![]() |
kansrekenen
Hey , kheb nog een vraagje :confused: Mijn laatste van de dag, en het is eigenlijk een korte vraag, iv.m. kansrekenen...
"4 identieke kisten met goederen arriviren aan boord van een schip. De eerste stuurman moet de 4 kisteren verdelen over de drie delen A, B, C van het ruim". a) Op hoeveel manieren is dit mogelijk? -> Ik heb: het is een herhaling en de volgorde is belangrijk -> Formule Cp(->bovenaan) n+p-1 (onderaan de C) = 15 Dat lijkt mij wel juist te zijn, maar dan gaat de vraag verder b) Op hoeveel manieren is dit mogelijk als er in A geen enkele kist opgeslagen wordt? c) Op hoeveel manieren is dit mogelijk als er in A precies 1 kist opgeslagen wordt? Hoe moet je die b en c dan doen??? Wacht nieuwsgierig op antwoord :D Knuf, Loesje X |
a) 4*3*2=24
b) 4*3=12 c)1*3*2=6 |
Neeje Gorbal, das zeker nie juist :(
|
Citaat:
|
Citaat:
b) 4ncr2=6 c)3ncr 2=3 hmm is telang geleden :o |
sorry ik weet het antwoord ook niet, ik er 4 dagen geleden een toets over gehad en dat ging erg goed maar ik weet het antwoord hier ook niet van..
|
antwoord a is in ieder geval wel goed dacht ik
|
Is er nog steeds niemand die de formule voor b en c weet :( :confused:
|
Bij b moet je de vier kisten dus over ruimen B en C verdelen. Dat kan dus door in een ruim B 0,1,2,3 of 4 kisten te doen en in ruim C resectievelijk 4,3,2,1 of 0, dat zijn dus 5 verschillende manieren.
Bij c moet je 3 kisten verdelen over ruimen B en C, dus 0,1,2 of 3 in B en 3,2,1 of 0 in C. 4 mogelijkheden dus. Omdat de kisten identiek zijn maakt het niet uit welke kisten je waar neerzet. |
Nja, door het uit te tellen was ik daar ook al geraakt, maar er bestaat dus niet specifiek een formule voor?
|
Citaat:
Code:
ABC Algemene formule ken ik niet (mja, nog geen kansrekening gehad), misschien dat je ergens aan een cursus kunt komen met wel dergelijke formules in?? |
Citaat:
Als je zegt dat het aantal kratten in a gelik is aan i, dan is het aantal kratten dat mogelijk in b (j) kan zijn gelijk aan 4 - i. Het aantal kratten in k staat dan vast op 4-i-j. Je hebt dus in A i kratten, in B heb je van 0 tot j=4-i kratten in C heb je 4-i-j voor een bepaalde i: A heeft 1 mogelijkheid, i B heeft 4-i + 1 mogelijkheden (de 1 is mogelijkheid "0") C heeft 1 mogelijkheid Je hebt dus SOM(i=0)(i=4) 5-i = 5 + 4 + 3 + 2 + 1 = 15 |
kan ook met een zogenaamde wegendiagram en dan het aantal mogelijkheden met elkaar vermenigvuldigen:
bij de eerste vraag bijvoorbeeld: ik werk met dezelfde codes,dus in ABC code 400 = 1 mogelijke weg. code 3.. dan kan na A of 1 in B of 1 in C dus dat zijn: 1 * 2 * 1 = 2 mogelijke wegen code 2.. dan kan na A 2 kisten in B/C of 1 in beiden of 0. Dus na A zijn er voor B en C 3 wegen: 1 * 3 * 1 = 3 mogelijke wegen code 1.. dan kan na A dus in B 0,1,2 of 3 kisten en dus zijn er 1 * 4 * 1 = 4 mogelijke wegen code 0.. dan kan er na A 0,1,2,3 of 4 in B dus dan zijn er 1 * 5 * 1 = 5 mogelijke wegen. de som van alle wegen is dan: 1 + 2 + 3 + 4 + 5 = 15 het gaat erom dat de varieteit in B zit. Als A en B vaststaan, dan is er voor C nog maar 1 mogelijkheid |
in welke klas zit je ? eigenlijk wel slordig dat ik het niet meer weet maar ja als het A6 niveau is hoef ik me niet te schamen;)
|
Citaat:
|
haha oke is goed!:) ik baal nog steeds dat ik het niet weet;)
|
volgens mij is ze toch Beglisch, dus steekt het wiskunde totaal anders in mekaar.
|
oke klinkt wel als goed excuse
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 05:23. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.