[Kort verhaal] Mijn vleugels zijn gebrekkig..
Mijn vleugels zijn gebrekkig..
‘Nog nooit heb ik de hemel zo zwart gezien.’ fluister ik zachtjes wanneer ik je daar zie staan. Ik weet dat je vecht tegen je tranen op de manier waarop je al jaren tegen je angsten hebt gevochten. Stilletjes sta je op je benen te trillen wanneer de wind een spelletje met je speelt. Even wankel je en bevriest mijn hart, zo bang dat je zou vallen. Maar snel herstel je je evenwicht weer en met je blauwgrijze ogen kijk je dwars door me heen. Gauw sla ik mijn ogen ten aarde en machteloos beginnen mijn schouders te schokken. Jíj zou moeten huilen, je zou nerveus en aarzelend moeten zijn. Maar zo zelfverzekerd als je daar staat, maakt dat het plaatje niet klopt. Zo kon je je vroeger druk maken over futiele dingen, één en al rust ben je nu over zoiets belangrijks, dat voor altijd onomkeerbaar zal zijn. Geleidelijk schuif je dichterbij die afgrond terwijl ik snelle passen naar voren maak. Maar mijn bewegingen stokken op het moment dat jij een glimlach toont. Dat één enkel gebaar zo ontzettend veel kan zeggen, was tot hieraan toe onbevattelijk.
En opeens kan ik die glimlach van de afgelopen weken plaatsen. Ik kon maar niet begrijpen hoe je zo kon blijven lachen, maar nu begrijp ik dat er al weken overheen zijn gegaan tot dit punt van ontknoping. De verschillende scenario’s spookten waarschijnlijk al dagen door je gedachten, uitstellend tot het moment dat je beslissing niet langer op je hart zou rusten. Zoals ieder leven een schilderij is, zijn bij jou de verfresten opgedroogd. Zou je me mee willen nemen naar het leven zoals het in je gedachten is ontstaan of laat je me hier achter met de bittere smaak van verdriet? Ik probeer je ogen te doorgronden maar de langverwachte tranen verduisteren je altijd beheerste ogen. Nog een stap dichterbij en jij twee millimeter naar de richel.
‘Ik probeerde het te leven zoals ik wilde. Maar als lachen enkel een teken van forcering wordt en verdriet zo banaal kun je soms zelfs de sterren aan de hemel niet meer zien. Ik wilde proberen te reiken naar de dromen die ik vroeger had, maar halverwege brokkelde mijn arm af. Ik probeerde elke dag optimistisch en vol energie te zijn, maar zodra ik één voet richting de maatschappij zette, kroop ik rillend twee stappen terug. Later werd alles zo uitzichtloos dat ik elke dag, waarin ik nog de zuurstof van anderen verbruikte vervloekte. Wonden vervagen wel maar de pijn blijft bestaan, woorden doen zijn werk soms krachtiger dan daden. Ik heb me erbij neergelegd, blijkbaar is dit leven niet passend gemaakt voor mij. Ik weet de regels, maar kan ze niet naleven, ik ken de noten maar kan ze niet spelen. Het werd te zwaar, de last op mijn hart. Ik probeer te vliegen, maar mijn vleugels zijn gebrekkig.’
Ontzet kijk ik je aan, mijn tranen krijgen geen kans meer om op te drogen. Je zou me achter laten en me laten proeven hoe verlies smaakte. Ik zou snel gaan begrijpen waarom je de bekende noten niet kon spelen. Ik wilde je nog niet afgeven, ik wilde alles met je gaan beleven, maar wat heb ik aan een onbewegelijk lijk en een vervagende foto? Ik wilde niet dat je gebroken lach voort zou leven maar evenmin dat je afgepeigerde lichaam dit boek dicht klapte.
Ik denk te veel maar vooral te lang, weer die zoveel zeggende glimlach. Je sluit je ogen en spreid
je gebrekkige vleugels. Mijn hart slaat een tel over en ik vlieg naar de rand. Nog net je pols vast en even een blik in je smekende ogen. Ik begrijp je, het leven heeft geen zin als ellende er een synoniem van word. Ik probeerde een glimlach te forceren en langzaam verslapt mijn greep. Ik kijk naar beneden en zie je neerdalen op aarde tot de nacht je heeft opgeslokt. Hijgend draai ik me om en leun ik tegen de rand aan. Even zie ik een ster oplichten aan de hemel en bedenk me, dat je zou proberen te vliegen, al zijn je vleugels gebrekkig.
**
(Voor Fabiën.)
|