![]() |
schopenhauer?
Ik heb er voor mijn filosofisch essay voor gekozen te onderzoeken waarom mensen (jongeren) zich zo afzetten tegen de gevestigde orde. Ik wil mijn antwoord verder zoeken in schopenhauers werk. ik kan mij herinneren dat hij zo'n beschrijving had van levensfases. En dat de mens altijd maar verlangt en daardoor altijd lijdt, maar dat dat in bepaalde levensfases weg gaat ed?
Ik wilde het dan zo zeggen dat jongeren (2e fase ofzo) zich afzetten tegen de wat latere fases (oud volwassenen/volwassenen) omdat zij vinden dat die volwassenen dom zijn omdat zij niet meer begeren. Die jongeren denken dan dat de volwassenen het opgegeven hebben oid. Zij hebben dan nog niet door dat die volwassenen juist verder zijn en het verlangen en daarmee het lijden opgegeven hebben. Oke, om het even in te korten; weet iemand iets meer over schopenhauers 'levensfases' en dat begeren ed? |
Moeilijk. Maar dit was wel een relevant stukje
Schopenhauer had Kant bestudeerd en dus ook Kants Ding an sich, waaronder Kant het wezen der werkelijkheid verstaat, dat volgens hem onkenbaar is. Schopenhauer is het, wat de onkenbaarheid betreft, met Kant niet eens en zegt, dat het Ding an sich de wil is, de natuurlijke blinde wil tot leven en dat het brandpunt van dezen wil de geslachtelijkheid is. Door den wil wordt de mensch gedreven; zijn begeeren doet hem van allerlei aanlokkelijk schijnen; doet hem in allerlei illusies leven, maar tenslotte staat hij altijd weer met leege handen, want elke bevredigde begeerte wordt onmiddellijk vervangen door een andere, terwijl gemeenlijk de bevrediging zelf grootendeels een teleurstelling is. Zoo jacht de mensch door het leven en bereikt niet anders dan moeite en verdriet,, want het geluksmoment, zoo het er al is, houdt geen stand. Zijn eerste conclusie is dan ook, dat het leven niet de moeite waard is, maar bij deze conclusie blijft hij niet stilstaan. De wil, die blind is, heeft zich nl. als den mensch het intellect geschapen, om zichzelf een beetje voor te lichten en zijn naaste omgeving te kunnen zien. Vanuit dit Punt ontwikkelt Schopenhauer dan een opvatting omtrent den mensch, welke grootsch genoemd mag worden. Door het intellect te scheppen roept de wil n.l. de tegenpool van het brandpunt der geslachtelijkheid in het leven, en door deze tegenpool is de mensch als intellectueel wezen in staat om den wil, die zijn intellect schiep, aan het intellect te onderwerpen, waardoor de mensch de verlosser der wereld zijn kan. Deze laatste conclusie heft het pessimisme der eerste gedeeltelijk op en brengt, zijn gedachtengang in overeenstemming met het antieke Grieksche pessimisme, dat leerde, dat het goed is te leven, beter te sterven, maar dat het beste is nooit geboren te zijn. Bron: http://www.nikhef.nl/~a17/wd/WD_02.HTM |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 00:39. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.