![]() |
help!!!!!!taak geshiedenis
ik moet voor geschiedenis zo'n taak make vande industriële revolutie.
je moet de uitvinding beschrijven van john kay, james hargreaves, samuel crompton of edmund cartwright :confused: en tan moek het economisch liberalisme beschrijven en zegge wa da ta precies inhoud en zegge of dat da nog actueel is.... plzzzz help |
Waarmee precies?
|
De volgende woorden komen niet in mijn woordenboek voor: make, vande, tan, moek, zegge, wa, da, ta, zegge en plzzzz.
1. Schietspoel (1730) door John Kay. Doel: 2x zo snel weven. In gebruikname: 1750, omdat vraag naar katoen toenam. Gevolg: gebrek aan spinsters --> lonen en textielprijzen omhoog. 2. Spinning Jenny (1764) door James Hargreaves. Doel: spinnen versnellen tot 16 draden tegelijk. Gevolg: breekbaar katoen. 3. Waterframe (1769) door Richard Arkwright. Doel: ruwe, sterke draad leveren. Gevolg: mogelijk om stoffen volledig uit katoen te maken. 4. Mule (1779) door Samuel Crompton. Doel : Combinatie van de Jenny en het frame. Gevolg: Snelle productie met fijn en sterk draad. Katoen werd voortaan voor alle soorten kleding gebruikt. Na verval van patent (1785) op grote schaal gebruikt. (Examenonderwerp geschiedenis 2) |
Je bent in de les de industriele revolutie aan het behandelen waarbij een lesboek wordt gebruikt neem ik aan. Daar staat vast iets in over het economisch liberalisme.
|
Vul die namen eens op http://nl.wikipedia.org - een handige online encyclopedie die je ongetwijfeld het een en ander kan leren over dit soort dingen.
|
'Het economisch liberalisme is ontstaan als reactie op de alzijdige overheidsbemoeienis met het economische leven op het eind van de 18de eeuw. De fysiocratische school in Frankrijk was de eerste economische denkrichting die op grond van de waargenomen wetmatigheid van het economische proces betoogde dat overheidsingrijpen alleen maar verstoringen teweeg kon brengen. De Engelse klassieke school zette de liberale traditie voort.
Aanvankelijk werd de wenselijkheid van staatsonthouding veelvuldig omkleed met filosofische begrippen. Later werd het economisch liberalisme verzakelijkt tot de zienswijze dat de marktvorm volledige mededinging in de evenwichtstoestand en statisch gezien een optimale behoeftenbevrediging teweegbrengt. Dit is verder uitgewerkt door de welvaartseconomie. Zijn er monopolie-elementen, dan wordt het optimum in het algemeen niet verwezenlijkt. Hiertegen richt zich vooral het neoliberalisme, dat de overheid een taak wil geven bij de bestrijding van deze monopolie-elementen. Bij het neoliberalisme is er dus geen zuivere staatsonthouding meer. Typisch liberaal is ook de zienswijze dat kleine euvelen van het economische proces beter aan zichzelf kunnen worden overgelaten, omdat ingrijpen altijd kosten met zich meebrengt en meestal vrijheden inperkt. Wordt er niettemin ingegrepen, dan zal het economische liberalisme altijd pleiten voor het gebruik van instrumenten die de economische vrijheid zo weinig mogelijk aan banden leggen, zoals monetaire en financiële politiek. In onze tijd wordt de Chicagoschool, onder leiding van Milton Friedman, wel als economische liberale school en als antipode van de keynesiaanse opvattingen aangemerkt.' |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 15:53. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.