[NA] vragen...
 

Vanmiddag had ik een natuurkunde SE en er zaten echt 'rare' vragen bij... het hoofdstuk heet Evenwichten en ik zit in VWO5 misschien dat iemand er een antwoord op heeft... ben nml. best benieuwd:

1. In oude herenhuizen zit de deurknop vaak in het midden, leg natuurkundig uit of dit handig is of niet

2. Om een schroef ergens uit te draaien... is het dan -natuurkundig gezien- slimmer om een schroevendraaier met een dun handvat te gebruiken of een dikker handvat,
-ik had hier dunner omdat je minder omwentelingen hoeft te maken

3. je hebt een balk die op de langste zijde ligt... het is van Ebbenhout gemaakt en het heeft de maten 0,05 * 0,10 * 0,20 m,
er word aan de rechterbovenkant getrokken onder een hoek van 20 graden... zie plaatje... Door een oneffenheid op de grond zal de balk gaan 'staan' als je hard genoeg trekt... hoe groot moet F minimaal zijn om te zorgen dat de balk omhoogkomt?

http://i5.photobucket.com/albums/y18...ATUURKUNDE.bmp

- Ik had zelf al de massa van de balk berekent... deze was 1,27 kilogram...

4. Je hebt een vliegtuig van 50 ton... het zwaartepunt zit in het midden van het vliegtuig... zie plaatje... hoeveel kracht rust er op de wielen op plaats Z? En op plaatst K?

http://i5.photobucket.com/albums/y18...tuurkunde2.bmp

- hier snapte ik niets van... ik had Z verzonnen en zo K uitgerekend...



Als iemand wat antwoorden heeft... alvast bedankt :)

1. Nee, je kan hem het beste aan de zijkant doen aangezien je dan een grotere (natuurkundige) arm hebt (vanaf het draaipunt).

2. Je moet netzoveel omwentelling maken bij allebei hoor. En nu kun je denk ik het beste eentje met een dikker handvat pakken, om dezelfde reden als bij vraag 1 (arm wordt groter).

3. Met omhoogkomen bedoel je dus gewoon de minimale beweging zeg maar, en niet dat hij recht op komt te staan neem ik aan.
In dat geval moet je een driehoek maken. Je weet van die driehoek een hoek (hoek A) en je weet de overstaande zijde van die hoek (F_z = m · g = 1,27 · 9.81 = ... N). Je kan dan met de sinus de schuine zijde en dus de trekkracht uitrekenen. F_span = F_z / cos(20°) = ... N.

Als je er een tekening bijmaakt wordt het waarschijnlijk wat duidelijker, maar daar heb ik nu even geen zin in :o.

vraag 4:

als het zwaartepunt in het middenligt kan je de rest uitrekenenen. Ik zal uitleggen hoe, de rest moet je zelf ff uitrekenen.

op het zwaartepunt staat een kracht van ongeveer 50000 N (50 ton) recht naar beneden. De wielen leveren allebij een kracht omhoog.

Leg het momentpunt op 1 van de wielen en reken zo de kracht op het andere wiel uit met behulp dat som M = 0. Voor het 2e wiel kan je het zelfde doen, alleen dan andersom maar je kan ook de kracht die je bij het eerste wiel gevonden hebt afhalen van de kracht in het zwaartepunt.

Het is makkelijk als je een VLS tekent met daarin de afstand van zwaartepunt tot de wielen en de 3 krachten tekent.

Hoe er rekenening mee dat er statisch evenwicht moet zijn dus:
som M = 0
som Fy= 0

Hoop dat je eruit komt.

Bedankt :) komt vast wel goed :p