripper