![]() |
hun/hen
Ik ben even vergeten wanneer je ook al weer hen of hun gebruikt. Is het: 'ik geef het aan hun' en ook 'ik geef het hen'. Of is het andersom?
|
En dan vooral in deze zin:
"Er valt niets vreemds aan hun te ontdekken". Of is dat met hen? |
"Er valt niets vreemds aan hun te ontdekken".
het is; "Er valt niets vreemds aan hen te ontdekken". Hun is namelijk een bezittelijk voornaamwoord, Hen is persoonlijk! Nooit meer foutdoen :nono: ;) |
Citaat:
|
Volgens mij is 'hun' enkel meewerkend voorwerp en 'hen' lijdend voorwerp of na voorzetsels:
Ik zie hen. Ik geef het aan hen. Maar: Ik geef hun een boek. Maar ik weet het niet zeker hoor. |
Uit de Van Dale:
hun1 (pers.vnw.) 1 objectsvorm van 'zij', 3e pers. mv. [alleen als indirect object] hun2 (bez.vnw.) 1 3e pers. mv. hen2 (pers.vnw.) 1 objectsvorm van de 3e pers. mv. 'zij' Het kan 'aan hen' zijn, maar nooit 'aan hun'. :) |
Je kan zeggen 'Ik geef hun een boek' of 'Ik geef een boek aan hen'.
|
Je moet gewoon denken: 'is het bezittelijk?' Zo ja: als er géén van of aan of voor voor staat dan gebruik je hun.
|
Citaat:
(maar eigenlijk is dat een verschil dat kunstmatig in stand wordt gehouden, hoor. Het heeft nooit zo bestaan in het Nederlands en het bestaat nog steeds niet. Stomme 17e eeuwers die onze taal 'logisch' wilden maken :nono: ) |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 21:58. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.