ECO een paar vraagjes
 

Hallo
iK heb ff een paar vraagjes kan iemand mij uitleggen wat:

Marginale winst is

Marginale kosten zijn

Prijselasticiteit:

Waarom MK=MO de maximale winst is:

Wat primair, sec, tertiair, quartaire sector is??

Kom er zelf niet echt meer uit:S

BEdankt alvast

Primair is landbouw etc
Secundair, is zorg en sjit
Tertaire is luxe
en quatrair is dienst?


zoeist d8 ik dat dat was mr weet niet zeker

Marginale winst is: Volgens mij de winst die je haalt per extra product, weet ik niet helemaal zeker...

Marginale kosten zijn: De kosten die bij het maken van ieder extra product erbij komen.

Prijselasticiteit: Wat er gebeurt met de vraag naar een product als de prijs veranderd.

Waarom MK=MO de maximale winst is: Als de kosten voor het maken van een product(mk) groter zijn dan wat het opbrengt(mo) maak je verlies op het product. Als de kosten iets lager zijn dan de opbrengsten maak je nog winst. Voor mo=mk maak je dus nog winst, na mo=mk niet meer.

Wat primair, sec, tertiair, quartaire sector is??

Primaire sector: Industrie toch? mensen die dingen produceren werken hier in.
Secundair: Landbouw en visserij en dergelijke toch?
Tertiar: Commerciele diensten(doel van bedrijf is dus winstmaken.
quartair: Niet commerciele diensten( doel van bedrijf is niet winstmaken. Bijvoorbeeld ziekenhuizen en politie)

Weet het ook allemaal niet zeker, maar dacht dat het zoiets was...

Je kan MO en MK zien als de afgeleides van TO en TK.

vandaag nog pw over gehad:

primair = landbouw, visserij enz --> met grondstoffen

secundair = industrie

tertiair = commerciele dienstverlening (dus gericht op winst maken) --> zoals openbaar vervoer

quartair = niet commerciele dienstverlening (niet gericht op winst maken) --> bv. onderwijs

gaat dus over arbeid en werkgelegenheid

ff een paar vraagjes? ik vind het te veel om uit te gaan leggen

Ik zie dat iedereen anders elaticiteit is vergeten. Dat is als de vraag naar product A afhangt van de prijs van product B. Dit kan zijn omdat B een concurrerend product is, of omdat je zonder B niks aan A hebt.

De formule: E = delta-Q/delta-P of andersom.

Bijvoorbeeld: mie en spaghetti: als mie veel duurder wordt, gaan mensen op zoek naar een alternatief en gaa nze meer spaghetti kopen.

Nog een voorbeeld: Spaghetti en pesto: aangezien pesto bijna uitsluitend wordt gebruikt op de spaghetti zal als de prijs van spaghetti toeneemt men minder spaghetti willen en hebben ze dus ook minder aan de pesto.

Correct. Pesto en spaghetti noem je in dit verband dan complementaire goederen (nog duidelijker voorbeeld is koffie en een filter). Je hebt ook nog substitutiegoederen, die elkaar kunnen vervangen, zoals bvb koffie en cola. Die begrippen zul je dan ook wel moeten kennen.

Epv=procentuele verandering van Qv/procentuele verandering van p

Epv= dQv/dp * p/Qv

Vaak heb je dan de formule q=ap+ b. Dan kun je dQv/dp omzetten in a.

Epv = a * p/Qv

Ik zou deze formule echt in je GR zetten, want hij is zo makkelijk om te draaien en het is echt sund als je dat doet.

waarom * p/Qv?
of doe je dat ipv procentuele verandering?

Maar nog iets belangrijks. Keith omschrijft kruislingse prijselasticiteit.

Ik heb prijselasticiteit van de vraag altijd geleerd als
Procentuele verandering van de vraag/ procentuele verandering van de prijs

Je kijkt in hoeverre de prijs(verandering) van een product invloed heeft op de vraag naar dat product. Meestal koop je minder als een product duurder is (een uitzondering daarop vormt bijv statusgoederen)
Daarom is de prijselasticiteit van de vraag meestal negatief:
afname in vraag/toename in prijs = negatief getal

Als de elasticiteit absoluut groter is dan 1, noem je de vraag elastisch. Een prijsverandering heeft dan een grotere invloed op de vraag.
Als de elasticiteit absoluut kleiner is dan 1, noem je de vraag inelastisch. Men reageert dan minder sterk op een prijsverandering.
Bij 1 noem je de vraag noch elastisch noch inelastisch.

het is eigenlijk:

E=(dQ/Q)/(dP/P), maar dat wordt E=(dQ/Q)*(P/dP)=P/Q*dQ/dP (gewoon wiskunde) notatie is niet zo belangrijk eigenlijk, maar breuken in een breuk is niet fijn, in het algemeen, al is het wel de manier waarop ik probeerde de formule te onthouden, maar aan mijn vorige posts is te zien dat dat niet echt gelukt is :D.

Dom van me dat ik de standaard prijsE ben vergeten eigenlijk, ik heb altijd zo moeten lachen om mijn leraar die voorbeelden verzon voor kruislingse prijsE omdat iedereen dat altijd zo vaag vond (door zijn idiote voorbeelden) dat dat beter is blijven hangen denk ik.

ik vind dat helemaal niet makkelijker ;)
procentuele verandering onthoud je ook gemakkelijk :)
maar nu snap ik opeens de collegestof van 2 maanden terug, daar stond het ook zo omschreven. Met mijn wiskunde had ik dat eigenlijk wel gelijk moeten zien :o

Probleem met breuken in breaken is dat het lastig schrijft omdat het niet in de regel past en dat je op je rekenmachine het gauw geneigd bent fout te doen. Maar onthouden aan de procentuele verandering kan idd, maar als je genoeg wiskundig inzicht hebt zie je P/Q*dQ/dPvanzelf al als deling van de procentuele veranderingen (ik niet overigens).