Welke symptomen herken jij en wat is er waar van?
Bij internet testen en symptomen over stoornissen, herkent iedereen wel een paar symptomen die bij hem / haar horen. Iedereen heeft wel een stukje autisme of ADHD, maar hoeveel herkent iedereen dit bij zichzelf?
P.s.: Zet er wel onder of je ADHD of PDD-NOS hebt voor de betrouwbaarheid... 1) slechte (grove) motoriek, slechte coördinatie 2) stereotiepe bewegingen/ tics 3) dwangmatigheid (soms alleen in gedachten) 4) het niet 'zien' van dingen, en daardoor etiketjes opgeplakt krijgen als 'lui', 'egoïstisch' 5) jezelf soms voor de ander laten gaan 6) moeite met wederkerigheid, meer nemen dan geven, moeite met gelijkwaardigheid in contacten 7) als een ander iets vertelt, roept dat niet altijd een gevoel op, dus moeite met invoelen vanuit je gevoel, dit lukt soms wel vanuit je gedachten 8) lagere frequentie van contacten dan de meeste mensen: bijv. je vrienden maar gemiddeld eens per maand willen zien of spreken, of hooguit eens per week, geen behoefte aan intensief contact 9) niet altijd in contact kunnen staan met andere mensen of je omgeving, ook vaak weg zijn, letterlijk (weg gaan, op je kamer gaan zitten, alleen willen zijn) en figuurlijk (dissociëren, geestelijk weg gaan, absences/black outs) 10) absences/ weg vallen/ in je eigen hoofd gaan leven/ in je eigen wereldje zitten 11) moeite met groepen mensen, stil vallen in een groep, niks zeggen, niet meer deelnemen aan het gesprek 12) moeite met oppervlakkig praten, liever serieus doen, niet zo snel humor hebben 13) niet creatief zijn 14) liefst zelfstandig werken, dingen op je eigen manier willen doen, moeite met samenwerken 15) individualistisch 16) niet echt bij een groep (willen) horen, liever één-op-één contacten hebben 17) moeite met (laten) aanraken 18) grote zintuiglijke overgevoeligheid, bijv. voor geluiden 19) detail: vooral op details letten en de grote lijnen uit het oog verliezen, niet altijd de grote verbanden zien 20) visueel denken: je een plaatje maken in je hoofd, in beelden denken 21) sterk analytisch zijn 22) eerder rationeel dan emotioneel zijn, tenminste zo komt het over op anderen, maar zelf kun je het gevoel hebben wel erg gevoelig (overgevoelig) te zijn. Sommige autisten zijn over- andere ondergevoelig. Niet alle autisten noemen zichzelf in hoofdzaak rationeel. 23) moeite met uiten van gevoelens, niet snel je gevoel laten zien 24) duidelijke eigen mening hebben 25) moeite relaties op te bouwen en vooral te houden, vooral wat betreft (intieme) vriendschappen 26) maar 1 ding tegelijk kunnen doen 27) snel het overzicht kwijtraken 28) traagheid 29) prosopagnosia: lett. geen gezichten herkennen. 30) behoefte aan rust en een rustige omgeving, moeite met drukte 31) tegenstrijdigheden in jezelf: open-gesloten, stil-veel praten, aanpassen-moeite met aanpassen, flexibel-niet flexibel, optimistisch-depressief, vrij-geremd, nabijheid-afstand, lui-niet lui, rationeel-emotioneel en (over)gevoelig, etc. 32) onhandigheid 33) verwarring bij plagen 34) denken bij alles wat je doet 35) 'professortje' in de ogen van anderen 36) moeite met grenzen 37) moeite met beslissingen nemen, onzeker 38) eerlijkheid 39) gedrevenheid 40) wilskracht 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 43) je 'anders' voelen dan anderen 44) egocentrisch gevonden worden door je omgeving 45) weinig inlevingsvermogen 46) rigide, moeite met veranderingen 47) fiepen: stereotiepe interesses, die heel intens zijn 48) stereotiepe bewegingen/tics 49) letterlijkheid 50) behoefte aan structuur 51) moeite zelf initiatief te nemen 52) dingen op de lange baan schuiven 53) (niet-functionele) routines hebben 54) volharding op hetzelfde 55) (emotionele) kwetsbaarheid 56) slechte non-verbale communicatie (bijv. geen oogcontact maken) 57) naïviteit 58) pedant (geleerd) taalgebruik 59) moeite met intimiteit en/of seksualiteit 60) geen relaties (kunnen) hebben 61) behoefte aan voorspelbaarheid, slecht tegen onverwachte dingen kunnen 62) perfectionistisch snel afgeleid zijn moeilijk kunnen luisteren alles tegelijk doen dingen niet afmaken veel fouten maken moeite hebben met details vergeetachtig zijn vaak dingen kwijt zijn, niet meer weten waar iets ligt niet stil kunnen zitten steeds de handen of voeten bewegen wiebelen of friemelen een constant gevoel van innerlijke rusteloosheid niet te stuiten zijn, doordraven moeite hebben met ontspannen niet kunnen stoppen met praten altijd bezig zijn doen zonder nadenken opdringerig overkomen moeite hebben op de beurt te wachten impulsief geld uitgeven of gokken impulsief relaties en banen aangaan of verbreken vreetbuien hebben veel spanning en sensatie zoeken (te hard rijden, gevaarlijke sporten) snel ruzie maken |
Dit is geloof ik het verkeerde deelforum..
|
3) dwangmatigheid (soms alleen in gedachten)
4) het niet 'zien' van dingen, en daardoor etiketjes opgeplakt krijgen als 'lui', 'egoïstisch' 5) jezelf soms voor de ander laten gaan 6) moeite met wederkerigheid, meer nemen dan geven, moeite met gelijkwaardigheid in contacten 7) als een ander iets vertelt, roept dat niet altijd een gevoel op, dus moeite met invoelen vanuit je gevoel, dit lukt soms wel vanuit je gedachten 8) lagere frequentie van contacten dan de meeste mensen: bijv. je vrienden maar gemiddeld eens per maand willen zien of spreken, of hooguit eens per week, geen behoefte aan intensief contact 9) niet altijd in contact kunnen staan met andere mensen of je omgeving,ook vaak weg zijn, letterlijk (weg gaan, op je kamer gaan zitten, alleen willen zijn) en figuurlijk (dissociëren, geestelijk weg gaan, absences/black outs) 10) absences/ weg vallen/ in je eigen hoofd gaan leven/ in je eigen wereldje zitten 11) moeite met groepen mensen, stil vallen in een groep, niks zeggen, niet meer deelnemen aan het gesprek 14) liefst zelfstandig werken, dingen op je eigen manier willen doen, moeite met samenwerken 15) individualistisch 16) niet echt bij een groep (willen) horen, liever één-op-één contacten hebben 20) visueel denken: je een plaatje maken in je hoofd, in beelden denken 21) sterk analytisch zijn 22) eerder rationeel dan emotioneel zijn, tenminste zo komt het over op anderen, maar zelf kun je het gevoel hebben wel erg gevoelig (overgevoelig) te zijn. Sommige autisten zijn over- andere ondergevoelig. Niet alle autisten noemen zichzelf in hoofdzaak rationeel. 23) moeite met uiten van gevoelens, niet snel je gevoel laten zien 24) duidelijke eigen mening hebben 25) moeite relaties op te bouwen en vooral te houden, vooral wat betreft (intieme) vriendschappen 27) snel het overzicht kwijtraken 28) traagheid 29) prosopagnosia: lett. geen gezichten herkennen. 30) behoefte aan rust en een rustige omgeving, moeite met drukte 31) tegenstrijdigheden in jezelf: open-gesloten, stil-veel praten, aanpassen-moeite met aanpassen, flexibel-niet flexibel, optimistisch-depressief, vrij-geremd, nabijheid-afstand, lui-niet lui, rationeel-emotioneel en (over)gevoelig, etc. 33) verwarring bij plagen 34) denken bij alles wat je doet 35) 'professortje' in de ogen van anderen 37) moeite met beslissingen nemen, onzeker 38) eerlijkheid 39) gedrevenheid 40) wilskracht 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 43) je 'anders' voelen dan anderen 44) egocentrisch gevonden worden door je omgeving 45) weinig inlevingsvermogen 50) behoefte aan structuur 51) moeite zelf initiatief te nemen 54) volharding op hetzelfde 55) (emotionele) kwetsbaarheid 61) behoefte aan voorspelbaarheid, slecht tegen onverwachte dingen kunnen 62) perfectionistisch snel afgeleid zijn moeilijk kunnen luisteren alles tegelijk doen dingen niet afmaken veel fouten maken vergeetachtig zijn vaak dingen kwijt zijn, niet meer weten waar iets ligt niet stil kunnen zitten steeds de handen of voeten bewegen wiebelen of friemelen een constant gevoel van innerlijke rusteloosheid niet te stuiten zijn, doordraven moeite hebben met ontspannen niet kunnen stoppen met praten altijd bezig zijn doen zonder nadenken opdringerig overkomen moeite hebben op de beurt te wachten vreetbuien hebben veel spanning en sensatie zoeken (te hard rijden, gevaarlijke sporten) snel ruzie maken heb weggehaald wat ik niet heb wel btje veel :eek: |
Citaat:
|
3) dwangmatigheid (soms alleen in gedachten)
7) als een ander iets vertelt, roept dat niet altijd een gevoel op, dus moeite met invoelen vanuit je gevoel, dit lukt soms wel vanuit je gedachten 8) lagere frequentie van contacten dan de meeste mensen: bijv. je vrienden maar gemiddeld eens per maand willen zien of spreken, of hooguit eens per week, geen behoefte aan intensief contact 9) niet altijd in contact kunnen staan met andere mensen of je omgeving, ook vaak weg zijn, letterlijk (weg gaan, op je kamer gaan zitten, alleen willen zijn) en figuurlijk (dissociëren, geestelijk weg gaan, absences/black outs) 10) absences/ weg vallen/ in je eigen hoofd gaan leven/ in je eigen wereldje zitten 11) moeite met groepen mensen, stil vallen in een groep, niks zeggen, niet meer deelnemen aan het gesprek 13) niet creatief zijn 14) liefst zelfstandig werken, dingen op je eigen manier willen doen, moeite met samenwerken 15) individualistisch <-- dit is wel wat algemeen) 16) niet echt bij een groep (willen) horen, liever één-op-één contacten hebben 17) moeite met (laten) aanraken 20) visueel denken: je een plaatje maken in je hoofd, in beelden denken 21) sterk analytisch zijn 22) eerder rationeel dan emotioneel zijn, tenminste zo komt het over op anderen, maar zelf kun je het gevoel hebben wel erg gevoelig (overgevoelig) te zijn. Sommige autisten zijn over- andere ondergevoelig. Niet alle autisten noemen zichzelf in hoofdzaak rationeel. 23) moeite met uiten van gevoelens, niet snel je gevoel laten zien 24) duidelijke eigen mening hebben 25) moeite relaties op te bouwen en vooral te houden, vooral wat betreft (intieme) vriendschappen 30) behoefte aan rust en een rustige omgeving, moeite met drukte 32) onhandigheid 33) verwarring bij plagen <-- huh? 34) denken bij alles wat je doet 35) 'professortje' in de ogen van anderen 37) moeite met beslissingen nemen, onzeker 38) eerlijkheid 39) gedrevenheid 40) wilskracht 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 43) je 'anders' voelen dan anderen 51) moeite zelf initiatief te nemen 53) (niet-functionele) routines hebben 55) (emotionele) kwetsbaarheid 56) slechte non-verbale communicatie (bijv. geen oogcontact maken) 58) pedant (geleerd) taalgebruik 59) moeite met intimiteit en/of seksualiteit 60) geen relaties (kunnen) hebben dingen niet afmaken veel fouten maken vergeetachtig zijn vaak dingen kwijt zijn, niet meer weten waar iets ligt steeds de handen of voeten bewegen wiebelen of friemelen een constant gevoel van innerlijke rusteloosheid niet te stuiten zijn, doordraven moeite hebben op de beurt te wachten snel ruzie maken Ik heb ook alles weggehaald at ik niet heb, ben nooit gediagnoseerd als ADHDer of autist, ben wel beetje eccentriek misschien. |
Dit heb ik allemaal van het lijstje:
8) lagere frequentie van contacten dan de meeste mensen: bijv. je vrienden maar gemiddeld eens per maand willen zien of spreken, of hooguit eens per week, geen behoefte aan intensief contact 10) in je eigen wereldje zitten -> alleen deze 11) moeite met groepen mensen, stil vallen in een groep, niks zeggen, niet meer deelnemen aan het gesprek 12) moeite met oppervlakkig praten, liever serieus doen, niet zo snel humor hebben 15) individualistisch 16) niet echt bij een groep (willen) horen, liever één-op-één contacten hebben 17) moeite met (laten) aanraken 18) grote zintuiglijke overgevoeligheid, bijv. voor geluiden 21) sterk analytisch zijn 23) moeite met uiten van gevoelens, niet snel je gevoel laten zien 24) duidelijke eigen mening hebben 30) behoefte aan rust en een rustige omgeving, moeite met drukte 32) onhandigheid 33) verwarring bij plagen 34) denken bij alles wat je doet 37) moeite met beslissingen nemen, onzeker 38) eerlijkheid 39) gedrevenheid 40) wilskracht 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 43) je 'anders' voelen dan anderen 51) moeite zelf initiatief te nemen 52) dingen op de lange baan schuiven 55) (emotionele) kwetsbaarheid snel afgeleid zijn alles tegelijk doen dingen niet afmaken vergeetachtig zijn vaak dingen kwijt zijn, niet meer weten waar iets ligt voor zover ik weet heb ik niets, misschien ben ik een beetje stil en afstandelijk, en sommige mensen vinden me raar, maar niet iets raars ofzow |
1) slechte coördinatie
5) jezelf soms voor de ander laten gaan 9) niet altijd in contact kunnen staan met andere mensen of je omgeving, ook vaak weg zijn, letterlijk (weg gaan, op je kamer gaan zitten, alleen willen zijn) en figuurlijk (dissociëren, geestelijk weg gaan, absences/black outs) 10) absences/ weg vallen/ in je eigen hoofd gaan leven/ in je eigen wereldje zitten 14) liefst zelfstandig werken, dingen op je eigen manier willen doen, moeite met samenwerken 15) individualistisch 17) moeite met (laten) aanraken 19) detail: vooral op details letten en de grote lijnen uit het oog verliezen, niet altijd de grote verbanden zien 24) duidelijke eigen mening hebben 30) behoefte aan rust en een rustige omgeving, moeite met drukte 31) tegenstrijdigheden in jezelf: open-gesloten, stil-veel praten, aanpassen-moeite met aanpassen, flexibel-niet flexibel, optimistisch-depressief, vrij-geremd, nabijheid-afstand, lui-niet lui, rationeel-emotioneel en (over)gevoelig, etc. 32) onhandigheid 33) verwarring bij plagen 34) denken bij alles wat je doet 35) 'professortje' in de ogen van anderen 38) eerlijkheid 39) gedrevenheid 40) wilskracht 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 43) je 'anders' voelen dan anderen 44) egocentrisch gevonden worden door je omgeving 45) weinig inlevingsvermogen 53) (niet-functionele) routines hebben 55) (emotionele) kwetsbaarheid 59) moeite met intimiteit en/of seksualiteit 62) perfectionistisch snel afgeleid zijn moeilijk kunnen luisteren alles tegelijk doen dingen niet afmaken moeite hebben met details vergeetachtig zijn vaak dingen kwijt zijn, niet meer weten waar iets ligt niet stil kunnen zitten moeite hebben met ontspannen niet kunnen stoppen met praten altijd bezig zijn doen zonder nadenken opdringerig overkomen impulsief geld uitgeven of gokken Alles wat ik wel heb staat hier dus :) |
1) slechte (grove) motoriek, slechte coördinatie
3) dwangmatigheid (soms alleen in gedachten) 4) het niet 'zien' van dingen, en daardoor etiketjes opgeplakt krijgen als 'lui', 'egoïstisch' 5) jezelf soms voor de ander laten gaan 6) moeite met wederkerigheid, meer nemen dan geven, moeite met gelijkwaardigheid in contacten 7) als een ander iets vertelt, roept dat niet altijd een gevoel op, dus moeite met invoelen vanuit je gevoel, dit lukt soms wel vanuit je gedachten 8) lagere frequentie van contacten dan de meeste mensen: bijv. je vrienden maar gemiddeld eens per maand willen zien of spreken, of hooguit eens per week, geen behoefte aan intensief contact 9) niet altijd in contact kunnen staan met andere mensen of je omgeving, ook vaak weg zijn, letterlijk (weg gaan, op je kamer gaan zitten, alleen willen zijn) en figuurlijk (dissociëren, geestelijk weg gaan, absences/black outs) 10) absences/ weg vallen/ in je eigen hoofd gaan leven/ in je eigen wereldje zitten 11) moeite met groepen mensen, stil vallen in een groep, niks zeggen, niet meer deelnemen aan het gesprek 12) moeite met oppervlakkig praten, liever serieus doen, niet zo snel humor hebben 13) niet creatief zijn 14) liefst zelfstandig werken, dingen op je eigen manier willen doen, moeite met samenwerken 15) individualistisch 16) niet echt bij een groep (willen) horen, liever één-op-één contacten hebben 17) moeite met (laten) aanraken 18) grote zintuiglijke overgevoeligheid, bijv. voor geluiden 19) detail: vooral op details letten en de grote lijnen uit het oog verliezen, niet altijd de grote verbanden zien 20) visueel denken: je een plaatje maken in je hoofd, in beelden denken 22) eerder rationeel dan emotioneel zijn, tenminste zo komt het over op anderen, maar zelf kun je het gevoel hebben wel erg gevoelig (overgevoelig) te zijn. Sommige autisten zijn over- andere ondergevoelig. Niet alle autisten noemen zichzelf in hoofdzaak rationeel. 23) moeite met uiten van gevoelens, niet snel je gevoel laten zien 24) duidelijke eigen mening hebben 25) moeite relaties op te bouwen en vooral te houden, vooral wat betreft (intieme) vriendschappen 27) snel het overzicht kwijtraken 30) behoefte aan rust en een rustige omgeving, moeite met drukte 31) tegenstrijdigheden in jezelf: open-gesloten, stil-veel praten, aanpassen-moeite met aanpassen, flexibel-niet flexibel, optimistisch-depressief, vrij-geremd, nabijheid-afstand, lui-niet lui, rationeel-emotioneel en (over)gevoelig, etc. 32) onhandigheid 33) verwarring bij plagen 34) denken bij alles wat je doet 35) 'professortje' in de ogen van anderen 36) moeite met grenzen 37) moeite met beslissingen nemen, onzeker 39) gedrevenheid 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 43) je 'anders' voelen dan anderen 44) egocentrisch gevonden worden door je omgeving 45) weinig inlevingsvermogen 46) rigide, moeite met veranderingen 47) fiepen: stereotiepe interesses, die heel intens zijn 48) stereotiepe bewegingen/tics 49) letterlijkheid 50) behoefte aan structuur 51) moeite zelf initiatief te nemen 52) dingen op de lange baan schuiven 53) (niet-functionele) routines hebben 54) volharding op hetzelfde 55) (emotionele) kwetsbaarheid 56) slechte non-verbale communicatie (bijv. geen oogcontact maken) 58) pedant (geleerd) taalgebruik 59) moeite met intimiteit en/of seksualiteit 60) geen relaties (kunnen) hebben 61) behoefte aan voorspelbaarheid, slecht tegen onverwachte dingen kunnen 62) perfectionistisch snel afgeleid zijn moeilijk kunnen luisteren alles tegelijk doen dingen niet afmaken veel fouten maken moeite hebben met details vergeetachtig zijn vaak dingen kwijt zijn, niet meer weten waar iets ligt niet stil kunnen zitten steeds de handen of voeten bewegen wiebelen of friemelen een constant gevoel van innerlijke rusteloosheid niet te stuiten zijn, doordraven moeite hebben met ontspannen altijd bezig zijn Ik heb trouwens Asperger. :) |
SnS is zo'n beetje een enquete forum, dus hij staat hier wel goed.
|
Ik heb als het goed is geen ADHD of iets dergelijks... :)
3) dwangmatigheid (soms alleen in gedachten) 5) jezelf soms voor de ander laten gaan 7) als een ander iets vertelt, roept dat niet altijd een gevoel op, dus moeite met invoelen vanuit je gevoel, dit lukt soms wel vanuit je gedachten 9) niet altijd in contact kunnen staan met andere mensen of je omgeving, ook vaak weg zijn, letterlijk (weg gaan, op je kamer gaan zitten, alleen willen zijn) en figuurlijk (dissociëren, geestelijk weg gaan, absences/black outs) 10) absences/ weg vallen/ in je eigen hoofd gaan leven/ in je eigen wereldje zitten 14) liefst zelfstandig werken, dingen op je eigen manier willen doen, moeite met samenwerken 15) individualistisch 18) grote zintuiglijke overgevoeligheid, bijv. voor geluiden 20) visueel denken: je een plaatje maken in je hoofd, in beelden denken 21) sterk analytisch zijn 22) eerder rationeel dan emotioneel zijn, tenminste zo komt het over op anderen, maar zelf kun je het gevoel hebben wel erg gevoelig (overgevoelig) te zijn. Sommige autisten zijn over- andere ondergevoelig. Niet alle autisten noemen zichzelf in hoofdzaak rationeel. 24) duidelijke eigen mening hebben 30) behoefte aan rust en een rustige omgeving, moeite met drukte 31) tegenstrijdigheden in jezelf: open-gesloten, stil-veel praten, aanpassen-moeite met aanpassen, flexibel-niet flexibel, optimistisch-depressief, vrij-geremd, nabijheid-afstand, lui-niet lui, rationeel-emotioneel en (over)gevoelig, etc. 32) onhandigheid 34) denken bij alles wat je doet 35) 'professortje' in de ogen van anderen 37) moeite met beslissingen nemen, onzeker 38) eerlijkheid 39) gedrevenheid 40) wilskracht 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 44) egocentrisch gevonden worden door je omgeving 46) rigide, moeite met veranderingen 49) letterlijkheid 52) dingen op de lange baan schuiven 54) volharding op hetzelfde 58) pedant (geleerd) taalgebruik 62) perfectionistisch snel afgeleid zijn alles tegelijk doen dingen niet afmaken moeite hebben met details vergeetachtig zijn vaak dingen kwijt zijn, niet meer weten waar iets ligt wiebelen of friemelen een constant gevoel van innerlijke rusteloosheid moeite hebben met ontspannen niet kunnen stoppen met praten altijd bezig zijn doen zonder nadenken opdringerig overkomen moeite hebben op de beurt te wachten impulsief geld uitgeven of gokken [/B][/QUOTE] |
Geen ADHD of iets anders.
(Dingen weggelaten die niet van toepassing zijn.) 3) dwangmatigheid (soms alleen in gedachten) - soms 5) jezelf soms voor de ander laten gaan - soms 8) lagere frequentie van contacten dan de meeste mensen: bijv. je vrienden maar gemiddeld eens per maand willen zien of spreken, of hooguit eens per week, geen behoefte aan intensief contact - wel 9) niet altijd in contact kunnen staan met andere mensen of je omgeving, ook vaak weg zijn, letterlijk (weg gaan, op je kamer gaan zitten, alleen willen zijn) en figuurlijk (dissociëren, geestelijk weg gaan, absences/black outs) - soms 10) absences/ weg vallen/ in je eigen hoofd gaan leven/ in je eigen wereldje zitten - misschien een zeer klein beetje 11) moeite met groepen mensen, stil vallen in een groep, niks zeggen, niet meer deelnemen aan het gesprek - soms, maar vroeger meer dan nu 12) moeite met oppervlakkig praten, liever serieus doen, niet zo snel humor hebben - soms 14) liefst zelfstandig werken, dingen op je eigen manier willen doen, moeite met samenwerken - doe de meeste dingen liever alleen, maar samenwerken is geen probleem, mensen met wie ik samenwerk zijn altijd heel tevreden over mijn werk/houding. 15) individualistisch - ja 16) niet echt bij een groep (willen) horen, liever één-op-één contacten hebben - ja 17) moeite met (laten) aanraken - ja 18) grote zintuiglijke overgevoeligheid, bijv. voor geluiden - ja 20) visueel denken: je een plaatje maken in je hoofd, in beelden denken - soms 21) sterk analytisch zijn - volgens sommige mensen 24) duidelijke eigen mening hebben - ja 30) behoefte aan rust en een rustige omgeving, moeite met drukte - vroeger meer dan nu 33) verwarring bij plagen - zelden 34) denken bij alles wat je doet - altijd 35) 'professortje' in de ogen van anderen - al sinds m'n geboorte :P 38) eerlijkheid - altijd 39) gedrevenheid - meestal 40) wilskracht - meestal 41) doorzettingsvermogen - als ik het wil :P 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid - ja 43) je 'anders' voelen dan anderen - ja 46) rigide, moeite met veranderingen - vroeger meer dan nu 55) (emotionele) kwetsbaarheid - soms 56) slechte non-verbale communicatie (bijv. geen oogcontact maken) - misschien een beetje, ben verlegen 59) moeite met intimiteit en/of seksualiteit - ja 62) perfectionistisch - ja alles tegelijk doen dingen niet afmaken (32 punten van de 86 (?) waar ik aan voldoe; soms totaal, soms een beetje maar, lijkt me vrij normaal.) |
2) stereotiepe bewegingen/ tics
4) het niet 'zien' van dingen, en daardoor etiketjes opgeplakt krijgen als 'lui', 'egoïstisch' 5) jezelf soms voor de ander laten gaan 6) moeite met wederkerigheid, meer nemen dan geven, moeite met gelijkwaardigheid in contacten 7) als een ander iets vertelt, roept dat niet altijd een gevoel op, dus moeite met invoelen vanuit je gevoel, dit lukt soms wel vanuit je gedachten 8) lagere frequentie van contacten dan de meeste mensen: bijv. je vrienden maar gemiddeld eens per maand willen zien of spreken, of hooguit eens per week, geen behoefte aan intensief contact 10) absences/ weg vallen/ in je eigen hoofd gaan leven/ in je eigen wereldje zitten 11) moeite met groepen mensen, stil vallen in een groep, niks zeggen, niet meer deelnemen aan het gesprek 14) liefst zelfstandig werken, dingen op je eigen manier willen doen, moeite met samenwerken 15) individualistisch 16) niet echt bij een groep (willen) horen, liever één-op-één contacten hebben 20) visueel denken: je een plaatje maken in je hoofd, in beelden denken 23) moeite met uiten van gevoelens, niet snel je gevoel laten zien 31) tegenstrijdigheden in jezelf: open-gesloten, stil-veel praten, aanpassen-moeite met aanpassen, flexibel-niet flexibel, optimistisch-depressief, vrij-geremd, nabijheid-afstand, lui-niet lui, rationeel-emotioneel en (over)gevoelig, etc. 32) onhandigheid 36) moeite met grenzen 37) moeite met beslissingen nemen, onzeker 38) eerlijkheid 40) wilskracht 43) je 'anders' voelen dan anderen 44) egocentrisch gevonden worden door je omgeving 48) stereotiepe bewegingen/tics 50) behoefte aan structuur 51) moeite zelf initiatief te nemen 52) dingen op de lange baan schuiven 54) volharding op hetzelfde 55) (emotionele) kwetsbaarheid 57) naïviteit 62) perfectionistisch moeilijk kunnen luisteren dingen niet afmaken niet stil kunnen zitten steeds de handen of voeten bewegen altijd bezig zijn opdringerig overkomen moeite hebben op de beurt te wachten impulsief geld uitgeven of gokken weggehaald wat niet op mij van toepassing is |
vet gedrukt als het klopt
1) slechte (grove) motoriek, slechte coördinatie 2) stereotiepe bewegingen/ tics 3) dwangmatigheid (soms alleen in gedachten) 4) het niet 'zien' van dingen, en daardoor etiketjes opgeplakt krijgen als 'lui', 'egoïstisch' 5) jezelf soms voor de ander laten gaan 6) moeite met wederkerigheid, meer nemen dan geven, moeite met gelijkwaardigheid in contacten 7) als een ander iets vertelt, roept dat niet altijd een gevoel op, dus moeite met invoelen vanuit je gevoel, dit lukt soms wel vanuit je gedachten 8) lagere frequentie van contacten dan de meeste mensen: bijv. je vrienden maar gemiddeld eens per maand willen zien of spreken, of hooguit eens per week, geen behoefte aan intensief contact 9) niet altijd in contact kunnen staan met andere mensen of je omgeving, ook vaak weg zijn, letterlijk (weg gaan, op je kamer gaan zitten, alleen willen zijn) en figuurlijk (dissociëren, geestelijk weg gaan, absences/black outs) 10) absences/ weg vallen/ in je eigen hoofd gaan leven/ in je eigen wereldje zitten 11) moeite met groepen mensen, stil vallen in een groep, niks zeggen, niet meer deelnemen aan het gesprek 12) moeite met oppervlakkig praten, liever serieus doen, niet zo snel humor hebben 13) niet creatief zijn 14) liefst zelfstandig werken, dingen op je eigen manier willen doen, moeite met samenwerken 15) individualistisch 16) niet echt bij een groep (willen) horen, liever één-op-één contacten hebben 17) moeite met (laten) aanraken 18) grote zintuiglijke overgevoeligheid, bijv. voor geluiden 19) detail: vooral op details letten en de grote lijnen uit het oog verliezen, niet altijd de grote verbanden zien 20) visueel denken: je een plaatje maken in je hoofd, in beelden denken 21) sterk analytisch zijn 22) eerder rationeel dan emotioneel zijn, tenminste zo komt het over op anderen, maar zelf kun je het gevoel hebben wel erg gevoelig (overgevoelig) te zijn. Sommige autisten zijn over- andere ondergevoelig. Niet alle autisten noemen zichzelf in hoofdzaak rationeel. 23) moeite met uiten van gevoelens, niet snel je gevoel laten zien 24) duidelijke eigen mening hebben 25) moeite relaties op te bouwen en vooral te houden, vooral wat betreft (intieme) vriendschappen 26) maar 1 ding tegelijk kunnen doen 27) snel het overzicht kwijtraken 28) traagheid 29) prosopagnosia: lett. geen gezichten herkennen. 30) behoefte aan rust en een rustige omgeving, moeite met drukte 31) tegenstrijdigheden in jezelf: open-gesloten, stil-veel praten, aanpassen-moeite met aanpassen, flexibel-niet flexibel, optimistisch-depressief, vrij-geremd, nabijheid-afstand, lui-niet lui, rationeel-emotioneel en (over)gevoelig, etc. 32) onhandigheid 33) verwarring bij plagen 34) denken bij alles wat je doet 35) 'professortje' in de ogen van anderen 36) moeite met grenzen 37) moeite met beslissingen nemen, onzeker 38) eerlijkheid 39) gedrevenheid 40) wilskracht 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 43) je 'anders' voelen dan anderen 44) egocentrisch gevonden worden door je omgeving 45) weinig inlevingsvermogen 46) rigide, moeite met veranderingen 47) fiepen: stereotiepe interesses, die heel intens zijn 48) stereotiepe bewegingen/tics 49) letterlijkheid 50) behoefte aan structuur 51) moeite zelf initiatief te nemen 52) dingen op de lange baan schuiven 53) (niet-functionele) routines hebben 54) volharding op hetzelfde 55) (emotionele) kwetsbaarheid 56) slechte non-verbale communicatie (bijv. geen oogcontact maken) 57) naïviteit 58) pedant (geleerd) taalgebruik 59) moeite met intimiteit en/of seksualiteit 60) geen relaties (kunnen) hebben 61) behoefte aan voorspelbaarheid, slecht tegen onverwachte dingen kunnen 62) perfectionistisch snel afgeleid zijn moeilijk kunnen luisteren alles tegelijk doen dingen niet afmaken veel fouten maken moeite hebben met details vergeetachtig zijn vaak dingen kwijt zijn, niet meer weten waar iets ligt niet stil kunnen zitten steeds de handen of voeten bewegen wiebelen of friemelen een constant gevoel van innerlijke rusteloosheid niet te stuiten zijn, doordraven moeite hebben met ontspannen niet kunnen stoppen met praten altijd bezig zijn doen zonder nadenken opdringerig overkomen moeite hebben op de beurt te wachten impulsief geld uitgeven of gokken impulsief relaties en banen aangaan of verbreken vreetbuien hebben veel spanning en sensatie zoeken (te hard rijden, gevaarlijke sporten) snel ruzie maken naar mijn weten geen stoornissen word wel eens beschuldigd van autistische trekjes |
5) jezelf soms voor de ander laten gaan
14) liefst zelfstandig werken, dingen op je eigen manier willen doen, samenwerken 15) individualistisch 21) sterk analytisch zijn 22) eerder rationeel dan emotioneel zijn, tenminste zo komt het over op anderen, 23) 24) duidelijke eigen mening hebben 31) tegenstrijdigheden in jezelf: open-gesloten, stil-veel praten, aanpassen-moeite met aanpassen, flexibel-niet flexibel, optimistisch-depressief, vrij-geremd, nabijheid-afstand, lui-niet lui, rationeel-emotioneel en (over)gevoelig, etc. 34) denken bij alles wat je doet 35) 'professortje' in de ogen van anderen 38) eerlijkheid 40) wilskracht 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 43) je 'anders' voelen dan anderen 52) dingen op de lange baan schuiven 55) (emotionele) kwetsbaarheid 62) perfectionistisch alles tegelijk doen dingen niet afmaken vergeetachtig zijn vaak dingen kwijt zijn, niet meer weten waar iets ligt wiebelen of friemelen Valt me nog tegen, hoeveel ik hiervan heb :D |
1) slechte (grove) motoriek, slechte coördinatie
3) dwangmatigheid (soms alleen in gedachten) 9) niet altijd in contact kunnen staan met andere mensen of je omgeving, ook vaak weg zijn, letterlijk (weg gaan, op je kamer gaan zitten, alleen willen zijn) en figuurlijk (dissociëren, geestelijk weg gaan, absences/black outs) 10) absences/ weg vallen/ in je eigen hoofd gaan leven/ in je eigen wereldje zitten 13) niet creatief zijn 14) liefst zelfstandig werken, dingen op je eigen manier willen doen, moeite met samenwerken 16) niet echt bij een groep (willen) horen, liever één-op-één contacten hebben 17) moeite met (laten) aanraken 19) detail: vooral op details letten en de grote lijnen uit het oog verliezen, niet altijd de grote verbanden zien 20) visueel denken: je een plaatje maken in je hoofd, in beelden denken 23) moeite met uiten van gevoelens, niet snel je gevoel laten zien 24) duidelijke eigen mening hebben 31) tegenstrijdigheden in jezelf: open-gesloten, stil-veel praten, aanpassen-moeite met aanpassen, flexibel-niet flexibel, optimistisch-depressief, vrij-geremd, nabijheid-afstand, lui-niet lui, rationeel-emotioneel en (over)gevoelig, etc. 32) onhandigheid 34) denken bij alles wat je doet 35) 'professortje' in de ogen van anderen 37) moeite met beslissingen nemen, onzeker 38) eerlijkheid 39) gedrevenheid 40) wilskracht 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 43) je 'anders' voelen dan anderen 50) behoefte aan structuur 55) (emotionele) kwetsbaarheid 58) pedant (geleerd) taalgebruik 62) perfectionistisch alles tegelijk doen veel fouten maken steeds de handen of voeten bewegen wiebelen of friemelen niet te stuiten zijn, doordraven niet kunnen stoppen met praten altijd bezig zijn |
1) slechte (grove) motoriek, slechte coördinatie
2) stereotiepe bewegingen/ tics 3) dwangmatigheid (soms alleen in gedachten) 4) het niet 'zien' van dingen, en daardoor etiketjes opgeplakt krijgen als 'lui', 'egoïstisch' 5) jezelf soms voor de ander laten gaan 6) moeite met wederkerigheid, meer nemen dan geven, moeite met gelijkwaardigheid in contacten 7) als een ander iets vertelt, roept dat niet altijd een gevoel op, dus moeite met invoelen vanuit je gevoel, dit lukt soms wel vanuit je gedachten 8) lagere frequentie van contacten dan de meeste mensen: bijv. je vrienden maar gemiddeld eens per maand willen zien of spreken, of hooguit eens per week, geen behoefte aan intensief contact 9) niet altijd in contact kunnen staan met andere mensen of je omgeving, ook vaak weg zijn, letterlijk (weg gaan, op je kamer gaan zitten, alleen willen zijn) en figuurlijk (dissociëren, geestelijk weg gaan, absences/black outs) 10) absences/ weg vallen/ in je eigen hoofd gaan leven/ in je eigen wereldje zitten 11) moeite met groepen mensen, stil vallen in een groep, niks zeggen, niet meer deelnemen aan het gesprek 12) moeite met oppervlakkig praten, liever serieus doen, niet zo snel humor hebben 13) niet creatief zijn 14) liefst zelfstandig werken, dingen op je eigen manier willen doen, moeite met samenwerken 15) individualistisch 16) niet echt bij een groep (willen) horen, liever één-op-één contacten hebben 17) moeite met (laten) aanraken 18) grote zintuiglijke overgevoeligheid, bijv. voor geluiden 19) detail: vooral op details letten en de grote lijnen uit het oog verliezen, niet altijd de grote verbanden zien 20) visueel denken: je een plaatje maken in je hoofd, in beelden denken 21) sterk analytisch zijn 22) eerder rationeel dan emotioneel zijn, tenminste zo komt het over op anderen, maar zelf kun je het gevoel hebben wel erg gevoelig (overgevoelig) te zijn. Sommige autisten zijn over- andere ondergevoelig. Niet alle autisten noemen zichzelf in hoofdzaak rationeel. 23) moeite met uiten van gevoelens, niet snel je gevoel laten zien 24) duidelijke eigen mening hebben 26) maar 1 ding tegelijk kunnen doen 27) snel het overzicht kwijtraken 28) traagheid 30) behoefte aan rust en een rustige omgeving, moeite met drukte 31) tegenstrijdigheden in jezelf: open-gesloten, stil-veel praten, aanpassen-moeite met aanpassen, flexibel-niet flexibel, optimistisch-depressief, vrij-geremd, nabijheid-afstand, lui-niet lui, rationeel-emotioneel en (over)gevoelig, etc. 32) onhandigheid 33) verwarring bij plagen 34) denken bij alles wat je doet 35) 'professortje' in de ogen van anderen 36) moeite met grenzen 37) moeite met beslissingen nemen, onzeker 38) eerlijkheid 39) gedrevenheid 40) wilskracht 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 43) je 'anders' voelen dan anderen 44) egocentrisch gevonden worden door je omgeving 45) weinig inlevingsvermogen 46) rigide, moeite met veranderingen 47) fiepen: stereotiepe interesses, die heel intens zijn 48) stereotiepe bewegingen/tics 49) letterlijkheid 50) behoefte aan structuur 51) moeite zelf initiatief te nemen 52) dingen op de lange baan schuiven 53) (niet-functionele) routines hebben 54) volharding op hetzelfde 55) (emotionele) kwetsbaarheid 56) slechte non-verbale communicatie (bijv. geen oogcontact maken) 58) pedant (geleerd) taalgebruik 61) behoefte aan voorspelbaarheid, slecht tegen onverwachte dingen kunnen 62) perfectionistisch dingen niet afmaken vergeetachtig zijn steeds de handen of voeten bewegen wiebelen of friemelen --- Ik ben volgens mij autistisch, maar ben niet als zodanig gediagnostiseerd. |
Ik herken 17, 22, 24, 31,35, 39, 42, 43. 50, 58, 59 en 62 bij mezelf, 39 en 50 echt heel sterk. Daarnaast ben ik vergeetachtig. Voor zover ik weet heb ik echter geen geestelijke stoornis.
|
Ik kan beter noemen welke ik niet herken :|
1) slechte (grove) motoriek, slechte coördinatie 2) stereotiepe bewegingen/ tics 29) prosopagnosia: lett. geen gezichten herkennen. 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 47) fiepen: stereotiepe interesses, die heel intens zijn impulsief relaties en banen aangaan of verbreken vreetbuien hebben veel spanning en sensatie zoeken (te hard rijden, gevaarlijke sporten) snel ruzie maken De rest herken ik dus allemaal wel en voor zover bekend heb ik geen stoornissen. |
Ik heb al moeite met dit hele lijstje goed door te nemen :(, maar volgens mij zijn het best wel veel.
Overgens zover ik weet heb ik geen stoornissen. |
3) dwangmatigheid (soms alleen in gedachten)
5) jezelf soms voor de ander laten gaan 8) lagere frequentie van contacten dan de meeste mensen: bijv. je vrienden maar gemiddeld eens per maand willen zien of spreken, of hooguit eens per week, geen behoefte aan intensief contact 14) liefst zelfstandig werken, dingen op je eigen manier willen doen, moeite met samenwerken 15) individualistisch 21) sterk analytisch zijn 22) eerder rationeel dan emotioneel zijn, tenminste zo komt het over op anderen, maar zelf kun je het gevoel hebben wel erg gevoelig (overgevoelig) te zijn. Sommige autisten zijn over- andere ondergevoelig. Niet alle autisten noemen zichzelf in hoofdzaak rationeel. 23) moeite met uiten van gevoelens, niet snel je gevoel laten zien 24) duidelijke eigen mening hebben 25) moeite relaties op te bouwen en vooral te houden, vooral wat betreft (intieme) vriendschappen 28) traagheid 30) behoefte aan rust en een rustige omgeving, moeite met drukte 38) eerlijkheid 39) gedrevenheid 40) wilskracht 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 43) je 'anders' voelen dan anderen 49) letterlijkheid 50) behoefte aan structuur 51) moeite zelf initiatief te nemen 52) dingen op de lange baan schuiven 53) (niet-functionele) routines hebben 56) slechte non-verbale communicatie (bijv. geen oogcontact maken) 62) perfectionistisch snel afgeleid zijn alles tegelijk doen dingen niet afmaken vergeetachtig zijn vaak dingen kwijt zijn, niet meer weten waar iets ligt niet stil kunnen zitten steeds de handen of voeten bewegen wiebelen of friemelen altijd bezig zijn doen zonder nadenken moeite hebben op de beurt te wachten vreetbuien hebben veel spanning en sensatie zoeken (te hard rijden, gevaarlijke sporten) snel ruzie maken Vooral die laatste :| |
11) moeite met groepen mensen, stil vallen in een groep, niks
zeggen, niet meer deelnemen aan het gesprek 15) individualistisch 22) eerder rationeel dan emotioneel zijn, tenminste zo komt het over op anderen, maar zelf kun je het gevoel hebben wel erg gevoelig (overgevoelig) te zijn. Sommige autisten zijn over- andere ondergevoelig. Niet alle autisten noemen zichzelf in hoofdzaak rationeel. 24) duidelijke eigen mening hebben 25) moeite relaties op te bouwen en vooral te houden, vooral wat betreft (intieme) vriendschappen 29) prosopagnosia: lett. geen gezichten herkennen. 31) tegenstrijdigheden in jezelf: open-gesloten, stil-veel praten, aanpassen-moeite met aanpassen, flexibel-niet flexibel, optimistisch-depressief, vrij-geremd, nabijheid-afstand, lui-niet lui, rationeel-emotioneel en (over)gevoelig, etc. 32) onhandigheid 34) denken bij alles wat je doet 37) moeite met beslissingen nemen, onzeker 38) eerlijkheid 39) gedrevenheid 40) wilskracht 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 43) je 'anders' voelen dan anderen 51) moeite zelf initiatief te nemen 52) dingen op de lange baan schuiven 55) (emotionele) kwetsbaarheid 57) naïviteit alles tegelijk doen dingen niet afmaken veel fouten maken vergeetachtig zijn vaak dingen kwijt zijn, niet meer weten waar iets ligt wiebelen of friemelen een constant gevoel van innerlijke rusteloosheid moeite hebben op de beurt te wachten impulsief geld uitgeven of gokken Valt wel mee vind ik :) |
Citaat:
Want je had bijna net zo goed de hele lijst kunnen plakken. |
Citaat:
|
Op 1, 2, 13, 29, 32, 48 (dezelfde als 2, dus logisch), 58, 60 (ik ben getrouwd, dat zegt genoeg, denk ik ;)) herken ik alles uit het eerste rijtje. Uit het tweede rijtje ligt het erg aan de situatie of ik het wel of niet herken, ik kan soms snel afgeleid zijn, ik soms moeilijk luisteren, ik kan soms alles tegelijk doen, ik maak soms dingen niet af, enz. enz. enz. Ik ben niet autistisch en heb ook geen ADHD, ben nooit getest, dus ja. ;):)
|
Citaat:
|
3) dwangmatigheid (soms alleen in gedachten)
4) het niet 'zien' van dingen, en daardoor etiketjes opgeplakt krijgen als 'lui', 'egoïstisch' 5) jezelf soms voor de ander laten gaan 11) moeite met groepen mensen, stil vallen in een groep, niks zeggen, niet meer deelnemen aan het gesprek 13) niet creatief zijn 14) liefst zelfstandig werken, dingen op je eigen manier willen doen, 19) detail: vooral op details letten en de grote lijnen uit het oog verliezen, niet altijd de grote verbanden zien 20) visueel denken: je een plaatje maken in je hoofd, in beelden denken 23) moeite met uiten van gevoelens, niet snel je gevoel laten zien 24) duidelijke eigen mening hebben 29) prosopagnosia: lett. geen gezichten herkennen. 31) tegenstrijdigheden in jezelf: open-gesloten, stil-veel praten, aanpassen-moeite met aanpassen, flexibel-niet flexibel, optimistisch-depressief, vrij-geremd, nabijheid-afstand, lui-niet lui, rationeel-emotioneel en (over)gevoelig, etc. 32) onhandigheid 36) moeite met grenzen 37) moeite met beslissingen nemen, onzeker 38) eerlijkheid 39) gedrevenheid 40) wilskracht 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 51) moeite zelf initiatief te nemen 52) dingen op de lange baan schuiven 55) (emotionele) kwetsbaarheid 62) perfectionistisch snel afgeleid zijn alles tegelijk doen dingen niet afmaken vergeetachtig zijn vaak dingen kwijt zijn, niet meer weten waar iets ligt niet te stuiten zijn, doordraven moeite hebben met ontspannen moeite hebben op de beurt te wachten impulsief geld uitgeven of gokken vreetbuien hebben snel ruzie maken (hangt ervan af met wie:p) En ik heb geen stoornissen :) |
1) slechte (grove) motoriek, slechte coördinatie
8) lagere frequentie van contacten dan de meeste mensen: bijv. je vrienden maar gemiddeld eens per week willen zien of spreken, geen behoefte aan intensief contact /14) liefst zelfstandig werken, dingen op je eigen manier willen doen, moeite met samenwerken 15) individualistisch 16) niet echt bij een groep (willen) horen, liever één-op-één contacten hebben 17) moeite met (laten) aanraken 19) detail: vooral op details letten en de grote lijnen uit het oog verliezen, niet altijd de grote verbanden zien 21) sterk analytisch zijn 22) eerder rationeel dan emotioneel zijn, tenminste zo komt het over op anderen, maar zelf kun je het gevoel hebben wel erg gevoelig (overgevoelig) te zijn. Sommige autisten zijn over- andere ondergevoelig. Niet alle autisten noemen zichzelf in hoofdzaak rationeel. 23) moeite met uiten van gevoelens, niet snel je gevoel laten zien 27) snel het overzicht kwijtraken 30) behoefte aan rust en een rustige omgeving, moeite met drukte 31) tegenstrijdigheden in jezelf: open-gesloten, stil-veel praten, aanpassen-moeite met aanpassen, flexibel-niet flexibel, optimistisch-depressief, vrij-geremd, nabijheid-afstand, lui-niet lui, rationeel-emotioneel en (over)gevoelig, etc. 32) onhandigheid 33) verwarring bij plagen 34) denken bij alles wat je doet 35) 'professortje' in de ogen van anderen 37) moeite met beslissingen nemen, onzeker 38) eerlijkheid 39) gedrevenheid 40) wilskracht 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 43) je 'anders' voelen dan anderen 46) rigide, moeite met veranderingen 50) behoefte aan structuur 55) (emotionele) kwetsbaarheid 56) slechte non-verbale communicatie (bijv. geen oogcontact maken) 58) pedant (geleerd) taalgebruik 59) moeite met intimiteit en/of seksualiteit 61) behoefte aan voorspelbaarheid, slecht tegen onverwachte dingen kunnen 62) perfectionistisch alles tegelijk doen vaak dingen kwijt zijn, niet meer weten waar iets ligt niet stil kunnen zitten steeds de handen of voeten bewegen wiebelen of friemelen altijd bezig zijn snel ruzie maken Voor zover ik weet heb ik geen stoornissen, hoewel velen mij wel een beetje excentriek over vinden komen. :) |
2) stereotiepe bewegingen/ tics
3) dwangmatigheid (soms alleen in gedachten) 8) lagere frequentie van contacten dan de meeste mensen: bijv. je vrienden maar gemiddeld eens per maand willen zien of spreken, of hooguit eens per week, geen behoefte aan intensief contact 9) niet altijd in contact kunnen staan met andere mensen of je omgeving, ook vaak weg zijn, letterlijk (weg gaan, op je kamer gaan zitten, alleen willen zijn) en figuurlijk (dissociëren, geestelijk weg gaan, absences/black outs) 10) absences/ weg vallen/ in je eigen hoofd gaan leven/ in je eigen wereldje zitten 11) moeite met groepen mensen, stil vallen in een groep, niks zeggen, niet meer deelnemen aan het gesprek 14) liefst zelfstandig werken, dingen op je eigen manier willen doen, moeite met samenwerken 15) individualistisch 16) niet echt bij een groep (willen) horen, liever één-op-één contacten hebben 17) moeite met (laten) aanraken 18) grote zintuiglijke overgevoeligheid, bijv. voor geluiden 22) eerder rationeel dan emotioneel zijn, tenminste zo komt het over op anderen, maar zelf kun je het gevoel hebben wel erg gevoelig (overgevoelig) te zijn. Sommige autisten zijn over- andere ondergevoelig. Niet alle autisten noemen zichzelf in hoofdzaak rationeel. 23) moeite met uiten van gevoelens, niet snel je gevoel laten zien 25) moeite relaties op te bouwen en vooral te houden, vooral wat betreft (intieme) vriendschappen 28) traagheid 30) behoefte aan rust en een rustige omgeving, moeite met drukte 32) onhandigheid 33) verwarring bij plagen 34) denken bij alles wat je doet 35) 'professortje' in de ogen van anderen 37) moeite met beslissingen nemen, onzeker 38) eerlijkheid 39) gedrevenheid 40) wilskracht 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 43) je 'anders' voelen dan anderen 45) weinig inlevingsvermogen 46) rigide, moeite met veranderingen 50) behoefte aan structuur 51) moeite zelf initiatief te nemen 52) dingen op de lange baan schuiven 53) (niet-functionele) routines hebben 55) (emotionele) kwetsbaarheid 59) moeite met intimiteit en/of seksualiteit 60) geen relaties (kunnen) hebben 61) behoefte aan voorspelbaarheid, slecht tegen onverwachte dingen kunnen 62) perfectionistisch snel afgeleid zijn moeilijk kunnen luisteren alles tegelijk doen dingen niet afmaken veel fouten maken moeite hebben met details vergeetachtig zijn vaak dingen kwijt zijn, niet meer weten waar iets ligt niet stil kunnen zitten steeds de handen of voeten bewegen wiebelen of friemelen een constant gevoel van innerlijke rusteloosheid moeite hebben met ontspannen |
Citaat:
3) dwangmatigheid (soms alleen in gedachten) 6) moeite met wederkerigheid, meer nemen dan geven, moeite met gelijkwaardigheid in contacten 7) als een ander iets vertelt, roept dat niet altijd een gevoel op, dus moeite met invoelen vanuit je gevoel, dit lukt soms wel vanuit je gedachten 8) lagere frequentie van contacten dan de meeste mensen: bijv. je vrienden maar gemiddeld eens per maand willen zien of spreken, of hooguit eens per week, geen behoefte aan intensief contact 9) niet altijd in contact kunnen staan met andere mensen of je omgeving, ook vaak weg zijn, letterlijk (weg gaan, op je kamer gaan zitten, alleen willen zijn) en figuurlijk (dissociëren, geestelijk weg gaan, absences/black outs) 10) absences/ weg vallen/ in je eigen hoofd gaan leven/ in je eigen wereldje zitten 11) moeite met groepen mensen, stil vallen in een groep, niks zeggen, niet meer deelnemen aan het gesprek 12) moeite met oppervlakkig praten, liever serieus doen, niet zo snel humor hebben 14) liefst zelfstandig werken, dingen op je eigen manier willen doen, moeite met samenwerken 15) individualistisch 16) niet echt bij een groep (willen) horen, liever één-op-één contacten hebben 17) moeite met (laten) aanraken 18) grote zintuiglijke overgevoeligheid, bijv. voor geluiden 19) detail: vooral op details letten en de grote lijnen uit het oog verliezen, niet altijd de grote verbanden zien 20) visueel denken: je een plaatje maken in je hoofd, in beelden denken 21) sterk analytisch zijn 22) eerder rationeel dan emotioneel zijn, tenminste zo komt het over op anderen, maar zelf kun je het gevoel hebben wel erg gevoelig (overgevoelig) te zijn. Sommige autisten zijn over- andere ondergevoelig. Niet alle autisten noemen zichzelf in hoofdzaak rationeel. 23) moeite met uiten van gevoelens, niet snel je gevoel laten zien 24) duidelijke eigen mening hebben 25) moeite relaties op te bouwen en vooral te houden, vooral wat betreft (intieme) vriendschappen 27) snel het overzicht kwijtraken 28) traagheid 30) behoefte aan rust en een rustige omgeving, moeite met drukte 31) tegenstrijdigheden in jezelf: open-gesloten, stil-veel praten, aanpassen-moeite met aanpassen, flexibel-niet flexibel, optimistisch-depressief, vrij-geremd, nabijheid-afstand, lui-niet lui, rationeel-emotioneel en (over)gevoelig, etc. 32) onhandigheid 33) verwarring bij plagen 34) denken bij alles wat je doet 35) 'professortje' in de ogen van anderen 36) moeite met grenzen 37) moeite met beslissingen nemen, onzeker 38) eerlijkheid 39) gedrevenheid 40) wilskracht 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 43) je 'anders' voelen dan anderen 45) weinig inlevingsvermogen 47) fiepen: stereotiepe interesses, die heel intens zijn 49) letterlijkheid 50) behoefte aan structuur 51) moeite zelf initiatief te nemen 52) dingen op de lange baan schuiven 55) (emotionele) kwetsbaarheid 56) slechte non-verbale communicatie (bijv. geen oogcontact maken) 58) pedant (geleerd) taalgebruik 59) moeite met intimiteit en/of seksualiteit 60) geen relaties (kunnen) hebben 61) behoefte aan voorspelbaarheid, slecht tegen onverwachte dingen kunnen 62) perfectionistisch snel afgeleid zijn alles tegelijk doen dingen niet afmaken vergeetachtig zijn vaak dingen kwijt zijn, niet meer weten waar iets ligt een constant gevoel van innerlijke rusteloosheid opdringerig overkomen moeite hebben op de beurt te wachten |
Teeeeering, die lijst is echt veel te lang :|
|
7) als een ander iets vertelt, roept dat niet altijd een gevoel op,
dus moeite met invoelen vanuit je gevoel, dit lukt soms wel vanuit je gedachten 10) absences/ weg vallen/ in je eigen hoofd gaan leven/ in je eigen wereldje zitten 15) individualistisch 18) grote zintuiglijke overgevoeligheid, bijv. voor geluiden 21) sterk analytisch zijn 22) eerder rationeel dan emotioneel zijn, tenminste zo komt het over opanderen, maar zelf kun je het gevoel hebben wel erg gevoelig (overgevoelig) te zijn. Sommige autisten zijn over- andere ondergevoelig. Niet alle autisten noemen zichzelf in hoofdzaak rationeel. 23) moeite met uiten van gevoelens, niet snel je gevoel laten zien 30) behoefte aan rust en een rustige omgeving, moeite met drukte 31) tegenstrijdigheden in jezelf: open-gesloten, stil-veel praten, aanpassen-moeite met aanpassen, flexibel-niet flexibel, optimistisch-depressief, vrij-geremd, nabijheid-afstand, lui-niet lui, rationeel-emotioneel en (over)gevoelig, etc. 32) onhandigheid 35) 'professortje' in de ogen van anderen 38) eerlijkheid 40) wilskracht 43) je 'anders' voelen dan anderen 44) egocentrisch gevonden worden door je omgeving 52) dingen op de lange baan schuiven 58) pedant (geleerd) taalgebruik vergeetachtig zijn vaak dingen kwijt zijn, niet meer weten waar iets ligt steeds de handen of voeten bewegen Citaat:
|
Wat nou als jij en je omgeving geloven dat je autistisch bent en dat je therapeut dat niet denkt omdat het niet duidelijk naar voren kwam in een psychologisch onderzoek?
Ouders ontkennen ook enige afwijking. |
Citaat:
een second opinion is dan aan te raden. |
13) niet creatief zijn
16) niet echt bij een groep (willen) horen, liever één-op-één contacten hebben 20) visueel denken: je een plaatje maken in je hoofd, in beelden denken 24) duidelijke eigen mening hebben 32) onhandigheid 38) eerlijkheid 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 52) dingen op de lange baan schuiven 55) (emotionele) kwetsbaarheid dingen niet afmaken vaak dingen kwijt zijn, niet meer weten waar iets ligt |
Citaat:
|
Zo ongeveer:
5) jezelf soms voor de ander laten gaan 8) lagere frequentie van contacten dan de meeste mensen: bijv. je vrienden maar gemiddeld eens per maand willen zien of spreken, of hooguit eens per week, geen behoefte aan intensief contact 10) absences/ weg vallen/ in je eigen hoofd gaan leven/ in je eigen wereldje zitten (naja, hiervan alleen soms dat laatste... maar met bepaalde vrienden is dat vrij "normaal" dat we langs elkaar heen leven) 11) moeite met groepen mensen, stil vallen in een groep, niks zeggen, niet meer deelnemen aan het gesprek (ligt aan de personen met wie je samenbent) 13) niet creatief zijn 15) individualistisch 20) visueel denken: je een plaatje maken in je hoofd, in beelden denken 21) sterk analytisch zijn 24) duidelijke eigen mening hebben (hangt af van het onderwerp) 28) traagheid 30) behoefte aan rust en een rustige omgeving, moeite met drukte 32) onhandigheid 34) denken bij alles wat je doet 37) moeite met beslissingen nemen, onzeker 38) eerlijkheid 41) doorzettingsvermogen 43) je 'anders' voelen dan anderen 46) rigide, moeite met veranderingen 51) moeite zelf initiatief te nemen 62) perfectionistisch vergeetachtig zijn altijd bezig zijn doen zonder nadenken opdringerig overkomen |
3) dwangmatigheid (soms alleen in gedachten)
4) het niet 'zien' van dingen, en daardoor etiketjes opgeplakt krijgen als 'lui', 'egoïstisch' 6) moeite met wederkerigheid, meer nemen dan geven, moeite met gelijkwaardigheid in contacten (meer nemen dan geven in tegengestelde zin) 7) als een ander iets vertelt, roept dat niet altijd een gevoel op, dus moeite met invoelen vanuit je gevoel, dit lukt soms wel vanuit je gedachten 8) lagere frequentie van contacten dan de meeste mensen: bijv. je vrienden maar gemiddeld eens per maand willen zien of spreken, of hooguit eens per week, geen behoefte aan intensief contact 9) niet altijd in contact kunnen staan met andere mensen of je omgeving, ook vaak weg zijn, letterlijk (weg gaan, op je kamer gaan zitten, alleen willen zijn) en figuurlijk (dissociëren, geestelijk weg gaan, absences/black outs) 10) absences/ weg vallen/ in je eigen hoofd gaan leven/ in je eigen wereldje zitten 11) moeite met groepen mensen, stil vallen in een groep, niks zeggen, niet meer deelnemen aan het gesprek 15) individualistisch 16) niet echt bij een groep (willen) horen, liever één-op-één contacten hebben 17) moeite met (laten) aanraken 19) detail: vooral op details letten en de grote lijnen uit het oog verliezen, niet altijd de grote verbanden zien 22) eerder rationeel dan emotioneel zijn, tenminste zo komt het over op anderen, maar zelf kun je het gevoel hebben wel erg gevoelig (overgevoelig) te zijn. 23) moeite met uiten van gevoelens, niet snel je gevoel laten zien 24) duidelijke eigen mening hebben 25) moeite relaties op te bouwen en vooral te houden, vooral wat betreft (intieme) vriendschappen 29) prosopagnosia: lett. geen gezichten herkennen. 30) behoefte aan rust en een rustige omgeving, 31) tegenstrijdigheden in jezelf: open-gesloten, stil-veel praten, aanpassen-moeite met aanpassen, flexibel-niet flexibel, optimistisch-depressief, vrij-geremd, nabijheid-afstand, lui-niet lui, rationeel-emotioneel en (over)gevoelig, etc. 34) denken bij alles wat je doet 36) moeite met grenzen (hangt er van af wat het hier inhoudt) 38) eerlijkheid 39) gedrevenheid 40) wilskracht 41) doorzettingsvermogen 42) sterk gevoel voor rechtvaardigheid 43) je 'anders' voelen dan anderen 44) egocentrisch gevonden worden door je omgeving 47) fiepen: stereotiepe interesses, die heel intens zijn 49) letterlijkheid 52) dingen op de lange baan schuiven 53) (niet-functionele) routines hebben 56) slechte non-verbale communicatie (bijv. geen oogcontact maken) 58) pedant (geleerd) taalgebruik 59) moeite met intimiteit en/of seksualiteit 60) geen relaties (kunnen) hebben 62) perfectionistisch (in bepaalde dingen dan) een constant gevoel van innerlijke rusteloosheid niet te stuiten zijn, doordraven en nu? :) |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 09:48. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.