heel belangrijk, please help
 

ik heb morgen (ja ik weet ben wat laat) een toets voor scheikunde, en ik kom maar niet uit 1 som... (5 havo by the way)


dit is em, wie kan het uitleggen, want ik snap het echt niet!

schoolkrijt bestaat uit mengsel van gips (CaSO4) en kalk (CaCO3)
De hoeveelheid kalk in schoolkrijt kan bepaald worden door aan een afgewogen hoeveelheid krijt azijnzuur (CH3COOH) toe te voegen en de hoeveelheid CO2 te meten
De reactie is: 2 CH3COOH + CaCO3 -> H2O + CO2+ CA^2+ (hooge 2+ dus) + 2 CH3COO^-

gips reageert niet met azijnzuur.

Aan 6,3 gram schoolkrijt wordt 8,2.10^-2 mol azijnzuur toegevoegd. Dit is een overmaat. Er ontstaat 1.3 gram koolstofdioxide

vraag a: Toon met een berekening aan dat het azijnzuur in overmaat aanwezig was.


Ik snap het echt niet, please reageer!!!

Alvast bedankt, Nienke

Ik heb ook t/m 5 havo scheikunde gehad, maar ik heb eigenlijk niet echt een idee. Desalniettemin kan ik wel vrolijk met je mee redeneren :-).

Het kalk heeft een verzadigingsniveau. Als al het kalk heeft gereageerd met het azijnzuur krijg je die 1.3 gram koolstofdioxide. Omdat het azijnzuur in overmaat aanwezig was, betekend dit dat er nog azijnzuur in je oplossing zit. Je moet dus eigenlijk terug redeneren.

Hoeveel azijnzuur maak je met 1.3 gram koolstofdioxide en x gram kalk? (je moet nog even kijken hoeveel kalk, want die 6.3 gram schoolkrijt is niet helemaal kalk, maar dat kun je uitrekenen als het goed is).

En als het goed is, is die waarde kleiner dan 8.2 * 10^(-2) mol. Zo heb je t dus bewezen.

Maar then again: het is maar een suggestie, en of het goed is, is een tweede..... hoop dat je er wat aan hebt :-)

ja ok, dat snap ik...

Maar de hoeveelheid kalk kan ik niet uitrekenen, want ik weet de verhouding gips/kalk niet in schoolkrijt...

Er staat alleen in mijn boek dat schoolkrijt een mengsel is van die 2... Ik riep ook al dat je het daarom niet kon uitrekenen...

*zucht* dat wordt vast wel weer een dikke onvoldoende...

Maarjah, dank je wel voor je reactie!


Als iemand anders weet hoe ik het WEL uit kan rekenen: GRAAG!

Thanx Nienke

M&N luister, of liever lees:

1,3 g = 1300 mg CO2 => :44 => 29.5 mMol CO2
Volgens de RV heb je 2xzoveel aan HAc nodig
dus 2 * 29.5 = 59.0 mMol HAC
Je kreeg aan HAc 82 mMol=> een dat is teveel!

Stel eens het omgekeerde voor. Het azijnzuur is niet in overmaat aanwezig. Het zou dan compleet moeten reageren.

Hoeveel CO2 ontstaat er dan?

Je weet door de reactievergelijking de verhouding van azijnzuur : CO2. Deze is 2 : 1.

Dus voor 8.2 * 10^-2 mol azijnzuur moet er:

1/2 * 8.2 * 10^-2 = 4.1 * 10^-2 CO2 zijn ontstaan.

1 mol CO2 is 44.01 g
Dus 4.1 * 10^-2 = 4.1 * 10^-2 * 44.01 = 1.8 g

1.8 g CO2 zou er moeten zijn ontstaan als het azijnzuur niet overmaat aanwezig was. Maar sinds er maar 1.3 g is ontstaan moet de azijnzuur wel in overmaat aanwezig zijn.

Je kan overigens met die 1.3 gram wel berekenen hoeveel kalk er heeft gereageerd. Die hoeveelheid weer afgetrokken van het gewicht van het krijtje geeft weer de hoeveelheid aanwezige gips, en dus ook de verhouding van gips/kalk

Ik gok dat die vraag later aan bod kwam...

Nog vragen? Ook al is het vandaag al een dag later en je dus al het proefwerk hebt gehad...

hoera! ik heb net mijn cijfer gehad voor die toets, en ik ben een van de enige met een voldoende... een 5.5 maar ik ben er blij mee...

Toets was heel slecht gemaakt...

Ik heb het trouwens nog aan mijn leraar gevraagd maandag nog, en die had het me uitgelegd... Dus nu snap ik het :P

Groetjes Nienke