![]() |
[NA]Vallende Lichamen.
kan iemand mij met één opgave helpen, ik kom er zelf niet uit.
Iemand aan de rand van een klif laat een steen vallen en hoort 3,3 s later het geluid waarmee de steen in de oceaan plonst. De snelheid van geluid is 330 m/s. Hoe hoog is het klif? |
3,3 s is dus de tijdsduur waarin de steen valt + de tijd die geluid nodig heeft om naar boven te komen.
ik noem hoogte even X en t de tijd die de steen nodig heeft om in de oceaan te vallen. x= 330 * (3,3 - t ) x= 0,5 * 9,8t² dus 330 * (3,3 - t ) = 0,5 * 9,8t² dit lossen we op: 1089 - 330 t = 4,9t² <=> 4,9t² + 330t - 1089 = 0 abc formule geeft 3.15 en -70,5 . min kan niet dus die telt niet mee. En als je de hoogte wilt berekenen vul je 3,15 in, in een van de twee formules. Dus. 330 (3,3-3,15) = 49,5 meter of 0,5 * 9,8 * 3,15² = 48,6 meter dit verschil komt doordat ik met de afgeronde waarde van t heb gerekend. anders krijg ik: 48,7 meter . als ik iets verkeerds heb gedaan hoor ik het graag:) |
Eerst valt de steen (van de klif naar beneden), daarna komt het geluid naar boven (van beneden naar de top van de klif).
tijdtotaal = tijdsteen + tijdplons Voor de snelheid van de steen geldt: h = 1/2*g*t2 (standaardformule) t2 = 2h/g t = sqrt(2h/g) Voor het geluid geldt: h = v*t = 330*t t = h/330 Je weet dus: tijdtotaal = tijdsteen + tijdplons 3,3 = sqrt(2h/g) + h/330 Dat even uitwerken. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 06:11. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.