Economie Havo 5 vraag en aanbod lijn
hoofstuk 6 vraag 8 De aanbodlijn en de vraaglijn van arbeid worden weergegeven met de volgende vergelijkingen :
QA is 0,2L- 2 QA =aangeboden hoeveelheid arbeid in miljoenen arbeidsjaren. QV is -0,2l+10 QV =Gevraagde hoeeelheid arbeid in miljoenen arbeidsjaren. L= jaarloon* 1000 euro A bereken de hoogte van de evenwichtsloon Ik deed QA = QV 0,2+0,2= 0,4 10+22= 12 12 /0,4=30*1000= 30.000 B teken de vraaglijn en aanbodlijn daar heb ik veel moeite mee ik weet niet hoe je dat moet doen hoe bereken je de 3 punten om ene lijn te tekenen ? opdracht 5.12 Ik begrijp consumentensurplus en producentensurplus niet hoe moet je dat berekenen ?en hoe zie je dat in het grafiek wie wat is ? |
Nu werd het toch veel duidelijker als ik dit even zou tekenen.
Om te beginnen schrijf je zonder punten en komma;s, da's nauweljiks leesbaar. Ook haal je schrijffoutjes er niet uit (2 of 22 ??) Maar goed, 30.000 is reeel dus t zal wel kloppen., en dat was de vraag ook niet. De aanbodlijn teken je door het beste de twee nulpunten te berekenen. Da's t makkelijkst Loon is de prijs van arbeid, de prijs zet je op de verticale (y-) as Qa en Qv p de x-as Qa = 0.2 L - 2 als Qa = 0 => 0,2 L -2=0 => L = 10. Het punt (0,10) is dus een punt van de lijn en als L = 0 => Qa = 0,2 x 0 -2 = -2. Het punt (-2,0) is dus ook een punt van de lijn twee punten is genoeg, tekeken maar. Voor de Qv idem dito. consumetensurplus, Nu krijg je twee snijdende lijnen. Ik ga ze hier niet tekenen, je hebt t vast wel eens gezien. Vanaf het snijpunt een horizontale lijn trekken naar de y-as. Boven deze lijn, maar onder de vraaglijn, ontstaat een driehoek. Dit is het cons surplus. Dit zijn mensen (in dit geval bedrijven) die wel meer voor een arbeider zouden willen betalen, maar he dat is leuk de makrtprijs ligt veel lager. Ze hebben dus een voordelige arbeidskracht. Je berekent dit zo: stel het sniijpunt ligt op (Qe, Pe) moet wel he, (evenwichtsprijs en -hoeveelheid) De driehoek is breed van 0 tot Qe, dus Qe De driehoek is 'hoog' vanaf het snijpunt vraaglijn met y-as. Dit is de vaste component in Qv = -0.2L + 10, dus 10, en tot aan het eveneichtspunt, Pe. Je komt dus uit op 10-Pe en de oppervlakte van een driehoek is 1/2 * Qe * (10-Pe) producentensurplus dit gaat op dezelfde manier. Het is de driehoek onder Pe., maar boven de aanbodlijn. Aanbieders zouden voor weinig al willen aanbieden, maar krijgen meer omdat de marktprijs zo (voor hen dan ) hoog ligt. je berektn dit door : de breedte van de driehoek is weer Qe. de hoogte is: van snijpunt aanbodlijn/y-as tot Pe. en weer 1/2 x basis x hoogte |
Sorry maar ik snap het nog steeds niet in stappen zo fijner zijn heb geen wiskunde vandaar ?
|
Het tekenen van de lijnen in een assenstelsel moet je kunnen, ook zonder wiskunde.
Als je het getekend hebt ziet het er ongeveer als volgt uit: http://upload.wikimedia.org/wikipedi...ie-surplus.JPG De waardes bij alle snijpunten, in het plaatje de marktevenwicht en de snijpunten van de vraag en aanbodslijnen met de P-as (in jouw opgave is dat L) kan je allemaal redelijk eenvoudig berekenen P* weet je al, dat is Qv = Qa en geeft de L = 30 (wat in het plaatje als P staat is in jouw opgave gelijk aan L) Q* vind je door L = 30 in te vullen in Qv en/of Qa (geeft dus Q* = 4) dan zijn er nog de snijpunten van de Qv en Qa met de P-as, deze vind je door Qv = 0 en Qa = 0 in te vullen.. Teken het plaatje voor jezelf na, zet de vier waardes die je heb berekend in het plaatje bij de assen en je hebt alle informatie die nodig is om het oranje en blauwe driehoekje te berekenen |
Ik begrijp het nou eindelijk heel erg bedankt
|
Dat ziet er erg mooi uit. Dit onderwerp moet je eigenlijk met een plaatje ondersteunen. Kun je dat binnen de mogelijkheden van dit forum tekenen ?
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 23:38. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.