![]() |
please!!!
Wie wil mij hier please mee helpen??! ik ben mn huiswerk aan het maken, maar vraag 4 snap ik echt niet!!!
4: Een vat van 40 L is gevuld met stikstofgas van 20*C en aangesloten op een U-buis. In de u-Buis bevindt zich een speciale olie met een dichtheid van 890 kg/m3. A: Men gebruikt geen water, maar olie, waarom ( welke eigenschap zou die olie moeten hebben)? B: Heerst er onder of over druk in het vat? C: Bereken de onder- of overdruk indien h 30 cm is. D: Bereken dee absolute druk als de luchtdruk 980 mbar is. E: De temperatuur in het vat stijgt vaqn 20*C naar 50*C. Bereken de nieuwe druk in het vat. F: Bereken ook hoeveel de olie stijgt of daalt. |
Wat is h? (vraag C)
|
h is hoogte van het vat.
|
Citaat:
|
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
Citaat:
|
ghehe fantastisch, ik begrijp hier echt geen ene hol van :D
|
hee mathfriek tot nu toe al vreselijk bedankt!!! ;)
maar zou je c,d en e voor me in willen vullen? dan weet ik zeker dat het goed is, zo te zien moet dat voor jou geen probleem zijn. ;)... bedankt mathfreak!! |
Citaat:
Bij D is gegeven: b=980 mbar=980*100 N/mē=98000 N/mē. Dit geeft bij onderdruk een druk van 98000-2617 N/mē=95383 N/mē en bij overdruk een druk van 98000+2617 N/mē=100617 N/mē. Neem bij E voor p1 de waarde 95383 N/mē bij onderdruk en de waarde 100617 N/mē bij overdruk. Uit p1/T1=p2/T2 volgt dan: p2=p1*T2/T1=p1*323/293. Omdat p1 bekend is kun je p2 berekenen. |
het is het makkelijkst om er een tekningetje van te maken.
als je weet dat het hoogteverschil 30 cm is, dan weet je dus dat de vloeistof aan de ene kant hoger is dan de andere kant (logisch :s ). De 'laagste' hoogte neem je dan als nulpunt. Als dat de kant van het gas is dan krijg je dus dat daar de druk op de vloeistof slechts die van het gas is. Aan de andere kant heb je te maken van de druk van de vloeistof die 30 cm hoger staat + de atmosferische druk. Die twee zijn in evenwicht dus krijg je bij overdruk van het gas: p(gas) = p(vloeistof 30cm hoger) + p(b) waarin b = buitenlucht. Zo'n zelfde iets krijg je bij onderdruk van het gas: p(gas) + p(vloesitof) = p(b) de druk voor de vloesitf volgt uit p = F/a waarin F de zwaartekracht is: p = m * g / A = dichtheid * V * g / A = dichtheid * h * g |
er staat wel een tekeningetje bij, maar ik kan hem hier niet opzetten, en ik weet niet of er over of onderdruk is! wat nu?
|
lees nog eens bovenstaande replyen en kijk welke situatie je herkent ;)
|
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 23:17. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.