[NA] Vragen
 

Ik heb morgen proefwerk natuurkunde, maar ik snap sommige dingen niet:

De formule voor de snelheid: v= g*t
De formule voor de afstand: s= 1/2 g*t²
Dan is de vraag, leid de formule s= 1/2 g*t² af van de formule v= g*t
als je neemt s=v*t en v=g*t dan krijg je s=g*t*t is s=g*t², maar hoe kom je dan aan die 1/2??

Aan een koets die rijdt zitten wielen die 12 spaken hebben en een middelijn hebben van 1,2 m. Deze worden gefilmd met een videocamera die 25 beelden per seconde opneemt. Het lijkt op de video net alsof de wielen van de koets stil staan.
a) bereken de afstand die de koets aflegt per wielomwenteling
b) bereken de snelheid van de koets
de koets reed later langzamer waardoor het leek dat het aantal spaken verdubbelde.
c) bereken de nieuwe snelheid van de koets.

wie kan mij helpen? bedankt :)

Over die afleiding: s is te bepalen door de oppervlakte onder een v(t)-grafiek te bepalen. v(t)=g*t levert een rechte lijn op door de oorsprong. Voor de afstand op t teken je een rechthoekige driehoek (O,t,v(t)). Oppervlakte s=(1/2)*breedte*hoogte=(1/2)*(t-0)*(g*t)=(1/2)g*t^2.

Anders gezegd: de snelheid neemt evenredig toe. Voor een constante snelheid v geldt x=v*t. Die geldt hier niet. Je kan aanvoelen dat je hier een soort gemiddelde moet nemen; v(0) is 0, op v(t)=g*t. Voor een rechte lijn is het gemiddelde (v2-v1)/2. Vgem is dus ((g*t)-0)/2. s=vgem*t=(g*t^2)/2.

Je zou trouwens ook kunnen integreren. Voor v(t)=g*t geldt V(t)=(1/2)*g*t^2. Een stuk netter, maar ik weet niet of je dat al behandeld hebt.

a) kan je met omtrek cirkel = 2*pi*r doen.
b) Elke spaak schuift in 1/25 seconde een plaatsje op. Na 12/25 seconde heb je dus één volledige wielomtrek afgelegd.
c) Elke spaak schuift nu in 2/25 seconde een plaatsje op. Eén wielomtrek vindt plaats in (2*12)/25 seconde. Halverwege wordt die spaak immers ook op film gezet. De rest vogel je zelf maar uit.

Bedankt :)

Ik had nog een vraag:
Bereken het benzinegebruik van een auto, (aantal liters per 100 km)
gegevens:
Snelheid = 100 km/h (constant)
Vermogen = 16 kW
Energie die bij 1 liter benzine vrijkomt = 33 * 10⁶
Rendement = 21%
Totale Weerstand = 590 N
Massa = 900 kg

Bedankt :)

Ik weet niet precies hoe je bij dit antwoord zou moeten komen.
Is vermogen het maximale vermogen, of gewoon het vermogen dat die auto verbruikt? Dan ben je snel klaar.

Anders zou je kunnen zeggen dat de wrijvingskracht Fwr 590 N levert over 100*10^3 m (W = F * s). Dat levert de wrijvingsarbeid op, kortom, het aantal Joule dat de auto moet leveren om op snelheid te blijven gedurende die 100 km. Rekening houden met rendement enzovoort.

vermogen is wat hij gebruikt bij 100 km/h

Dan heb je die weerstand en massa niet nodig.

Rendement * (energie die bij 1 liter benzine vrijkomt) geeft de hoeveelheid nuttige energie die per liter vrijkomt. Een uur bestaat uit 3600 s. Energie die totaal nodig is = vermogen * tijd = 16 kW * 3600 s.

(Totale hoeveelheid energie die nodig is) / (nuttige energie per liter benzine) = aantal liter benzine dat nodig is.

Het rekenwerk laat ik aan jou over.