[Column, oid] Integratie
Tjaah, ik wilde eigenlijk een column gaan schrijven voor de wedstrijd hier, - ja, ik was daadwerkelijk van plan mee te doen - maar het pakte toch iets anders uit. Wel beetje de trekken van een column, maar niet echt te lengte.. (althans, niet die die aan de wedstrijd gebonden was)
Integratie – Respect.
Gisteren, zat ik op het Centraal Station. Het was niet echt koud, maar er stond een gure wind die me diep in mijn jas deed wegduiken. Samenzweerderig playbackte ik met de ‘Velvet Revolvers’ mee, zij begrepen alles. Op het bankje naast mij ging een vrouw van middelbare leeftijd zitten. Ze bekeek me aandachtig, met een vuile blik. Ik met een grote grijns, begreep wel waarom ze naar me keek. Zwarte lange rok, zwart shirt erop, zwart jack erover heen en zwarte ogen. Misschien prikkelde de rozenketting met doornen die ik om mijn nek droeg haar nog wel het meeste. Alsof er ‘666’ op mijn voorhoofd geschreven stond. Of, tegenwoordig ‘616’. Ach, what the hell, ik besloot mij tot ‘HIM’ te wenden, degene die al mijn gedachten perfect kon beschrijven. Naast de vrouw ging een jongere vrouw zitten, tussen de dames was een vriendelijk knikje op zijn plek, tot de ogen wederom naar mij gingen. In een aardige poging naar de jongere vrouw wilde ik mijn leukste glimlach glimlachen, maar toen ik de afgunst in haar ogen zag, verdween deze gedachte resoluut en maakte ik een zacht grommend geluid. De ogen van de vrouw werden groot van schrik en ze keek snel voor zich uit. Ik grijnsde tevreden en smeedde vanbinnen plannetjes hoe ik de vrouw nogmaals de stuipen op het lijf zou jagen.
Diep in gedachten verzonken, merkte ik niet dat alle ogen van Utrecht Centraal voor de derde keer mijn richting op gingen. Toen ik de blikken ontdekte wilde ik al gaan grommen, maar al snel kwam ik tot de conclusie, dat deze welgemeende aandacht niet voor mij was bedoeld. Nieuwsgierig draaide ik me om en vrijwel meteen begreep ik wat er deze keer was. Vier mannen, twee vrouwen. Twee mannen met een keppeltje op hun hoofd en een lange zwarte baard liepen voorop, daarachter twee vrouwen in burka en achteraan weer twee mannen met een keppeltje en zwarte baard. Schichtig keken de mannen op zich heen, ze gebaarden dat de vrouwen hier wel konden zitten. Nu zat ik dus naast twee mensen waarvan ik niet eens met honderd procent zekerheid kon vaststellen of ze wel vrouwen waren. Dat dénk je natuurlijk wel, ik bedoel, een man gaat niet in zo’n ‘tent’ zitten, dat zou beneden zijn stand zijn. Maar ja, hoe vaak worden er wel niet aanslagen gepleegd omdat er mannen in een burka zitten en een pistool hebben meegesmokkeld? In ieder geval, ik weet hoe vervelend het is om aangestaard te worden, dus besloot ik niet te willen kijken. Maar ja, het trekt toch je aandacht, zo’n burka. Vanuit mijn ooghoeken keek ik even naar de twee gewaden, want, dat was ook echt het enige dat je zag. Twee paar ogen keken mij medelevend aan. Ik glimlachte, en door de rimpeltjes rond de ogen
die waarschijnlijk diepbruin waren, zag ik dat de vrouwen ook naar mij lachten. Ik heb er bewondering voor, heel veel zelfs. Ik moet er niet aan denken, de hele dag in zo’n ‘tent’ rondlopen. Maar dat zal waarschijnlijk ook wel niet de eerste keuze van die vrouwen zijn. De trein arriveerde en ik zocht met Papa Roach op de achtergrond een plaatsje op.
Later die dag, eenmaal in Amsterdam aangekomen - gegeten, geshopt - besloten mijn broer en ik naar de Dam te gaan. Het was immers 4 mei, dodenherdenking en beide wilden wij die ceremonie op de Dam wel eens meemaken van dichterbij dan het tv-scherm. Twee minuten absolute stilte, alleen het tikken van de vlaggenmast verraadde dat het leven om ons heen gewoon doorging. De wind waaide nog steeds, de wolken bleven tegen elkaar opbotsen - ze dreven niet eens uit elkaar om een lichtstraal door te laten breken, zoals je in B-films altijd ziet - de wereld draaide door. Alleen wij stonden even stil bij of liever gezegd ín het verleden. Langzaam keek ik om mij heen, de stilte was overdonderend, zo’n paar miljoen mensen in een piepklein landje waren tezamen doodstil. Dood-stil. Mijn blik bleef hangen bij een groepje van zes mensen. Twee mannen, twee vrouwen, en weer twee mannen. Vrouwen in Burka, mannen met keppeltje op en met de aanwezigheid van een lange baard. Alle zes met hun hoofd eerbiedig gebogen. Even overspoelde het gevoel van schaamte zich bij mij. Hoe had ik aan een aanslag kunnen denken? - Hoe hadden die vrouwen op het andere bankje mij als satanaanbidster kunnen zien? - Mijn hoofd stond even stil bij de mensen in Nederland, die gewoon doorgingen met hun leven te leven, zonder ook maar even aan 4 mei te denken. Vervolgens vlogen mijn gedachten naar deze mensen, immigranten, die hun leven niet anders kenden als het dienen van Allah. En dan toch, voor iets waar ze misschien amper iets van af wisten hun hoofd bogen, gewoon uit eerbied, respect. Zwijgend richtte ik mijn hoofd weer naar beneden. Knap straaltje van integratie als je het mij vraagt, eentje waarvan misschien de meest Nederlandse Nederlander nog iets kan leren.
Nijn*- Excuses voor de onderbreking, 't is best moeilijk om met word te werken :p
|