Hulp scheikunde
 

Hallo allemaal, ik begrijp mijn oefeningen van scheikunde niet. Ik zou het leuk vinden moesten jullie mij helpen :D

Hier zijn de vragen:

Hoeveel moleculen glucose (C6H12O6) zitten in 0,50 mol glucose?

Hoeveel mol ammoniakmoleculen vertegenwoordigen 3.1025 moleculen ammoniak?

Bepaal het aantal gram waterstofnitraat dat zich bevindt in 2,55 mol?

Wat bevat het grootste aantal moleculen: 1 mol stikstofgas of 1mol zuurstofgas? Verklaar je antwoord.

Welk van de onderstaande getallen geeft het aantal moleculen weer dat zich ongeveer in één suikerklontje bevinden?
A. 10-21
B. 10-6
C. 106
D. 1021


Alvast bedankt voor te helpen :)

Bedenk dat 1 mol deeltjes gelijk is aan 6,02·10²³ deeltes. Bedenk verder dat een atoom- of molecuulmassa van M u betekent dat 1 mol hiervan overeenkomt met M gram. Probeer nu eens om aan de hand hiervan de opgaven te maken.