![]() |
Integraal/Sommeren (simpel vraagje)
Hoihoi,
Ik zit in het beginstadium van integreren, waar je dus nog geen ingewikkelde formules moet invoeren of het exact moet gaan bepalen e.d. Het lijkt best simpel, maar na een paar sommetjes te hebben gemaakt, komen alle antwoorden helemaal niet overeen met de antwoorden die in het boek vermeld staan. Zeer frustrerend :( Misschien dat iemand me met 1 opgave verder kan helpen, zodat ik de rest zelf goed kan maken. Een vuurpijl wordt in 10 seconden naar boven gestuwd, op zo'n manier dat zijn snelheid (in m/s) op tijdstip t gegeven wordt door: v = t * (10-t) b. benader met 5 deelintervallen de hoogte die de vuurpijl bereikt. Ik heb als volgt geredeneerd: De formule geeft aan dat het om een bergparabol gaat, dit klopt ook wanneer het in je GR plot. Dus, je moet niet het hele oppervlak van de parabol berekenen, maar de helft. De pijl gaat tenslotte weer omlaag. Je 'snijdt' de helft in 5 stukken, zodat je 5 blokken krijgt en daar bereken je de oppervlakte van. Dat bij elkaar opgetelt is de hoogte in meters. Waar zit mijn denkfout? Alvast vele malen dank! |
Citaat:
|
Citaat:
Allereerst omdat in de opgave staat dat hij in 10 seconde naar boven wordt gestuwd. Dit houdt dus in dat de formule alleen van toepassing is het naar boven gaan van de pijl. Daarnaast zegt hetgeen dat de afgeleide op punt t=5 niet zoveel. Het zegt alleen dat daar de versnelling gelijk is aan 0. Het gaat er juist om waar de snelheid nul is. En dat is op het toppunt van de baan van de pijl (en dus niet van de grafiek). Via mijn grafische rekenmachine kwam ik uit op : 166 2/3 meter. Dus dat komt wel gewoon overeen met het antwoord van Snees alleen klopt die eerst zin niet volgens mij. Bovendien als je van Snees zou uitgaan dat hij bij t =5 op zijn hoogste punt is dan zou je dus de oppervlakte van de helft van de grafiek moeten uitrekenen want er staat bereken de hoogte die hij bereikt en niet de afgelegde weg. |
Citaat:
v(t) = t (10-t) = 10t - t^2 V(t) = 5 t^2 - 1/3 t^3 (toch?) V(10) = 5 * 10^2 - 1\3 10^3 = 500 - 333,33 = 166,67 En met deelintervallen moet je steeds v(t) * 2 doen. Met voor t 1, 3, 5, 7, en 9. En die waarden tel je dan allemaal bij elkaar op. v(1)*2=18 v(3)*2=42 v(5)*2=50 v(7)*2=42 v(9)*2=18 18+42+50+42+18=170 |
let er wel op dat je een ondersom en een bovensom hebt
|
Citaat:
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 20:47. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.