Duits: nach, zu en in
 

Wanneer gebruik je Nach,zu en in?
Wanneer gebruik je welke?

zu, beweging, gaan naar. Uitzonderingen voor Nach hause gehen vanwege zu hause sein. (thuis zijn) en nach links und nach rechts gehen. (links of rechts gaan)

Staat in je boek.

Nach wordt gebruikt als het voor een zaaknaam of voor een geografische naam zonder lidwoord staat. Voorbeelden: Er geht nach Spanien, wir gehen nach Hause.
Zu wordt gebruikt in de betekenis van naar als het voor namen van personen staat, en als er sprake is van een richting. Voorbeelden: Er geht zum Zahnartzt, wir gehen zu unserem Onkel.
Zu wordt gebruikt in de betekenis van bij als het werkwoord in de zin een beweging uitdrukt. Voorbeelden: Er setzt sich zu mir, wir gehen zu ihm.
Zu wordt ook gebruikt in de betekenis van bij als er sprake is van een toevoeging. Voorbeeld: Er stellt die Flasche zu den andern.
Zu wordt gebruikt in de betekenis van te in uitdrukkingen als zu Fuß gehen, der Turm zu Paris, eine Aktion zu Wasser. Verder zijn er nog een aantal vaste uitdrukkingen met zu, zoals zu Worte kommen, zum ersten/letzten Mal, zu Boden fallen, zu Tisch/Bett gehen, zur Rechten/Linken, zum größten/kleinsten Teil, zwei zu eins (voetbaluitslag), en Hotel "Zur Krone"/"Zum blauen Bock".
In wordt gebruikt in de betekenis van naar als er sprake is van een richting. Denk aan uitdrukkingen als ins Kino/in die Schule gehen.

En ins Bett gehen :P

Ik snap niet echt veel van die uitleg kan iemand het misschien iets minder ingewikkeld uitleggen ?
Nach bij plaatsnamen volgens mij en de rest weet ik niet

Jij bent echt dom het staat daar perfect uit gelegd lees het ff goed

So, inderdaad, handy

:')

Ik heb geen zin in stom gescheld hier, dus dat heb ik verwijderd.

Als je zegt: ik ga naar Frankrijk, dan is dat een richting en een geografische naam..
Wat moet je dan doen?
Weet iemand het antwoord wil die dan naar mij mailen?
aailoveyuu@hotmail.com

In dit geval gebruik je nach: Ich gehe nach Frankreich.

Duidelijke uitleg van Mathfreak.


Aangezien veel van ons Nederlands zijn, deze zinnen zullen van pas komen:

Wir fahren morgen zurück in die Niederlande.

En

Wir sind schon zurück in den Niederlanden.