2 economische stellingen
 

Voor een EC12 PO heb ik o.a. 2 stellingen gekregen waarbij ik uit moet leggen waarom de beweringen juist of onjuist zijn.

stelling a. De progressie in de tarieven van de loon- en inkomstenbelasting wordt veroorzaakt door zowel de steeds hogere marginale tarieven als door de heffingskorting.

stelling b. Omdat voor de berekening van de verschuldigde inkomstenbelasting aftrekposten zijn toegestaan, vermindert de progressie in de loon- en inkomstenbelasting.

Volgens mij is de eerste stelling juist en de tweede onjuist, maar ik kan deze antwoorden niet goed uitleggen. Kan iemand me helpen?

Stelling a
Het leek mij logischer dat de progressie wordt veroorzaakt door de verschillende schijven in het belasting systeem. Als je meer verdient moet je ook procentueel meer belasting betalen..

Stelling b: Volgens mij is die wel waar, maar dat weet ik niet cker. Omdat mensen die meer verdienen dan gemiddeld meer moeten betalen... Iedereen heeft aftrekposten, maar mensen met een hoger salaris kunnen dan procentueel gezien minder aftrekken...

Volgens mij spreek je jezelf tegen op deze manier...

Als mensen met een hoger salaris procentueel minder kunnen aftrekken als mensen met een lager salaris, moeten de hogere inkomens meer betalen bij gebruik van aftrekposten. Dat zei je ook.
Dit zou echter leidden tot een vergroting van de progressie in de loon- en inkomstenbelasting. Of snap ik het verkeerd?

zou goed kunnen ik haal progressie en degressie altijd door elkaar, maar je snapt wat ik bedoel?

Ja en bedankt! ;)

Ja, dat snap ik. Dat klinkt veel simpeler.

Maar is 'de steeds hogere marginale tarieven' niet hetzelfde als 'de verschillende schijven' in ons belastingstelsel. Als dat zo is dan is de stelling juist.

En wat die heffingskortingen betreft, ik snap nu dat die leidden tot progressie.