![]() |
Franse werkwoorden
Kan iemand me helpen bij 't vertalen van deze werkwoorden? Bij de meeste heb ik wel een vermoeden, maar ik weet niet of dat goed is. Ik heb 't franse werkwoord er ff bijgezet.
Leven=vivre Ik heb geleefd: Jullie leven: Zij leven: Ik leefde: Worden=devenir Ik word: Wij worden: Zij worden: Ik werd: Ik ben geworden: Geloven=croire Ik geloofde: Zien=voir Ik zag= Dienen=servir Ik dien: Hij dient: Klagen=se plaindre Wij klagen: Ik klaagde: Ik heb geklaagd: |
Leven=vivre
Ik heb geleefd: J'ai veçu Jullie leven: vous vivez Zij leven: ils vivent Ik leefde: je vivais Worden=devenir Ik word: je deviens Wij worden: nous devenons Zij worden: ils devennient Ik werd: je devenais Ik ben geworden: je suis devenu(e) Geloven=croire Ik geloofde: je croyais Zien=voir Ik zag= voyais Dienen=servir Ik dien: je sers Hij dient: il sert Klagen=se plaindre Wij klagen: nous nous plaindrons Ik klaagde: je me plaignais Ik heb geklaagd: j'ai plaint Voor al dit soort dingen kun je ook kijken op http://www.verbix.com/ |
Citaat:
ik heb geklaagd = je me suis plaint(e) |
Citaat:
|
Oke bedankt! De meeste had ik wel goed gedacht, alleen die met klagen wist ik echt niet meer. Het is idd iets van de 3e klas, maar ik heb nu een leraar die dat als algemene kennis ziet, dus gaan de SEs er in de bovenbouw ook over...
|
Nog ff een vraag, klopt dit:
ik klaagde: je me plaignais En wat moet dit zijn: jullie leren: vous apprendons / apprennons / apprenons / apprendrons ? Pfff, ik word er gek van :s |
vous apprenez.
Als je nou op die site had gekeken die ik gegeven had, had je het veel sneller geweten.... |
vous apprenez
|
Citaat:
|
|
Citaat:
|
Mijn schuld.. ik had -ons en -ez weer eens door elkaar gegooid :bloos: :bloos:
|
Wat is de futur van avoir, être, faire, prendre, venir, aller, vouloir en pouvoir?
En de futur de passé van diezelfde werkwoorden??? ik snap die tijden echt niet. |
Citaat:
|
Citaat:
Futur is gewoon de toekomende tijd. Die wordt bij deze werkwoorden onregelmatig vervoegd, behalve prendre. Onregelmatig wil zeggen dat hun stam een vormverandering ondergaat waar andere ww's dat niet doen. Bij avoir wordt de stam van de futur: avoir -> aur- être -> ser- faire -> fer- prendre -> prendr- venir -> viendr- aller -> ir- vouloir -> voudr- pouvoir -> pourr- Plak hier de uitgangen aan voor het persoon en getal ai, as, a, ons, ez, ont dus: j'aurai, tu auras, etc. De conditionel vorm je met de uitgangen: ais, ais, ait, ions, iez, aient De futur antérieur is eenvoudig weg: hulpwerkwoord avoir of être in de futur simple + voltooid deelwoord. |
Citaat:
|
Grote up :P (n)
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 11:36. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.