nask vragen over het licht
 

Heej mensen,

Ik weet het, het hele forum staat al vol met deze vragen, maar ik snap die uitleg niet. Willen jullie mij deze vragen nog een x uitleggen? Dank jullie!

Dit zijn de vragen:
1. Leg uit wat de term accomoderen betekent.
2. Leg uit hoe het oog werkt.
3. Hoe bereken je het brandpuntafstand.
4. Beschrijf wat een reeel beeld van een voorwerp is bij een bolle lens en hoe je het moet berekenen.

Ik snap nix van deze vragen.....
Alvast bedankt,
Groetjes Sharon

Hallo,

Accomoderen moet ik even voor je opzoeken, maar hoe het oog werk weet ik wel.

Als je dichtbij kijk, wordt je lens bol. En als je ver kijk wordt je lens hol. Met lens bedoel ik natuurlijk je ooglens en geen lens. Messchien kan je bij de biologie afdeling bij google kijken om een meer gedetailleerde uitleg hoe het oog werkt (y)

De rest weet ik niet. Brandpunt afstand... ik heb dat alleen geleert door te tekenen. :)

Je kan de "bolheid" van je ooglens veranderen. Dit is nodig om op verschillende afstanden scherp te kunnen zien. Dit aanpassen heet accommoderen.
Ja dit is niet echt een duidelijke vraag. Hier kan je hele boeken over schrijven. Maar als je alleen over de lens praat dan staat dat eigenlijk al in mijn verhaal bij vraag 1. Maar nog even voor de duidelijkheid: dat accommoderen kan omdat er spieren om je ooglens zitten, die je kunt laten samentrekken. Hierdoor wordt de lens bol/ minder bol en dus NIET hol (ook al beweert de persoon boven mij dat dat wel zo is). Overigens nog een opmerking: de grootste breking van lichtstralen vindt niet plaats in de ooglens, maar in de rest van het systeem (hoornvlies ed).
Er geldt de volgende formule: 1/f = 1/v + 1/b
Hierbij is v de voorwerpsafstand (afstand van het voorwerp naar optisch middelpunt van de lens), b de beeldafstand (afstand van het beeld naar het optisch middelpunt van de lens) en f de brandpuntsafstand. Dus gewoon even invullen.
Een reeël beeld is een beeld dat zich aan de andere kant van de lens bevindt, dan het voorwerp. Verder kan je een reeël beeld weergeven op een scherm. En ik weet niet wat je wilt berekenen. Bedoel je de afstand vanaf de lens, dan staat de uitleg al bij drie. Maar bedoel je de grote van het voorwerp dan moet je gebruik maken van N = b/v.
Je vult bij v de voorwerpsafstand in en bij b de beeldafstand. Je krijgt dan N (= de vergroting). Dan pak je opnieuw de formule N = b/v. Je vult nu de zojuist berekende N in. Bij v vul je de grootte van het voorwerp in en dan kan je b uitrekenen. B is in dit geval de grote van het beeld.