[HAVO WIB1,2] veel te leren???
 

als je samengevat erbij pakt ( die onwijs onoverzichtelijk is, en je het gevoel krijgt dat je onwijs veel moet leren)..

maar als je nou het examen van vorig jaar gaat maken, dan hebbik echt de indruk alsof je niets hoeft te leren!!.. allemaal beetje oppervlakkig gedoe ..................

gaan julllie nog iets doen daarvoor dan!!?!?

Ik leerde er amper wat voor. Maar ja, ik was ook goed in Wiskunde B; het ging grotendeels automatisch.

Soms heb je van die sommen waar je de vraagstelling eerst goed moet begrijpen (denk "wat willen ze nou precies van me?") .. maar op het moment dat dat duidelijk is, is de uitwerking meestal niet meer het probleem.

Er was eigenlijk maar 1 ding wat ik rot vond: het differentieren sinus en cosinus inclusief analyse van sinusoiden. Dat had ik beter moeten uitdiepen, dan had ik een 10 gehaald ipv een 8.5 :)

Ik had ook het voordeel dat ik meetkunde simpel vond, dus ja. Het is voor iedereen anders denk ik. De een moet meer aandacht besteden aan meetkunde dan aan de functie-analyse, voor de ander is het andersom.

Besteedt iig aandacht aan de dingen die je niet goed kunt.

De samengevat lijkt alleen maar onoverzichtelijk omdat het zowel van het Natuur en gezondheid- als het Natuur en techniekprofiel het overzicht van de in dat profiel behandelde stof geeft. Er staat met tekentjes boven de desbetreffende stof echter duidelijk aangegeven tot welk profiel de stof behoort, dus je kunt voor het profiel dat jij hebt precies zien wat je voor het examen moet kennen. Ik maak zelf, in het kader van mijn bijlessen in wis-, natuur- en scheikunde die ik in mijn woonplaats Beek en Donk geef, ook gebruik van de samengevat voor deze vakken en vind ze zelf zeer overzichtelijk. Het is zelfs zo dat ik zeer regelmatig bij de boekhandel in Eindhoven waar ik ze koop ga kijken of er weer een gewijzigde druk van is verschenen zodat ik steeds over de meest recente exemplaren kan beschikken en dus niet het risico loop dat ik bijles geef over lesstof die inmiddels alweer verouderd is.

je moet onderscheid maken tussen wat wél en niet op je formulekaart staat. De dingen die op je formulekaart staan moet je kunnen begrijpen en gebruiken. De andere dingen moet je, met behulp van subtiele aanwijzingen, kunnen reproduceren/gebruiken