![]() |
aan het randje
Ik stond aan het randje, er niet op.
Ik stond te kijken, mn neus er bovenop. Geen reden voor zwijgen, geen reden voor treur, zittend te roken, in een sleur. Wist niet wat te verwachten, het was allemaal nieuw. Had dit nooit gezien, en het was waarschijnlijk ook beter misschien, als dit gebeuren niet was gebeurd, in ieder geval niet voor mijn ogen, had ik misschien toch nog wel getreurt. Ik ben ze nu kwijt, ik ben nu wees. Ik kijk niet meer naar buiten, ik kijk naar niets, niets in de duisternis. Mijn ogen zijn dood, mijn ziel vergaan, nooit en te nimmer, zal mijn hart weer bonzen. Want zij zijn nu weg, en ik ben nu weer, het kleine weesje, met de duisternis in, met de duisternis in zijn ogen, die stond aan het randje.. |
Probeer niet te rijmen om te rijmen, want dan zou je heel wat overbodige woorden/zinsdelen kunnen weglaten. Zo vind ik waarschijnlijk en misschien teveel op elkaar lijken om in één zin te gebruiken. Hetzelfde geldt voor in een sleur.
In de laatste twee strofes gebruik je geen rijm. Dat vind ik beter, maar probeer met wat originele bewoordingen te komen. getreurt moet overigens met een d (einde tweede strofe). met de duisternis in, met de duisternis in zijn ogen, waarom die herhaling? Dat vind ik niet mooi. Ik zou ook wat minder komma's gebruiken. Ga vooral door met dichten, maar probeer die geforceerde rijm te voorkomen! Rijm is mooi, maar alleen wanneer het past in het geheel. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 02:00. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.