nask
 

Heej mensuh!!!

Ik heb een probleempjuh.... :(
Ik moet een werkstuk maken maar ik weet 1 vraag niej :s
Kunnen jullie mij helpen??? Het is deze vraag:

*Beschrijf 'de normaal' met betrekking tot een spiegel en hoe hij staat t.o.v. de spiegel.

:confused: :confused: :confused:

Groetjes Sharon ;)
Alvast bedankt mensen!

Deze vraag is pas drie keer langsgeweest deze maand..... KLIK!

Dat weet ik, maar ik snap die uitleg niet. Sorry :s
Weten jullie misschien een antwoord op die vragen?
Het zou me erg helpen! :bloos:
Kus,
Sharon

De normaal is een lijn die loodrecht op de spiegel staat. Algemeen geldt dat de normaal van een vlak een lijn is die loodrecht op dat vlak staat. Als je een spiegel hebt waarbij gegeven is dat een lichtstraal onder een hoek i op de spiegel valt, dan kun je de hoek van terugkaatsing t als volgt vinden: teken in het punt waar de lichtstraal de spiegel treft de normaal. Veronderstel dat je een punt P hebt dat op de lichtstraal ligt, en op een gegeven afstand van de normaal ligt, en stel dat Q het punt is waar de lichtstraal de spiegel treft. Aan de andere kant van de normaal ligt dan een punt P' dat even hoog ligt als P, en dat even ver van de normaal ligt als P.
De hoek die de lichtstraal door P en Q met de normaal maakt is de hoek i, en de hoek die de teruggekaatste lichtstraal door P' en Q met de normaal maakt is de hoek t. Er geldt dan: i=t, omdat de hoek van inval altijd even groot is als de hoek van terugkaatsing.