De Grote Draad der Prachtelbare Woorden #2
En hier weer verder :)
Vorige Algemene regel: 1 woord per dag per user De bedoeling van dit topic is dat je een woord post met zijn betekenis. Dit kan zijn omdat je het mooi, bijzonder, leuk, grappig, kleurrijk, origineel... vindt. Zo maken we samen een mooie lijst van de meest prachtige woorden van de Nederlandse taal, een ode aan ons vocabularium. |
her·sen·spin·sel (het ~)
1 hersenschim => waanvoorstelling 2 verzinsel |
Jeetje, vol :eek:
Iets meer toelichting in de opening flyaway? ob·scu·ran·tis·me (het ~) 1 leer, stelsel om de beschaving en verlichting van het volk tegen te houden 2 wereldbeschouwing waarin het irrationele centraal staat |
over·rom·pe·len (ov.ww.)
1 onverwachts overvallen => overweldigen 2 (iem.) onverwachts in aanraking brengen met => overdonderen, overvallen |
haai·baai (de ~ (v.))
1 kenau |
Offtopic:
Citaat:
doem·den·ken o Het koesteren van een uiterst sombere toekomstverwachting |
spi·on·ne·tje (het ~, ~s)
1 kleine spiegel buiten een venster om te kunnen zien wie er voor de deur staat |
Jeetje, was die andere al vol. :eek:
au bain-ma·rie (bw.) 1 [cul.] in een pan die in kokend water staat |
cu·mul (de ~ (m.), ~s)
1 [Belg.] nevenfunctie, bijbaan 2 [Belg.] gelijktijdige uitoefening van verschillende banen of functies <=> decumul |
kwan·suis (bw.)
1 [form.] zogenaamd, quasi |
ab·stra·he·ren (ov.ww., ook abs.)
1 ontdoen van het toevallige, van het concrete <=> concretiseren |
Citaat:
slaap·stad (de ~) 1 stad waarvan de meeste bewoners buiten die stad werken |
pro·le·ta·ri·aat (het ~)
1 klasse van bezitloze arbeiders |
Avond·land (het ~)
1 [form.] de westelijk gelegen landen, West-Europa <3 |
re·cur·sief (bn.)
1 ook andersom gelezen kunnende worden |
heim·wee (het ~)
1 sterk verlangen naar geboortegrond, huis e.d. |
ona·nie (de ~ (v.))
1 masturbatie van mannen De vrouwenversie moet ik nog vinden ;) |
eclip·ti·ca (de ~ (v.))
1 de cirkel aan de hemel die de zon in één jaar schijnt te doorlopen, in werkelijkheid dus de aardbaan => zonnecirkel |
ami·ce (de ~ (m.), ~s)
1 [form.] aanhef van een brief voor iem. waarmee men bevriend is |
oc·cult (bn.)
1 slechts voor ingewijden toegankelijk, kenbaar => esoterisch |
sjo·fel (bn.)
1 kaal, armoedig => achenebbisj, shabby, voddig |
ge·pa·ren·teerd (bn.)
1 verwant |
klap·lo·per (de ~ (m.))
1 iem. die profiteert van andermans goedheid => bietser, koekoeksjong, parasiet, tafelschuimer, uitvreter |
al·ver·mo·gend (bn.)
1 almachtig => oppermachtig |
ne·cro·man·tie (de ~ (v.))
1 voorspelling van de toekomst door het tevoorschijn roepen van doden => dodenbezwering |
schier (bw.)
1 [form.] nagenoeg, bijna |
eti·o·lo·gie (de ~ (v.))
1 onderdeel van de pathologie dat zich bezighoudt met de oorzaken van ziekten 2 leer van de oorzaken |
rim·ram (de ~ (m.))
Geen betekenis :( |
on·heb·be·lijk (bn.)
1 onaangenaam jegens anderen |
sap·pe·len (onov.ww.)
1 ploeteren, zwoegen Eh, die is vast voor over 43 minuten. |
mid·win·ter·hoorn (de ~ (m.))
1 grote hoorn waarop men bij midwinterfeesten blaast boven waterputten |
kas·te·lein (de ~ (m.), ~s)
1 caféhouder |
erup·tie (de ~ (v.), ~s)
1 uitbarsting |
su·jet (het ~, ~ten)
1 onguur individu => element 2 [taalk.] geheel van gebeurtenissen en motieven in de volgorde zoals het verhaal die aan de lezer presenteert |
ab·ject (bn.)
1 volstrekt verachtelijk, verwerpelijk |
ster·re·tje (het ~, ~s)
1 stukje vuurwerk, dat bestaat uit een ijzeren staafje dat stervormige vonken schiet 2 stervormig teken op toetsenborden, in drukwerk e.d.[*] => asterisk |
te·loor·gang (de ~ (m.))
1 [form.] ondergang |
a'pegapen, (alleen als infinitief), (gemeenz.) op apegapen liggen, op sterven liggen; (ook oneig.) versuft, verslapt zijn; (scherts.) het zeer benauwd hebben, b.v. door de warmte.
|
zak·ken·rol·ler (de ~ (m.))
1 behendige dief die steelt uit de jaszakken of tassen van anderen |
gra·ti·fi·ca·tie (de ~ (v.), -tiën/~s)
1 extraatje in geld boven het bedongen loon Of in het kader van kerst: kerst·gra·ti·fi·ca·tie (de ~ (v.)) 1 gratificatie van een werkgever aan zijn personeel ter gelegenheid van Kerstmis |
schur·ken·streek (de ~)
1 gemene streek => rotstreek |
vol·har·den (onov.ww.)
1 wat men begonnen is ten einde toe uitvoeren => geen /duimbreed/haarbreed/voetbreed/ wijken, persevereren, persisteren, voet bij stuk houden |
plat·vloers (bn.)
1 onbeschaafd, grof => plat |
open·har·tig (bn.)
1 zich vrijelijk uitend, blijk gevend van die eigenschap => eerlijk |
lank·moe·dig (bn.)
1 veel kunnende verdragen => verdraagzaam |
grein·tje (het ~)
vandale.nl geeft geen uitleg. |
wulps (bn.)
1 wellustig |
ter·ti·air1 (het ~)
1 [geol.] de oudste periode van het kaenozoïcum ter·ti·air2 (bn.) 1 in de derde plaats komend 2 [geol.] van, uit het tertiair Die eerste kende ik niet :o |
pa·ra·dig·ma(het ~, ~'s/~ta)
1 voorbeeld, model 2 [taalk.] het geheel van flexievormen van een woord 3 constellatie van overtuigingen, waarden en handelwijzen die door de leden van een bepaalde samenleving worden gedeeld |
hoor·der (de ~ (m.), ~s)
1 [form.] iem. die naar iets hoort => toehoorder |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 04:31. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.