![]() |
[bio] hardy weinberg
In een populatie bij een diersoort geldt:
langharigheid(A) dominant over kortharigheid (a) --> kortharige individuen komen 36% voor in een populatie a)berekenpercentage homozygoot langharigen en heterozygoten Door klimaatsverandering: T↓--> kortharigen gaan dood b)hoeveel procent heeft in deze populatie als genotype AA en Aa c)in hoeveel procent v/d gameten komt a en A voor d)hoeveel is de genfrequentie van allel a veranderd in één generatie door T↓? e)128 nakomelingen worden geboren. Bereken hoeveel nakomelingen naar verwachting worden geboren met AA, Aa en aa ik heb: a) a=√0.36=0.6; A=0.4 AA=0.42=0.16-->16% Aa=2 x 0.4x 0.6= 0.48 --> 48% Dan loop ik vast: b) + c) AA Aa 0.16 + 0.48 = 0.64 AA=0.16/0.64=0.25-->A= √0.25=0.05-->5% Dus a=95% Klopt dit tot nu? |
Citaat:
alle kortharigen gaan dood, dus houden we een populatie met A. over. de verhouding is inderdaad 0,16 : 0,48 en dus geldt AA = 0,16 / (0,16 + 0,48) en Aa = 0,48 / (0,16 + 0,48) --> AA = 0,25 en Aa = 0,75 neem nu 100 organismen. Dan heb je 25 * 2 + 75 = 125 allelen A en 75 allelen a. --> frequentie voor A = 125 / 200 en voor a is deze 75/200 |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 23:20. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.