![]() |
Help =O
Heej..
Ik heb een wiskunde toets deze week :confused: Kan iemand die onderstaande opdracht even uitleggen :) Hoofdstuk 10: Tellen en kansen Voor de 'goede-doelen-dag' verzint elke klas een spel. Jouw klas komt met het idee om een caviarce te organiseren. Er wordt een houten bak gemaakt met daarin plankjes, zodat de cavia verschillende routes kan nemen vanaf 'start' naar één van de vijf eindpoortjes. Alle poortjes zijn zo gemaakt dat de cavia niet terug kan lopen. a) Hoeveel routes kan de cavia nemen, gerekend vanaf de start tot en met het eindpoortje? Voor € 0,25 mag je wedden hoe vaak de cavia kiest voor een doorgaan met letter a. Loopt de cavia door één poortje met a, dan krijg je je geld terug. Gaat hij door twee poortjes met a, dan krijg je € 0,50. Gaat de cavia door alle drie de poortjes met letter a, dan krijg je € 0,50 maal het nummer van het eindpoortje. Als de cavia alle poortjes met een a passeert en daarna door het eindpoortje 4 gaat, dan krijg je dus 4x € 0,50 = € 2,00 b) Bereken de kans dat je je inzet terugkrijgt c) Bereken de kans dat je € 2,50 terugkrijgt. d) Hoe groot is de kans op € 0,50? Alvast bedankt ;) |
Citaat:
|
De kans is iig te berkenen met nCr, als het om een simpel raster gaat tenminste. Dan is het aantal mogelijke routes gelijk aan (r + c) nCr r, waarbij r het aantal rijen is en c het aantal colommen is. De kans is dus 1/ dit.
|
| Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 22:55. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.