![]() |
Redoxtritatie, bleekwater
Een bleekwateroplossing bevat natriumhypochloriet (NaOCl). Om het gehalte natriumhypochloriet te bepalen wordt 25,00 ml bleekwater verdund tot 250,0 ml. Aan
50,00 ml van deze oplossing wordt een overmaat kaliumjodide en azijnzuur toegevoegd. Hierbij treedt de volgende redoxreactie op, OCl- + 3I- + 2H+ → Cl- + I3- + H2O Het gevormde I3- wordt getitreerd met 25,73 ml 0,1235 M natriumthiosulfaat (Na2S2O3) oplossing (indicator: zetmeel). De titratiereactie is, I3- + 2S2O32- → 3I- + S4O62- Bereken de concentratie NaOCl (mol/l) in het bleekwater. Kloppen mijn stappen? Eerst bereken je n in mol. -> 25,73 ml x 0,1235 is zoveel millimol. 2 mol thio reageer met 1 mol I3-, dus delen door twee geeft het aantal mol I3-, het aantal mol I3- is gelijk aan OCL. Dus OCL is zoveel mol. En dan, hoe doe ik dat met 50 ml en die verdunningen? :confused: |
Voor zover ik zie kloppen de stappen, maar mijn scheikundepeil ligt de laatste tijd wel laag :S.
Je hebt het aantal mol ClO- dat in de oplossing zat berekend. Al deze ClO- komt uit die 25ml bleekwater die je in het begin had. De concentratie is dan niet zo heel moeilijk uit te rekenen en is gewoon het aantal mol ClO- dat je in de oplossing vindt gedeeld door 0,025. Bij een titratie kijk je naar de totale hoeveelheid mol in de oplossing, niet naar de concentratie en daarom zijn verdunningen tussen de oplossing waarvan je het wilt uitrekenen en de oplossing die je meet niet belangrijk. |
Citaat:
je verdunt eerst je 25 mL ruwe oplossing 10 maal tot 250 mL en vervolgens neem je 50 mL van de verdunde oplossing. Denk niet dat daar een gelijke hoveelheid mol ClO(-) in zit dan in je 25 mL ruwe oplossing. Waar zit je met je gedachten ? :confused: --> verdunningen zijn wel belangrijk keith: je verminder de concentratie analyt in je oplossing, dus moet je je verdunning verrekenen naar de ruwe oplossing ;) De methode die je nu kun gebruiken: je kunt de concentratie in je 50 mL uitrekenen en met 10 vermenigvuldigen. Concentratie in de 50 mL oplossing is namelijk gelijk aan die van 250 mL. Of: Je berekent het aantal mol ClO(-) in de 50 mL en berekent vervolgens het aantal mol in de 250 mL en deelt vervolgens door 25 mL |
Ik had niet gelezen dat je 50 ml van de oplossing nam. Dan moet je dus het aantal mol in die 50ml uitrekenen, dat keer 5 om het aantal mol in de verdunde oplossing van 250ml uit te rekenen en dat dan delen door de oorspronkelijke hoeveelheid van 25 ml. Dat komt dus neer op de hoeveelheid mol in het analyt (dus zo heet dat) maal 10 doen voor de molariteit.
Maar verdunningen van het analyt blijven onbelangrijk. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 01:21. |
Powered by vBulletin® Version 3.8.8
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.