Een kilo fruit met een kilo suiker in een pan doen (of 100 g fruit met 100 g suiker, etc), op hoog vuur, goed roeren (met een houten lepel) tot alle suiker opgelost is en al het fruit helemaal kapot (groot fruit in stukjes snijden, tijdens het roeren stukjes en vruchtjes eventueel pletten), al roerend aan de kook brengen, vier minuten laten koken. Schuim eventueel eraf scheppen, in schoongemaakte potjes doen (1 kilo fruit+1 kilo suiker = 4 potjes jam), de potjes dichtschroeven en ondersteboven zetten. Doordat de jam afkoelt terwijl het potje ondersteboven staat, trekt het deksel vacuüm en kun je het langer bewaren.
Als het zoet fruit is moet er van te voren ook een beetje citroensap bij. Als het niet-erg-sappig fruit is moet er ook wat water bij.
Je kunt ook geleisuiker gebruiken in plaats van kristalsuiker, of een deel geleisuiker en een deel kristalsuiker, dan wordt het gelei of stevige jam; het citroensap is dan niet nodig.
|
