![]() |
[sk] Polymeren + eigen antw.
http://home.wanadoo.nl/famtran/poly.jpg
In dit artikel is sprake van isocyanaten. Dit zijn verbindingen die een -N=C=O groep bevatten. 1 Geef de structuurformule van 1,4-butaandiisocyanaat (BDI). <antwoord> Isocyanaten worden meestal gemaakt door reactie van fosgeen (COCl2) met een alkaanamine. Hierbij onstaat een isocynaat en een alkaanaminiumchloride. 2 Geef de vergelijking, in structuurformules, van de reacties tussen fosgeen en methaanamine waarbij methaanisocyanaat en methaanaminiumchloride(andere mogelijke naam: methylammoniumchloride) ontstaat.<antwoord> 3 Uit welke stoffen (namen zijn voldoende) kan de stof BDI gemaakt worden?<antwoord> Om te kunnen begrijpen hoe het in dit artikel getekende polymeer tot stand komt, kun je een chemisch leerboek naslaan. Daar staan twee reacties genoemd van isocynaten. http://home.wanadoo.nl/famtran/struc.JPG 4 Leg uit of de reactie van benzeenisocyanaat met ethanol een additie- of een condensatiereactie is. 5 Welke grondstoffen zijn gebruikt voor het in artikel getekende polymeer/ Je kunt volstaan met namen. <antwoord> Als een kleine hoeveelheid 1,2,3 -propaantriol wordt toegevoegd tijdens het polymeriseren, onstaat een stof met rubberachtige eigenschappen en veel hogere scheursterkte. 6 Leg uit hoe dat chemisch te verklaren is. <antwoord> Bovenstaande stoffen en reacties zijn niet speciaal ontwikkeld voor het onderzoek naar meniscus-operaties. Al jaren wordt dit soort stoffen toegepast, bijvoorbeeld als spouwmuurisolatiemateriaal (polyurethaanschuim). Een isocynaat kan namelijk gemakkelijk reageren met water op een manier die vergelijkbaar is met de reactie tussen isocyanaat en ethanol. 7 Geef de structuurformule van de stof die ontstaat als benzeenisocyanaat reageert met water. De stof die bij vraag 7 gevormd is ontleedt spontaan onder vorming van koolstofdioxide en benzeenamine. Als een 1,3 -benzeendiisocyanaat wordt gemengd met een beetje water treden soortgelijke reacties op als bij benzeenisocynaat. Tegelijk polymeriseert het mengsel ook nog.. 8 Leg dit uit. Maak hierbij eventueel gebruik van reactievergelijking in structuurformules. Idem ben dus heel dankbaar :) http://home.wanadoo.nl/famtran/sk1deel1.JPG http://home.wanadoo.nl/famtran/sk1deel2.JPG Zou iemand (die meer verstand van SK heeft dan mij (matige leerling)) de antwoorden op fouten kunnen controleren? |
Citaat:
|
oke supersteven bedankt voor je zeer zinvolle bijdrage
|
Niets te danken :)
|
het verschil tussen additiereactie en een substitutiereactie zou ik anders definieren:
bij een additiereactie wordt er een stof geaddeerd, ofwel toegevoegd, waarbij een dubbele of drievoudige binding als het ware openklapt. bij een substitutie wordt een zijgroep vervangen door een andere zijgroep, waarbij dus geen dubbele of drievoudige vbindingen voor nodig zijn. als 1,2-butaandiamine mogelijk is, dan is 1,3 en 2,3-butaandiamine ook mogelijk. Teken maar een bocht in het molecuul en zet de amines op de uiteinden --> zo kun je 1,2 en 1,3 butaandiamine laten regeren tot een BDI --> maar BDI is 1,4 butaandiisoocyanaat en dus is alleen 1,4 butaandiamine mogelijk om de hierbedoelde BDI te maken. in het artikel zijn gewoon fosgeen en 1,4-butaandiamine gebruikt voor de vorming van het getekende polymeer. propaantriol heeft OH-groepen die veresterd of veretherd kunnen worden, waardoor er een netwerkpolymeer ontstaat en die hebben een hogere scheursterkte, want ze zijn steviger. de carbonzuurgroepen kunnen onder eenzelfde manier reageren als een verestering waarbij anhydriden worden gevormd --> de polymerisatie. |
thanks klopt helemaal/
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 06:15. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.