Folkmann |
24-07-2005 20:44 |
Ik citeer een stuk van Jurgen, een kennis die een bepaalde website heeft.
Citaat:
Een mythe begint vaak met een feit, een historische gebeurtenis, waaromheen een verhaaltje komt. Ze veranderen, er worden dingen overdreven en weggelaten, en ze worden doorgegeven aan latere generaties, en heel veel mensen kennen ze op een gegeven moment. De mythes houden echter een kern van waarheid. Mythes zijn een soort collectief geheugen. Door de wetenschap word er nog steeds niet serieus genoeg naar gekeken, maar diverse mythes waarvan men zei dat het verzinsels waren bleken toch waar te zijn. Bijv. is de legendarische stad Troje werd opgegraven door Schliemann in 1870. En ook bleek recent nog dat het verhaal over de gassen die uit de vloer kwamen bij het orakel van Delphi er wel degelijk waren. Dit bleek ethyleen te zijn.
Over het rijk van Atlantis, het einde, en de wijzen die vluchtten, zijn wereldwijd heel veel mythes. De gelijkenissen zijn verbluffend, zeker als je bedenkt dat er geen contact (meer) was tussen Amerika en Europa/Azië/Afrika.
Het bijbelverhaal over de zondvloed heeft grote gelijkenissen met het verhaal over Atlantis. In dit verhaal waren de mensen op aarde allemaal heel egoïstisch en maakten ze oorlog. God zei toen tegen Noach, die wijs genoeg was om niet mee te doen, dat hij een ark moest bouwen en daar in moest gaan varen met zijn gezin en dat hij van alle dieren twee mee moest nemen. Toen regende het dagen en nachten, en alles overstroomde. Alle mensen stierven, behalve Noach. Na 40 dagen en nachten stopte het met regenen en bleef de ark steken op een bergtop. Noach liet verschillende vogels los. De laatste was een duif, deze kwam terug met een twijgje. Toen duurde het niet lang meer voor ze uit de ark konden en ze plantten zich weer voort.
De eerste overeenkomst is dat de mensen oorlog maakten, de tweede is dat de aarde overstroomde, en ook hier vluchtte een wijs iemand die niet mee deed aan de oorlog maar een nieuwe beschaving stichtte.
Van de Sumeriërs, een 5000 jaar oude beschaving in het huidige Irak, zijn duizenden kleitabletten gevonden o.a. die gemaakt door koning Gilgamesj en het verhaal vertellen van Utnapisjtim. Hij werd net als Noach gewaarschuwd door een god, bouwde ook een boot en overleefde de zondvloed ook. Hier was eveneens sprake van een straf door de goden. Na 7 dagen liep Utnapisjtim vast op een berg. Ook hij liet vogels los om te kijken of het weer droog was. Net als Noach nam hij ander leven van de planeet mee.
Dat de mythe van de Sumeriërs zoveel lijkt op het bijbelverhaal kan mogelijk komen door dat het joodse volk een tijd in babylon heeft vastgezeten.
Ook de Azteken die in Zuid-Amerika woonden hebben en mythe over een zondvloed. Ondanks dat ze ver weg woonden van de Christenen heeft hun mythe vele overeenkomsten met die van de Christenen en de Sumeriërs. De Azteken geloofden dat een koppel gewaarschuwd werd door een god en dat zij hierna een enorme boot bouwden die hen zou redden. Ook deze boot bleef op het eind steken aan een bergtop. Toen ze de berg afdaalden kreeg het koppel vele kinderen. De kinderen hadden geen eigen taal en kregen pas daarna van een duif de gave om te spreken. De talen die de duif de kinderen gaf was niet gelijk. Er ontstonden verschillende groepen die elkaar niet konden begrijpen op taalniveau. Weer is er sprake van een zondvloed waarvoor wordt gewaarschuwd. De vluchtelingen stichten een nieuwe mensheid en ook hier speelt de duif weer een rol.
In dit verhaal zit ook nog weer een stukje van het bijbelverhaal over de toren van Babel. Dit was een toren die men zo hoog wilde bouwen, dat men god in de hemel kon zien. God vond dit echter minder fijn. Hij verwoestte de toren, en vanaf die dag spraken alle mensen een andere taal.
En dan is er nog het scheppingsverhaal van de Maya’s uit de Popul Vuh, het heilige boek van de Maya’s. Een verhaal van toen alles nog stil was. Er was geen beweging en geen geluid. De hemel was leeg. Er waren geen mensen, dieren of vogels. Geen vissen of krabben, bomen of stenen, grotten of ravijnen, grassen of wouden. Alleen de hemel was er. Nadat de Schepper de dageraad in de hemel had gemaakt had en nadat Hij de aarde en de dieren gemaakt had, vormde Hij de mens van klei. Maar Hij zag dat de mens van klei niet goed was. De mens smolt, was zacht en had geen kracht. Hij viel neer, was waterig, kon zijn hoofd niet bewegen en zijn gezicht viel opzij. Toen maakte Hij de mens van hout. Maar deze mensen hadden geen ziel of geest. Ze herinnerden zich hun Schepper niet. Daarom werden de mensen van hout vernietigd, weggevaagd door een zondvloed. Toen maakte hij de mensen van stro. Maar die konden niet denken en spraken niet met hun Schepper. De kleine dieren kwamen in opstand tegen de mensen van stro en deze mensen werden vernietigd. Men zegt dat de nakomelingen de apen zijn, die nu de bossen bevolken. Er waren dus geen echte mensen tot de Schepper de mens van Maïs maakte. Dat was de Maya, de echte mens. Dit verhaal verwijst naar meerdere rampen met de mensheid, waaronder de zondvloed. Dit verhaal wijkt wat af, maar het wijst er ook op dat er meerdere rampen geschied waren.
Ik zal nu niet verder mythes noemen over iemand die vlucht en zo anders wordt het wel erg saai, maar het schijnt zo te zijn dat rond de 500 mythes over een overstroming bestaan, onder andere ook in Egypte en onder vele van de Noord-Amerikaanse indianen.
Verder een overeenkomst in cultuur en mythe is het geloof dat de wereld niet een keer, maar al vaker verwoest was door de goden. De Maya’s (bovengenoemd), Egyptenaren, Hopi Indianen, de mensen uit India en Griekenland, Azteken, Boeddhisten en Aboriginals kennen dit onder andere. Een paar hiervan wil ik noemen:
De Hopi Indianen, waarschijnlijk verre verwanten van de Azteken, verhalen over 3 zonnen die reeds gepasseerd zijn. De eerste wereld zou opgegaan zijn in vuur, de tweede wereld zou bevroren zijn en de derde wereld zou ondergegaan zijn in een zondvloed.
De Hopi geloofden in de aanwezigheid van goed en slecht. Tijdens iedere zon probeerde het slechte de overhand te krijgen op het goede. Volgens de geschriften van de Hopi was de eerste zon een pure periode. Pas op het einde van deze periode kwam het slechte in opmars.
Nadat de wereld was ontdaan van het meeste leven en de 2e zon haar intrede deed probeerde het slechte weer te overwinnen. Dat lukte echter niet en het goede manifesteerde tijdens deze zon.
Tijdens de derde zon was het goede in ballans met het slechte. Tijdens de vierde zon zou het goede al op voorhand de strijd verloren hebben en viert het kwade hoogtij. Zelf tot op heden is het overal rond ons, verhuld in de schijn van het normale.
Volgens de Griekse dichter Hesiodus (8e eeuw v.Chr.) Waren er in het verleden vier tijdperken:
Het eerste gouden van de goden, het tweede het zilveren, van de halfgoden, het derde het bronzen, van de helden, en het vierde ijzeren, het huidige waarin wij mensen nu leven. Dit lijkt weer heel sterk op dat van de Hopi indianen. Er is ook een versie waarin er wij nu in het vijfde tijdperk zouden leven.
Volgens Bhagavata Purana, een van de heilige boeken van India zouden vier tijdperken elkaar opgevolgd zijn, en zijn ze allemaal vernield door de razende elementen. Onze huidige cyclus zou de vijfde zijn.
Ook de Azteken spraken over 4 zonneperiodes die al waren gepasseerd. De 5e zou volgens hen de laatste zijn.
Volgens de Boeddhisten zijn we aan het zevende en laatste tijdperk toe. Zij noemen het 'de zeven zonnen'. Op het einde van iedere zon zullen de aardse componenten, vuur, water en wind de bevolking wegvegen.
Op het einde van de zevende -en huidige- zon zal de gehele planeet teniet gedaan worden door vuur. Net zoals de Boeddhisten spreken de Aboriginals ook over 6 eerdere zonneperiodes.
Ook in deze verhalen rond de zondvloed zitten zulke grote overeenkomsten, dat er haast wel gemeenschappelijke belevenis, of een uitwisseling van kennis moet plaatshebben gevonden.
Als je al deze mythes leest dan moeten we nu maar oppassen, bij zowat alle volken zitten we nu in het laatste tijdperk, en we zijn nu weer aardig imperialistisch bezig.
De Egyptenaren vertellen ons over Thot, de god van de letterkunde en wetenschappen. Thots zou geboren zijn in een ververwijderd land in het westen, in een stad die gelegen was aan zee en bij twee werkende vulkanen. Toen werd de zon verduisterd en schrokken zelfs de goden. Thot hielp ze ontsnappen naar het oosten, waar ze na hun tocht over zee aan kwamen, in Egypte. Hij bracht de cultuur en Wetenschap naar Egypte.
Ook de andere volken waar bij wij een onverklaarbare resten van een hoge beschaving aantreffen kennen zulke verhalen.
De Babyloniers bijvoorbeeld kenden de visgod Oannes. Hij kwam uit de wateren van de Perzische golf, en onderwees de mensen in letteren, wetenschappen en allerlei kunsten. En Quetzalcoatl was de beschavingsbrenger van sommige volken in Midden-Zuid-Amerika. Hij werd de gevederde slang genoemd. Hij was blank, roodharig en zou een lange baard gehad hebben. Hij landde in een gevleugeld schip. Zijn missie werd onderbroken, en de mensen wachtten op zijn terugkeer. Dit kan ook een verklaring zijn voor het feit dat de Spaanse verovering wel heel makkelijk verliep. De mensen dachten dat de blanke mannen, door hun beschavingsbrenger gezonden werden. Quetzalcoatl wordt nu nog steeds vereerd.
Uit deze verhalen kan je opmaken dat de mensen die uit een land uit het westen, (of oosten) de beschaving en kennis over de wereld verspreiden. En die kennis die was veel meer dan veel mensen denken.
|
www.seriewoordenaar.nl
|