Scholieren.com forum

Scholieren.com forum (https://forum.scholieren.com/index.php)
-   Huiswerkvragen: Exacte vakken (https://forum.scholieren.com/forumdisplay.php?f=17)
-   -   Help, Natuurkunde! (https://forum.scholieren.com/showthread.php?t=1293314)

Pino Vogel 29-10-2005 14:27

Help, Natuurkunde!
 
Is er een enthousiasteling die op de volgende vragen de antwoorden weet?

Opgave 5 20 punten
Een voorwerp (A) beweegt eenparig versneld en heeft de volgende plaatsfunctie:

x(t) = 7.t + 3.t²

a) Geef de snelheidsfunctie (dus v(t)).
b) Geef de functie die de versnelling als functie van de tijd geeft.
c) Geef de plaats en de snelheid op t = 3 s.
d) Op welk tijdstip heeft dit voorwerp een snelheid van 12 m/s?
Voorwerp B start op t = 0 ook vanuit x = 0, met een eenparig versnelde beweging met v0 = 2,00 m/s en a = 10,0 m/s².
e) Geef van voorwerp B de snelheid als functie van de tijd (dus geef VB(t).)
f) Geef van voorwerp B de plaats als functie van de tijd (geef dus XB(t)).
g) Op welke tijdstippen hebben A en B dezelfde snelheid?
h) Bereken die plaats en de snelheid die ze op dat tijdstip hebben.
i) Op welke tijdstippen hebben A en B dezelfde plaats?
j) Bereken die plaats en de snelheid die ze op dat moment hebben.
k) Schets in een grafiek x(t) en xB(t) (in 1 grafiek).
l) Schets in een grafiek v(t) en vB(t) (in 1 grafiek).


Opgave 6 10 punten
Voorwerp 1 heeft een massa m1 = 12,0 kg en een beginsnelheid v1 = 7,00 m/s. Voorwerp 2 heeft een massa m2 heeft een massa m2 = 6,00 kg en een beginsnelheid v2 = 4,00 m/s.

De beide massa’s botsen inelastisch (en centraal).
a) Bereken de snelheden na de botsing.
b) Hoeveel kinetische energie is er in andere energie vormen (b.v. warmte) omgezet?


Opgave 7 10 punten
Voorwerp 1 heeft een beginsnelheid v1 = 77,00 m/s. Voorwerp 2 heeft een beginsnelheid v2 = 11,00 m/s. De beide massa’s botsen elastisch (en centraal).
Na de botsing is de snelheid van voorwerp 1: u1 = -43,0 m/s.
De massa van voorwerp 1 is m1 = 5,00 kg
a) Bereken de snelheid na van voorwerp 2 (dus bereken u2).
b) Bereken de massa van voorwerp 2.

Snees 29-10-2005 14:43

Wij gaan je huiswerk niet voor je maken. Stel eens een gerichte vraag/probleem.

Pino Vogel 29-10-2005 15:02

he moraalridder, ik vraag antwoorden, maken heb ik het al, maar heb geen referentie op het goed is.

sdekivit 29-10-2005 15:23

geef je berekeningen maar en er zijn wel mensen die het nakijken en je op eventuele foutjes wijzen. Het is niet zo dat wij hier die vragen zo voor je gaan zitten maken.

Het lijkt trouwens erg op een kopie van een toets :nono:

Snees 29-10-2005 17:16

Citaat:

Pino Vogel schreef op 29-10-2005 @ 16:02 :
he moraalridder, ik vraag antwoorden, maken heb ik het al, maar heb geen referentie op het goed is.
Tot nooit meer ziens :)

mathfreak 30-10-2005 11:44

Citaat:

Pino Vogel schreef op 29-10-2005 @ 15:27 :

Opgave 5 20 punten
Een voorwerp (A) beweegt eenparig versneld en heeft de volgende plaatsfunctie:

x(t) = 7.t + 3.t²

a) Geef de snelheidsfunctie (dus v(t)).

Differentieer de plaatsfunctie x(t) naar t. Dit geeft de gevraagde snelheidsfunctie.

Citaat:

Pino Vogel schreef op 29-10-2005 @ 15:27 :
b) Geef de functie die de versnelling als functie van de tijd geeft.
Differentieer de snelheidsfunctie v(t) naar t. Dit geeft de gevraagde versnellingsfunctie.

Citaat:

Pino Vogel schreef op 29-10-2005 @ 15:27 :
c) Geef de plaats en de snelheid op t = 3 s.
Vul t=3 in in de voorschriften van de plaats- en de snelheidsfunctie. Dit geeft de plaats en de snelheid op t=3 s.

Citaat:

Pino Vogel schreef op 29-10-2005 @ 15:27 :
d) Op welk tijdstip heeft dit voorwerp een snelheid van 12 m/s?
Stel v(t)=12. Dit geeft een eerstegraadsvergelijking in t waaruit t is op te lossen. Dit is tevens het gevraagde tijdstip.

Citaat:

Pino Vogel schreef op 29-10-2005 @ 15:27 :
Voorwerp B start op t = 0 ook vanuit x = 0, met een eenparig versnelde beweging met v0 = 2,00 m/s en a = 10,0 m/s².
e) Geef van voorwerp B de snelheid als functie van de tijd (dus geef VB(t).)

Maak gebruik van de formule v(t)=v(0)+a*t. Dit geeft bij de gegeven waarden de gevraagde snelheidsfunctie.

Citaat:

Pino Vogel schreef op 29-10-2005 @ 15:27 :
f) Geef van voorwerp B de plaats als functie van de tijd (geef dus XB(t)).
Maak gebruik van de formule x(t)=x(0)+v(0)*t+1/2*a*t². Dit geeft bij de gegeven waarden de gevraagde plaatsfunctie.

Citaat:

Pino Vogel schreef op 29-10-2005 @ 15:27 :
g) Op welke tijdstippen hebben A en B dezelfde snelheid?
Stel vA(t)=vB(t). Dit geeft een eerstegraadsvergelijking in t waaruit t is op te lossen. Dit is tevens het gevraagde tijdstip.

Citaat:

Pino Vogel schreef op 29-10-2005 @ 15:27 :
h) Bereken die plaats en de snelheid die ze op dat tijdstip hebben.
Vul de in g gevonden waarde voor t in in de voorschriften van de plaats- en de snelheidsfunctie van A en B. Dit geeft de plaats en de snelheid van A en B op het in g gevonden tijdstip.

Citaat:

Pino Vogel schreef op 29-10-2005 @ 15:27 :
i) Op welke tijdstippen hebben A en B dezelfde plaats?
Stel xA(t)=xB(t). Dit geeft een tweedegraadsvergelijking in t waaruit t is op te lossen. Dit zijn tevens de gevraagde tijdstippen.

Citaat:

Pino Vogel schreef op 29-10-2005 @ 15:27 :
j) Bereken die plaats en de snelheid die ze op dat moment hebben.
Vul de in i gevonden waarden voor t in in de voorschriften van de plaats- en de snelheidsfunctie van A en B. Dit geeft de plaats en de snelheid van A en B op de in i gevonden tijdstippen.

Citaat:

Pino Vogel schreef op 29-10-2005 @ 15:27 :
k) Schets in een grafiek x(t) en xB(t) (in 1 grafiek).
Maak aan de hand van de voorschriften voor xA(t) en xB(t) een (x,t)-tabel, en teken aan de hand daarvan de gevraagde (x,t)-diagrammen.

Citaat:

Pino Vogel schreef op 29-10-2005 @ 15:27 :
l) Schets in een grafiek v(t) en vB(t) (in 1 grafiek).
Maak aan de hand van de voorschriften voor vA(t) en vB(t) een (v,t)-tabel, en teken aan de hand daarvan de gevraagde (v,t)-diagrammen.


Citaat:

Pino Vogel schreef op 29-10-2005 @ 15:27 :
Opgave 6
Voorwerp 1 heeft een massa m1 = 12,0 kg en een beginsnelheid v1 = 7,00 m/s. Voorwerp 2 heeft een massa m2 heeft een massa m2 = 6,00 kg en een beginsnelheid v2 = 4,00 m/s.

De beide massa’s botsen inelastisch (en centraal).
a) Bereken de snelheden na de botsing.

Maak gebruik van de formule m1*v1+m2*v2
=(m1+m2)u. Dit geeft de gemeenschappelijke snelheid u=u1=u2 na de botsing.

Citaat:

Pino Vogel schreef op 29-10-2005 @ 15:27 :
b) Hoeveel kinetische energie is er in andere energie vormen (b.v. warmte) omgezet?
Voor de botsing heb je een totale kinetische energie van 1/2(m1*v1²+m2*v2²) en na de botsing heb je een totale kinetische energie van 1/2(m1+m2)u². Het verschil tussen deze waarden geeft de gevraagde hoeveelheid kinetische energie die in andere energievormen is omgezet.



Citaat:

Pino Vogel schreef op 29-10-2005 @ 15:27 :
Opgave 7
Voorwerp 1 heeft een beginsnelheid v1 = 77,00 m/s. Voorwerp 2 heeft een beginsnelheid v2 = 11,00 m/s. De beide massa’s botsen elastisch (en centraal).
Na de botsing is de snelheid van voorwerp 1: u1 = -43,0 m/s.
De massa van voorwerp 1 is m1 = 5,00 kg
a) Bereken de snelheid na van voorwerp 2 (dus bereken u2).

Maak gebruik van de formule m1*v1+m2*v2
=m1*u1+m2*u2. Omdat u1 bekend is kun je u2 berekenen.


Citaat:

Pino Vogel schreef op 29-10-2005 @ 15:27 :
b) Bereken de massa van voorwerp 2.
Omdat de botsing elastisch is geldt: 1/2(m1*v1²+m2*v2²)
=1/2(m1*u1²+m2*u2²), dus m1*v1²+m2*v2²
=m1*u1²+m2*u2². In a heb je een relatie tussen m2 en u2 gevonden, dus kun je aan de hand daarvan m2 berekenen.


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 17:46.

Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.